Plan: | Stromenwijk |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0687.BPSTR-VG01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Stromenwijk met identificatienummer NL.IMRO.0687.BPSTR-VG01 van de gemeente Middelburg.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
de verbeelding (plankaart) van het bestemmingsplan Stromenwijk.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in functioneel en/of bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
elk bouwwerk, geen gebouw zijnde.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een onderneming gericht op het vervaardigen, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als niet zelfstandig onderdeel van de onderneming.
een bedrijfsactiviteit, uitgevoerd door (één van) de hoofdbewoner(s) van de woning, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet verkeersaantrekkend of milieuhinderlijk zijn, en geen betrekking hebben op detailhandel of horecagerelateerde activiteiten, die op kleine schaal in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie en de woonomgeving ter plaatse.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein.
een nevenactiviteit in bestaande woon- en slaapvertrekken in een bestaande woning waar logies wordt verstrekt en waar eventueel afzonderlijke maaltijden worden verstrekt aan gasten.
een beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, met uitzondering van detailhandel en bedrijven die milieuplichtig zijn.
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen en aantallen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
Op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan bestaande bouwwerken/gebouwen, alsmede bouwwerken/gebouwen die worden of mogen worden gebouwd krachtens een bouwvergunning waarvoor de aanvrager voor dat tijdstip is ingediend, met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
de grens van een bestemmingsvlak.
bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en/of bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat is begrensd door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen en dat zodanige afmetingen en vormen heeft dat dit gedeelte zonder ingrijpende voorzieningen voor woonfuncties geschikt of geschikt te maken is.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
de aan een object, gebouw, terrein, structuur, bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en / of historische gaafheid gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich boven de dakgoot bevindt, waarbij deze constructie (deels) boven de oorspronkelijke nok uitkomt en de onderzijden van de constructie in één of beide dakvlak(ken) is (zijn) geplaatst.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden waaronder de uitstalling ten verkoop, verkopen en leveren van goederen, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, alsmede anders dan voor gebruik ter plaatse.
Detailhandel met een minimale verkoopvloeroppervlakte van 1.500 m2 bruto per vestiging, waarvoor geen branchebeperkingen gelden, onderverdeeld in:
Detailhandel in volumineuze goederen.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, fysiopraktijk, belwinkels, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, internetwinkels en bankfilialen met uitzondering van een seksinrichting.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een inrichting om water van een lager naar een hoger niveau te brengen.
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
het bedrijfsmatig verstrekken van voedsel en dranken en het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van logies.
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
het op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Besluit omgevingsrecht en Ministeriële regeling omgevingsrecht geldt en die door de beperkte omvang in een gedeelte van een woning en de daarbijbehorende bebouwing worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft.
voorzieningen en instellingen, gericht op het aanbieden en uitoefenen van activiteiten, gericht op de sociale, maatschappelijke, medische, zorgverlenende, educatieve, levensbeschouwelijke, en openbare dienstverlening als ook beschermde woonvormen, sport, cultuur en ontspanning, verenigingsleven, kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvang.
alle aanduidingen die betrekking hebben op afmetingen, percentages, oppervlakten, hellingshoeken en aantallen, zowel ten aanzien van het bouwen als ten aanzien van het gebruik.
een zone rond een molen, waarin beperkende bepalingen voor de hoogte van bebouwing en beplanting gelden.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand en geen gebouw zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden, waarbij onder een seksinrichting in elk geval wordt verstaan een seksbioscoop, seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub of prostitutiebedrijf (waaronder begrepen een erotische massagesalon), al dan niet in combinatie met elkaar.
een weg die bestemd is voor het verkeer over spoorstaven of geleiderails. (bron: Spoorwegenwet)
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels deel uitmaakt;
de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels deel uitmaakt;
een bedrijf, gericht op de teelt en de verhandeling van bomen, heesters, planten, bloemen en andere siergewassen en in samenhang daarmee op de verkoop van artikelen die met de tuinbewerking of de inrichting van tuinen verband houden, zoals tuingereedschap, tuinmeubilair en tuingrond.
voor verblijf geschikte al dan niet aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voer- en vaartuigen, arken, caravans, tenten en andere soortgelijke constructies, alsmede tenten; een en ander voor zover geen bouwwerken zijnde.
