Plan: | Oranjeplaat |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0687.BPORP-OH99 |
De voor 'Wonen' (W) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' geen gebouwen en andere bouwwerken zijn toegestaan.
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste de volgende aangegeven maten:
bouwwerk | goothoogte | bouwhoogte | oppervlakte / inhoud | |
a. | hoofdgebouwen | zie maatvoeringsaanduiding | zie maatvoeringsaanduiding | - |
b. | aan- en uitbouwen en bijgebouwen |
3 m | 4,5 m | per bouwperceel buiten het bouwvlak 40% en 40 m² |
c. | erfafscheidingen grenzend aan openbaar gebied | - | 1 m | - |
d. | overige erfafscheidingen | - | 2 m | - |
e. | lichtmasten | - | 9 m | |
f. | bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - | 3 m | - |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de situering en de goothoogte van een bijgebouw, indien de afstand tot de perceelsgrens over een lengte van meer dan 2 m minder dan 1 m bedraagt, teneinde te waarborgen dat de op te richten bebouwing geen onnodig nadelige veranderingen teweeg brengt in de bezonningssituatie op de aangrenzende erven of tuinen en / of in de licht- en luchttoetreding van de aangrenzende bebouwing, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de kapvorm en situering en vorm van dakkapellen teneinde een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld te behouden, met inachtneming van de volgende regels;
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de in lid 16.2.2 onder a bedoelde goothoogte en / of bouwhoogte, teneinde dakopbouwen te kunnen toestaan, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.2.2 onder b inzake de bouwhoogte, teneinde hogere bijgebouwen te kunnen toestaan, met inachtneming van de volgende bepalingen;
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 16.5 onder b ten uiteinde ter plaatse van de gronden met de bestemming 'Wonen' - in samenhang daarmee - ook het gebruik toestaan van gedeelten van hoofdgebouwen, inclusief aan- en uitbouwen, voor een bedrijf aan huis en bed en breakfast, voor zover: