direct naar inhoud van 6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Plan: Molenaarsgraaf Oost
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0693.BPMolengraafoost-OH01

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

6.2.1 Wettelijk vooroverleg

Voorontwerpbestemmingsplan

In het kader van het overleg als bedoeld ingevolge artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) zijn op het voorontwerpbestemmingsplan 'Molenaarsgraaf Oost' door de volgende instanties overlegreacties ingediend:

  • 1. Provincie Zuid-Holland;
  • 2. Waterschap Rivierenland.

De ontvangen vooroverlegreacties zijn hieronder samengevat en voorzien van een gemeentelijke reactie:

Volgnummer : 1

Naam : Provincie Zuid-Holland

Datum : 19 januari 2011

Samenvatting reactie

Het provinciale beoordelingskader is vastgelegd in de provinciale Structuurvisie en de verordening Ruimte. Het plan is conform dit beleid.

Reactie gemeente

De reactie wordt ter kennisname aangenomen en leidt niet tot aanpassingen in het ontwerpbestemmingsplan.

Volgnummer : 2

Naam : Waterschap Rivierenland

Datum : 10 februari 2011

Samenvatting reactie

In het kader van de watertoets heeft in de zomer van 2010 overleg plaatsgevonden met het waterschap. Vervolgens is het concept voorontwerp aan het waterschap toegezonden, waarna de gemaakte opmerkingen goed zijn overgenomen in het voorontwerpbestemmingsplan. Echter zijn er nog een aantal onduidelijkheden over het watersysteem in het plan.

Op het voorontwerpbestemmingsplan heeft het waterschap de volgende opmerkingen:

  • 1. In de toelichting wordt onder het kopje 'Waterschapsbeleid' het volgende gezegd: Bij een toename van aaneengesloten verhard oppervlak van 250 m2 of meer dient voor hemelwater een lozingsvergunning aangevraagd te worden in het kader van de Keur. Dit is geen waterschapsbeleid. Bij lozing vanaf nieuw verhard oppervlak moet een vergunning worden aangevraagd of melding worden gemaakt. Er geldt een vrijstelling van de compensatieverplichting voor de eerste 500 m2. Verzocht wordt dit aan te passen;
  • 2. In de toelichting wordt onder het kopje 'Bodem en grondwater' een hoge grondwaterstand geconstateerd, maar vervolgens geen aandacht aan besteed. Hoe wordt de drooglegging van de toekomstige woningbouw geregeld? Graag ziet het waterschap hier een toelichting op;
  • 3. Onder het kopje 'waterkwaliteit' wordt gezegd dat een verbod geldt op het toepassen van zink, lood, koper en PAK's houdende bouwmaterialen. Dit graag veranderen in geldt een verbod op uitlogende bouwmaterialen zoals zink, lood, koper en PAK's houdende bouwmaterialen;
  • 4. Onder het kopje 'Afvalwater en Riolering' wordt gemeld dat hemelwater afkomstig van daken rechtstreeks op oppervlaktewater mag worden geloosd, mits geen uitlogende materialen worden gebruikt. Het waterschap wijst erop dat hemelwater afkomstig van wegen eveneens rechtstreeks mag worden geloosd. Daarbij moet echter wel een mogelijkheid worden gehouden om een zuiverende voorziening te plaatsen. Het verzoek is ruimte te reserveren voor een dergelijke zuiverende voorziening van het hemelwater afkomstig van wegen;
  • 5. Het waterschap verzoekt het rioleringsplan te overleggen;
  • 6. Zoals beschreven wordt het plangebied ontsloten vanaf de Graafdijk Oost. Op welke manier wordt de ontsluiting gerealiseerd? Graag ziet het waterschap hier een toelichting op. Hierbij moet rekening worden gehouden met de beschermingszone en overbrugging van de A-watergang. Voor het aanleggen van een brug moet overigens een watervergunning worden aangevraagd;
  • 7. Het waterschap verzoekt in de toelichting de beschermingszone van 5 m langs de A-watergang en 1 m langs B-watergangen op te nemen. De beschermingsstatus wordt gemeten vanaf de insteek;
  • 8. In de overlegreactie wordt erop gewezen dat de watergangen vrijwel allemaal grenzen aan particuliere tuinen. Daardoor zal het lastig zijn om onderhoud aan de watergang uit te voeren. De grondeigenaren worden volgens de Keur verantwoordelijk voor het onderhoud van een deel van de watergang en het in stand houden van de oevers. Het is mogelijk om in de koopovereenkomst zaken op te nemen om het beheer en onderhoud van de watergang en oevers te regelen;
  • 9. De aanwezige watergangen hebben in de huidige situatie een B-min status. Wat zijn de ideeën over de status van de watergangen in de nieuwe situatie? De toekomstige situatie zal bij de aanvraag van de watervergunning duidelijk moeten zijn. Hierover zal nog overleg met het waterschap plaats moeten vinden;
  • 10. Het verzoek is de bestemming 'Verkeer' ter plaatse van de ontsluiting over het water te wijzigen in de bestemming 'Water', waarbij de bouwregels van deze bestemming de mogelijkheid bieden om de ontsluiting door middel van een brug te realiseren;
  • 11. Op de verbeelding is aan de westzijde van het plangebied een groenstrook weergegeven. Deze groenstrook is echter volledig omsloten door watergangen. Dit vergt onderhouds- en beheersmatige aandacht in verband met toekomstige status en onderhoudsmethode. Dit geldt eveneens voor de nieuwe watergang/geul in de Voorwetering met het tuin-eiland als buffer tussen de huidige eigenaar en de nieuwbouw;
  • 12. Het is onduidelijk of er een oeververbinding gepland is in de zuidwest hoek van het plangebied. Deze is op de afbeelding van paragraaf 3.2.2 wel weergegeven, maar op de verbeelding niet.