Goederen die vanwege hun aard en omvang een grote oppervlakte nodig hebben voor uitstallingen en uit dien hoofde niet binnen de in de gemeente in het kader van haar ruimtelijke ordening aangewezen c.q. aan te wijzen winkelconcentratiegebieden gevestigd kunnen worden, zoals;
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
de lijn die, in combinatie met de rechte lijnen die in het verlengde daarvan zijn te trekken, bij het bouwen aan de wegzijde (voorgevelrooilijn) of aan de van de weg afgekeerde zijde (achtergevellijn) niet mag worden overschreden.
de huisvesting van personen die zelfstandig, of nagenoeg zelfstandig dan wel onder geringe en vrijblijvende begeleiding plaatsvindt.
een complex van ruimten, dat krachtens zijn indeling geschikt en bestemd is voor de huisvesting van een huishouden.
een woning die deel uitmaakt van een blok van meer dan twee woningen, waarvan het hoofdgebouw aan tenminste één zijde aan het op het aangrenzende bouwperceel gelegen hoofdgebouw is gebouwd.
een woning deel uitmakende van een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en uit twee of meer bouwlagen bestaat, of waarbij (een deel van) de eerste bouwlaag van het gebouw voor andere met de betreffende bestemming in overeenstemming zijnde doeleinden wordt gebruikt.
een woning die deel uitmaakt van een blok van twee woningen, waarvan het hoofdgebouw aan één zijde aan het op het aangrenzende bouwperceel gelegen hoofdgebouw is gebouwd.
een woning die met inbegrip van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen los staat van de zijdelingse bouwperceelsgrenzen.
een gebouw of zelfstandig gedeelte van een gebouw dat bedoeld is voor de huisvesting van personen die niet zelfstandig kunnen wonen en die geestelijke en/of lichamelijke verzorging behoeven; verzorging kan voortdurend of nagenoeg voortdurend plaatsvinden en in het gebouw kan afzonderlijk ruimte ten behoeve van de verzorging aanwezig zijn.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
afstanden tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren.
tussen peil en de snijlijn tussen de bovenkant van het dakbeschot en de buitenkant van de gevel, hellende dakvlakken, topgevels, dakkapellen - voor zover deze minder dan 50% van de breedte van het dakvlak beslaan - en liftopbouwen daaronder niet begrepen.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Bedrijf' (B) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte/ inhoud | |
a. | gebouwen | zie maatvoerings- aanduiding |
zie maatvoerings- aanduiding |
zie maatvoerings- aanduiding |
b. | erfafscheidingen grenzend aan openbaar gebied | - | 1 m | - |
c. | overige erfafscheidingen | - | 2 m | - |
d. | lichtmasten | - | 9 m | - |
e. | overige bouwwerken, geen gebouwen, zijnde | - | 3 m | - |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de situering en afmeting van de gebouwen mede in verband met de inrichting van de onbebouwde terreinen, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 onder a:
een en ander met inachtname van de volgende voorwaarden:
Het is verboden op of in de gronden met de functieaanduiding 'cultuurhistorische waarden' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk van burgemeester en wethouders hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken te slopen.
Het bepaalde in lid 3.6.1 is niet van toepassing indien de sloopwerkzaamheden reeds in uitvoering zijn op het tijdstip vanaf ter visielegging van het ontwerpbestemmingsplan.
Een omgevingsvergunning voor het slopen van een hoofdgebouw, bijbehorend bouwwerk en / of brug, kan slechts worden verleend indien aan één of meer van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
De voor 'Detailhandel - Perifere detailhandel' (DH - PDV) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte/ inhoud | |
a. | gebouwen | zie maatvoerings- aanduiding |
zie maatvoerings- aanduiding |
- |
b. | erfafscheidingen grenzend aan openbaar gebied | - | 1 m | - |
c. | overige erfafscheidingen | - | 2 m | - |
d. | overige bouwwerken | - | 3 m | - |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de huidige bestemming Detailhandel - Perifere detailhandel te wijzigen naar de bestemming Bedrijf teneinde een bedrijf behorende tot ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten toe te staan, met inachtname van de volgende voorwaarden:
De voor 'Gemengd - 1' (GD - 1) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte/ inhoud | |
