direct naar inhoud van 5.3 De bestemmingen
Plan: Woonzorgcomplex Hoornaar
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0689.BP3003-vast

5.3 De bestemmingen

In het bestemmingsplan zijn verschillende bestemmingen toegekend aan het plangebied. Hieronder wordt ingegaan op de inhoud van deze bestemmingen.

Tuin

Deze bestemming is gebruikt voor de gronden gelegen aan de Lage Giessen, waarvoor in het kader van dit bestemmingsplan geen gebouwen worden toegestaan. Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.

Verkeer - Verblijfsgebied

De in het plangebied aanwezige ontsluiting, parkeervoorzieningen en verblijfsgebieden zijn in deze bestemming opgenomen. Binnen de bestemming is ook ruimte voor nuts-, groen- en waterhuishoudkundige voorzieningen. Ten behoeve van deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. De bestemming is globaal geformuleerd. Het herinrichten van de parkeervoorzieningen, groen en water kan daardoor op een eenvoudige manier geschieden, zonder dat een bestemmingsplan onwenselijke en ongefundeerde barrières oproept.

Wonen

De zorgwoningen met de hierbij behorende voorzieningen zijn opgenomen binnen de bestemming 'Wonen' met de aanduiding 'zorgwoning'. Binnen deze bestemming zijn, in tegenstelling tot de bestemming 'Wonen' in bestemmingsplan Hoornaar Dorpskern, geen reguliere woningen dan wel aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten toegestaan. De gebouwen dienen binnen het aangegeven bouwvlak te worden gebouwd, waarbij zowel de goot- als de maximale bouwhoogte is aangegeven.

Waarde - Archeologie 3 en 4 (dubbelbestemmingen)

Ter bescherming van de archeologische waarden die mogelijk in het plangebied voorkomen is voorzien in dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie'. Voor deze gronden geldt dat bouwen en een aantal genoemde werken en werkzaamheden waarbij archeologische waarden in het geding kunnen zijn slechts mogelijk zijn na voorafgaande toetsing door het college van burgemeester en wethouders aan de archeologische waarden. Vanwege deze archeologische verwachtingswaarde, dient voorafgaand aan werkzaamheden in een aantal gevallen een verkennend archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd door een hiertoe gecertificeerd bureau. Indien uit het onderzoek blijkt dat er resten aanwezig zijn, dan dient in overleg met de provinciaal archeoloog te worden bepaald hoe met deze resten wordt omgegaan. Behoud in situ is hierbij echter uitgangspunt.