direct naar inhoud van 2.2 Rijksbeleid
Plan: Starterswoningen Wijngaarden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0693.BPDorpsstr17WGD-VG01

2.2 Rijksbeleid

Nota ruimte

Het Rijk streeft naar versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland, bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland, borging en ontwikkeling van belangrijke (inter-)nationale ruimtelijke waarden en borging van de veiligheid.

Het plangebied ligt in het Groene Hart, welke is aangewezen als Nationaal Landschap. Binnen Nationale Landschappen zijn ruimtelijke ontwikkelingen alleen mogelijk met behoud of versterking van de kernkwaliteiten van het landschap. Daarnaast is er ruimte voor ten hoogste de eigen bevolkingsgroei en ruimte voor de aanwezige regionale en lokale bedrijvigheid.

Het kabinet streeft naar basiskwaliteit voor steden en dorpen en de bereikbaarheid daarvan. Voor verstedelijking en economische activiteiten gaat het rijk uit van de zogenaamde bundelingsstrategie. In deze strategie wordt het draagvlak voor voorzieningen in steden en dorpen ondersteund. Het uitgangspunt is dat in iedere gemeente voldoende ruimte wordt geboden om te voorzien in de natuurlijke bevolkingsaanwas. Dat geldt ook voor meer landelijke gebieden, waar vooral starters en ouderen moeite hebben om aan een geschikte woning te komen.

Bundeling van verstedelijking en economische activiteiten betekent dat nieuwe bebouwing grotendeels in bestaand bebouwd gebied of direct aansluitend daarop tot stand komt. De beschikbare ruimte in het bestaande stedelijke gebied moet daarvoor optimaal worden gebruikt.

Ontwerp AMvB Ruimte (29 mei 2009)

Kern van de Wro is dat alle overheden hun ruimtelijke belangen vooraf kenbaar maken en aangeven via welke weg zij die belangen denken te realiseren. Het Rijk geeft dit aan in de AMvB Ruimte.

De AMvB Ruimte omvat alle ruimtelijke rijksbelangen uit eerder uitgebrachte PKB's (planologische kernbeslissingen) die juridisch doorwerken op het niveau van bestemmingsplannen. Het gaat om kaders voor onder meer het bundelen van verstedelijking, de bufferzones, nationale landschappen, de ecologische hoofdstructuur, de kust, grote rivieren, militaire terreinen, mainportontwikkeling van Rotterdam en de Waddenzee. Met de AMvB Ruimte maakt het Rijk proactief duidelijk waar provinciale verordeningen en gemeentelijke bestemmingsplannen aan moeten voldoen.

Op het plangebied is het volgend artikel uit de AMvB Ruimte van toepassing:

Artikel 2.4 Aanwijzing bestaand bebouwd gebied

De bundelingsstrategie uit de Nota Ruimte is overgenomen in de AMvB Ruimte. De provincies hebben in het besluit een hoofdrol bij het uitwerken en handhaven van het generieke bundelingsbeleid. Om duidelijk te kunnen bepalen waar de bundelingsregels gelden dienen provincies bij of krachtens verordening de grens van het bestaand bebouwd gebied voor een periode van maximaal vier jaar, vast te stellen.