a. | gebouwen | zie maatvoerings- aanduiding |
zie maatvoerings- aanduiding |
- |
b. | aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen | 3 m | 4,5 m | per bouwperceel buiten het bouwvlak 40% en 40 m2 |
c. | erfafscheidingen grenzend aan openbaar gebied | - | 1 m | - |
d. | overige erfafscheidingen | - | 2 m | - |
e. | overige bouwwerken | - | 3 m | - |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
een en ander met inachtname van de volgende voorwaarden:
De voor 'Gemengd - 2' (GD - 2) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte/ inhoud | |
a. | gebouwen | zie maatvoerings- aanduiding |
zie maatvoerings- aanduiding |
75% per perceel |
b. | erfafscheidingen grenzend aan openbaar gebied | - | 1 m | - |
c. | overige erfafscheidingen | - | 2 m | - |
d. | overige bouwwerken | - | 3 m | - |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.1 onder a:
een en ander met inachtname van de volgende voorwaarden:
De voor 'Gemengd - 3' (GD - 3) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte/ inhoud | |
a. | gebouwen | zie maatvoerings- aanduiding |
zie maatvoerings- aanduiding |
- |
b. | aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen | 3 m | 4,5 m | per bouwperceel buiten het bouwvlak 40% en 40 m2 |
c. | erfafscheidingen grenzend aan openbaar gebied | - | 1 m | - |
d. | overige bouwwerken | - | 3 m | - |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
De voor 'Groen' (G) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden worden gebouwd:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte/ inhoud | |
a. | gebouwen t.b.v. nutsvoorzieningen | - | 3 m | 15 m2 |
b. | lichtmasten | - | 9 m | - |
c. | geluidwerende voorzieningen | - | 3 m | - |
d. | overige bouwwerken | - | 3 m | - |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders (Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de navolgende werken en / of werkzaamheden uit te voeren op of in de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van groen - 4':
Het verbod van lid 8.4.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:
Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 8.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in lid 8.1 onder j genoemde waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
De voor 'Kantoor' (K) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte/ inhoud | |
a. | gebouwen | zie maatvoerings- aanduiding |
zie maatvoerings- aanduiding |
zie maatvoerings- aanduiding |
b. | erfafscheidingen grenzend aan openbaar gebied | - | 1 m | - |
c. | overige erfafscheidingen | - | 2 m | - |
d. | lichtmasten | - | 9 m | - |
e. | overige bouwwerken, geen overkappingen zijnde | - | 3 m | - |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent situering en afmeting van de gebouwen mede in verband met de inrichting van de onbebouwde terreinen, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de functieaanduiding 'cultuurhistorische waarden' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk van burgemeester en wethouders hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken te slopen.
Het bepaalde in lid 9.5.1 is niet van toepassing indien de sloopwerkzaamheden reeds in uitvoering zijn op het tijdstip vanaf ter visielegging van het ontwerpbestemmingsplan.
Een omgevingsvergunning voor het slopen van een hoofdgebouw, bijbehorend bouwwerk en / of brug, kan slechts worden verleend indien aan één of meer van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
De voor 'Maatschappelijk' (M) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte/ inhoud | |
a. | gebouwen | zie maatvoerings- aanduiding |
zie maatvoerings- aanduiding |
zie maatvoerings- aanduiding |
b. | erfafscheidingen grenzend aan openbaar gebied | - | 1 m | - |
c. | lichtmasten | - | 9 m | - |
d. | overige bouwwerken, geen overkappingen zijnde | - | 3 m | - |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 10.3 teneinde de vestiging van een buurt- of clubhuis toe te staan, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Het is verboden op of in de gronden met de functieaanduiding 'cultuurhistorische waarden' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk van burgemeester en wethouders hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken te slopen.
Het bepaalde in lid 10.5.1 is niet van toepassing indien de sloopwerkzaamheden reeds in uitvoering zijn op het tijdstip vanaf ter visielegging van het ontwerpbestemmingsplan.
