Plan: | Giessen-Oudekerk, Hoogblokland en Schelluinen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0689.BP9000-vast |
Normstelling en beleid
Op basis van het Besluit ruimtelijke ordening dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening te worden verricht met de bodemgesteldheid in het plangebied. In het algemeen wordt bij de beoordeling van ruimtelijke plannen de richtlijn gehanteerd dat ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch onderzoek, wordt verricht op de bestemming waar een functiewijziging wordt voorzien. Indien uit het historisch onderzoek wordt geconcludeerd dat op de betreffende locatie sprake is geweest van activiteiten met een verhoogd risico op verontreiniging dan dient een volledig verkennend bodemonderzoek te worden verricht. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde nieuwe functie. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone gronden te worden gerealiseerd.
Onderzoek en conclusie
Het voorliggend bestemmingsplan maakt geen functiewijzigingen mogelijk, zodoende kan het uitvoeren van verkennend bodemonderzoek achterwege worden gelaten. Binnen de drie kernen zijn op dit moment overigens geen ernstige en urgente bodemverontreinigingen bekend. Geconcludeerd wordt dat het aspect bodemkwaliteit de vaststelling en uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg staat.