Reactie gemeente

  • 1. De voorgestelde wijziging onder het kopje 'Waterschapsbeleid' is conform het verzoek aangepast;
  • 2. Ten aanzien van de drooglegging van de toekomstige woningbouw geldt dat het slootpeil op NAP -1,8 m ligt en het vloerpeil van de woningen wordt gerealiseerd op NAP -0,55 m. De drooglegging voor de woningen bedraagt 1,25 m. Het wegniveau (hart weg) ligt op NAP -0,9 m. Hiervan bedraagt de drooglegging 0,9 m. Deze informatie ten aanzien van de drooglegging is eveneens opgenomen in de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan.
  • 3. De voorgestelde wijziging onder het kopje 'Waterkwaliteit' is conform het verzoek aangepast;
  • 4. Onder het kopje 'Afvalwater en Riolering' is opgenomen dat hemelwater afkomstig van wegen eveneens rechtstreeks op het oppervlaktewater mag worden geloosd. Hierbij is vermeld dat de mogelijkheid moet wordt geboden om een zuiverende voorziening te plaatsen. Deze voorziening is gepland aan de noordzijde van het plangebied, ter plaatse van de speelvoorziening;
  • 5. Het rioleringsplan zal aan het waterschap worden overlegd;
  • 6. De ontsluiting vanaf de Graafdijk Oost vindt plaats door middel van een brug die vergelijkbaar is met naastgelegen soortgelijke ontsluitingen aan de Graafdijk Oost. Hierbij zal rekening worden gehouden met de beschermingszone en overbrugging van de A-watergang;
  • 7. In de toelichting is conform het verzoek aangegeven dat A-watergangen een beschermingszone van 5 m en B-watergangen een beschermingszone van 1 m, gemeten vanaf de insteek, hebben;
  • 8. In de koopovereenkomst zal worden opgenomen dat de grondeigenaren verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van een deel van de watergang en het in stand houden van de oevers;
  • 9. In de toekomstige situatie zullen de watergangen een A-status krijgen. Hierbij wordt de watergang aan de westzijde onderhouden door de gemeente en de oost- /zuidzijde wordt betrokken bij de verkoop van de woningen. Deze verantwoordelijkheid zal in de koopovereenkomst worden vastgelegd.
  • 10. De hoofdstroomwegen zijn opgenomen binnen de bestemming 'Verkeer'. Deze hoofdstroomwegen zijn geschikt voor zowel auto-, fiets-, en voetverkeer. De brug over de Voorwetering maakt hier onderdeel van uit. De ontsluiting aan de westzijde van het plangebied wordt als fiets-, voetverbinding mogelijk gemaakt binnen de bestemming 'Water'.
  • 11. De genoemde watergang wordt uitgevoerd als A-watergang. Deze watergang wordt door de gemeente onderhouden. Dit onderhoud kan varend uitgevoerd worden.
  • 12. In de zuidwesthoek van het plangebied wordt een ontsluiting gerealiseerd in de vorm van een fiets-, voetverbinding. Deze brug wordt mogelijk gemaakt binnen de bestemming 'Water' en is dus niet als zodanig op de verbeelding opgenomen.