Een omgevingsvergunning voor het slopen van een hoofdgebouw, bijbehorend bouwwerk en / of brug, kan slechts worden verleend indien aan één of meer van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
De voor 'Recreatie' (R) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden worden gebouwd:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte |
oppervlakte/ inhoud |
|
a. | gebouwen | zie maatvoerings- aanduiding |
zie maatvoerings- aanduiding |
zie maatvoerings- aanduiding |
b. | erfafscheidingen grenzend aan openbaar gebied | - | 1 m | |
c. | overige erfafscheidingen | - | 2 m | - |
d. | overige bouwwerken | - | 3 m | - |
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
De voor 'Tuin' (T) aangewezen gronden zijn bestemd voor;
Op deze gronden worden gebouwd:
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een gebouw of overig bouwwerk bedragen ten hoogste de volgende aangegeven maten:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte |
oppervlakte/ inhoud |
|
a. | erfafscheidingen | - | 1 m | - |
b. | lichtmasten | - | 9 m | - |
c. | overige bouwwerken | - | 3 m | - |
Indien de maatvoering van bestaande erfafscheidingen afwijkt van het hierboven bepaalde dan geldt de bestaande maatvoering als maximum.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2, teneinde aan- en uitbouwen, bijgebouwen of overkappingen voor de voorgevel te kunnen toestaan, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2.1 sub a, teneinde bijgebouwen en overkappingen toe te staan, met inachtneming van de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer' (V) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden worden gebouwd:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte/ inhoud | |
a. | nutsvoorzieningen | - | 3 m | 15 m² |
b. | lichtmasten | - | 9 m | - |
c. | geluidwerende voorzieningen | - | 2 m | - |
d. | overige bouwwerken | - | 9 m | - |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer - Railverkeer' (R-RV) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn ten dienste van deze bestemming toegelaten;
De hoogte en bebouwingspercentage van overig bouwwerken bedragen, gemeten vanaf bovenzijde spoorstaaf, ten hoogste:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte/ inhoud | |
a. | gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen | - | 3 m | maximaal 15 m2 per gebouw |
b. | overige bouwwerken | - | 9 m | - |
De voor 'Water' (WA) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden worden gebouwd:
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een overig bouwwerk bedragen ten hoogste de volgende aangegeven maten:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte / inhoud | |
a. | overige bouwwerken | - | 3 m | - |
De voor 'Wonen' (W) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte / inhoud | |
a. | hoofdgebouwen | zie maatvoeringsaanduiding | zie maatvoeringsaanduiding en anders 4 m hoger dan de goothoogte | - |
b. | aan- en uitbouwen, overkappingen en bijgebouwen | 3 m | 4,5 m | - |
c. | aan- en uitbouwen, overkappingen en bijgebouwen buiten het bouwvlak |
3 m | 4,5 m | maximaal 40% en 40 m² |
d | garages | zie maatvoeringsaanduiding | zie maatvoeringsaanduiding | - |
e. | erfafscheidingen grenzend aan openbaar gebied | - | 1 m | - |
f. | overige erfafscheidingen | - | 2 m | - |
h. | overige bouwwerken | - | 3 m | 10 m² |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de situering en de goot(- of boeibord)hoogte van bijgebouwen, indien de afstand tot de perceelsgrens over een lengte van meer dan 2.50 m minder dan 1.00 m bedraagt, teneinde te waarborgen dat de op te richten bebouwing geen onnodig nadelige veranderingen teweeg brengt in de bezonningssituatie op de aangrenzende erven of tuinen en / of in de licht- en luchttoetreding van de aangrenzende bebouwing, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de situering van tuinhuisjes als bedoeld in lid 16.2.2 sub a onder c teneinde te waarborgen dat de op te richten bebouwing geen onnodig nadelige veranderingen teweeg brengt in de bezonningssituatie op de aangrenzende erven of tuinen en / of in de licht- en luchttoetreding van de aangrenzende bebouwing, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de kapvorm en situering en vorm van dakkapellen teneinde een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld te behouden, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.2.1 sub c teneinde nieuwe woningen of een ander woningtype te kunnen toestaan, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.2.2 sub a onder c, teneinde een grotere oppervlakte te kunnen toestaan, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.2.1 sub h, j en k teneinde voor de voorgevelrooilijn of aan de zijkant van de woning, bijgebouwen en overkappingen toe te staan, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de in lid 16.2.2 sub a onder a bedoelde goothoogte en / of bouwhoogte, teneinde dakopbouwen te kunnen toestaan, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.2.2 sub a onder b inzake de bouwhoogte teneinde hogere bijgebouwen te kunnen toestaan, met inachtneming van de volgende regels;
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 16.2.1 sub g ten einde een afwijkende afstandsmaat te kunnen toestaan, met in achtneming van de volgende bepalingen:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 16.5 onder e teneinde ter plaatse van de gronden met de bestemming 'Wonen' - in samenhang daarmee - ook het gebruik toe te staan van gedeelten van hoofdgebouwen, inclusief aan- en uitbouwen, voor een bedrijf aan huis en bed en breakfast, voor zover:
Het is verboden op of in de gronden met de functieaanduiding 'cultuurhistorische waarden' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk van burgemeester en wethouders hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken te slopen.
Het bepaalde in lid 16.7.1 is niet van toepassing indien de sloopwerkzaamheden reeds in uitvoering zijn op het tijdstip vanaf ter visielegging van het ontwerpbestemmingsplan.
Een omgevingsvergunning voor het slopen van een hoofdgebouw, bijbehorend bouwwerk en / of brug, kan slechts worden verleend indien aan één of meer van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduidingen 'vrijstaand' [vrij], 'twee-aaneen' [tae] of 'aaneengebouwd' [aeg] te wijzigen in de aanduiding 'gestapeld' [gs] teneinde gestapelde woningbouw te kunnen toestaan, met inachtneming van de volgende regels;
De voor 'Waarde - Archeologie - 1' (WR-A1) aangewezen gronden zijn - bij wijze van dubbelbestemming - bestemd voor bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de navolgende werken en / of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 17.3.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 17.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie - 1' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag (Omgevingsvergunning voor het slopen), bouwwerken te slopen.
Het verbod als bedoeld in lid 17.4.1 is niet van toepassing indien:
Een omgevingsvergunning voor het slopen, zoals in lid 17.4.1 bedoeld, kan slechts worden verleend indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsvlak met de in lid 17.1 genoemde bestemming verwijderen, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de vorm van het bestemmingsvlak met de in lid 17.1 genoemde bestemming veranderen, met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Waarde - Archeologie - 3' (WR-A3) aangewezen gronden zijn - bij wijze van dubbelbestemming - bestemd voor bescherming en veiligstelling van archeologische verwachtingswaarden.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag (Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de navolgende werken en / of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 18.3.1 is niet van toepassing, indien:
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 18.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie - 3' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag, bouwwerken te slopen.
Het verbod als bedoeld in lid 18.4.1 is niet van toepassing indien:
Een omgevingsvergunning voor het slopen, zoals in lid 18.4.1 bedoeld, kan slechts worden verleend indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsvlak met de in lid genoemde 18.1 bestemming verwijderen, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen de vorm van het bestemmingsvlak met de in lid 18.1 genoemde bestemming veranderen, met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' (WS-WK) aangewezen gronden zijn - bij wijze van dubbelbestemming - bestemd voor bescherming en veiligstelling van de waterkering.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 19.2.1 onder c, teneinde uitbreiding van de bestaande bouwwerken toe te staan, mits de uitbreiding niet meer bedraagt dan 20% van de oppervlakte van het bestaande bouwwerk, de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het belang van de waterkering door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
Alvorens omtrent de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 19.3.1 te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de waterkering.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van de verbeelding en hoofdstuk 2 uitsluitend worden overschreden door;
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' gelden de volgende bouwregels:
H(x) = maximale toelaatbare hoogte van een obstakel op afstand x (in meters)
x = afstand van een obstakel tot de molen (in meters)
n = een constante, afhankelijk van de ruwheid van de omgeving en de maximaal toelaatbare windreductie. Hiervoor worden de volgende waarden gebruikt: 140 voor open, 75 voor ruw en 50 voor gesloten gebied.
c = een constante, afhankelijk van de maximaal toelaatbare windreductie, gewoonlijk met de waarde 0,2
z = askophoogte (helft van lengte gevlucht + eventueel de hoogte van de belt, berg of stelling), zijnde, 26,05 m
met dien verstande dat de uitkomst H(x) niet minder bedraagt dan het onderste punt van de verticaal staande wiek, zijnde 13,7 m.
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 22.1.1 onder a en b indien:
Ter plaatse van de aanduiding ‘Vrijwaringszone - dijk’ gelden de volgende regels:
Het is verboden de in het plan begrepen gronden en bouwwerken te gebruiken in strijd met de in het plan gegeven bestemming en met het in of krachtens het plan ten aanzien van het gebruik van gronden en bouwwerken bepaalde.
Een strijdig gebruik als bedoeld in lid 23.1 is in ieder geval:
Onder strijdig gebruik als bedoeld in lid 23.1 wordt niet verstaan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd - tenzij op grond van hoofdstuk 2 terzake reeds een omgevingsvergunning voor het afwijken kan worden verleend - bij omgevingsvergunning af te wijken van de bepalingen van het plan voor:
Een omgevingsvergunning voor het afwijken wordt niet verleend indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen bedragen echter niet meer dan 3 m en het bestemmingsvlak wordt met niet meer dan 10% vergroot.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemmingen 'Verkeer' en 'Groen' te wijzigen in de bestemming 'Wonen', teneinde erven behorende bij woningen te kunnen vergroten in het kader van uitgifte van de openbare ruimte en/of ten behoeve van het optimaliseren van een zo efficiënt en doelmatig mogelijk ruimtegebruik, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Stromenwijk.