Plan: | Nieuw Middelburg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0687.BPNWM-VG99 |
Deze waterparagraaf is overeenkomstig het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) opgesteld. Deze vormt de schriftelijke weerslag van de vereiste watertoets en geeft inzicht in de gevolgen van het plan voor de waterhuishouding. Het waterschap zal het wateradvies geven in het kader van de terinzagelegging van het voorontwerpbestemmingsplan. Het wateradvies zal worden opgenomen in bijlage 8.
Dit bestemmingsplan heeft in hoofdzaak een consoliderend karakter. De ontwikkeling aan de Veerseweg Zuid wordt in dit bestemmingsplan meegenomen. Verder zijn er in het plangebied geen grote en ingrijpende wijzigingen in de bebouwing en infrastructuur voorzien. Voor zover er wel wijzigingen plaats vinden in het plangebied in de bebouwing en infrastructuur geeft de watertoets de randvoorwaarden waaraan voldaan moet worden.
Bestaande situatie waterhuishouding Nieuw Middelburg
Algemeen
Het plangebied wordt globaal begrensd door de bebouwing die gelegen is langs de Sportlaan, Nassaulaan en Oostperkweg en de randen langs de Veerse Vest.
Binnen de begrenzing van het bestemmingsplangebied ligt een deel van de Veerse Watergang. In het noordoosten van het plangebied liggen enkele sloten die aansluiten op deze watergang. Verder heeft het plangebied bijna geen oppervlaktewater. De ontwatering van het plangebied vindt plaats via deze sloten, welke het water in noordelijke richting afvoeren. Uiteindelijk komt het water uit in het kanaal door Walcheren. Gezien het geringe oppervlak aan water in het plangebied zal het hemelwater dat in dit gebied valt zijn weg zoeken naar het grondwater of het wordt afgevoerd via de gemeentelijke riolering.
In het plangebied komt wateroverlast weinig voor en is er nauwelijks risico voor inundatie. Als er water op straat optreedt, is dit het gevolg van onvoldoende mogelijkheden tot afvoer vanuit de riolering.
In het gemeentelijk milieubeleidsplan (2008) wordt op het beleidsterrein “Gemeentelijk water” gesproken over het maatschappelijk doel: “Het doel is te komen tot stedelijke watersystemen die duurzaam, gezond en veerkrachtig zijn”. Dit sluit ook aan bij de doelen die in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP, 2009) worden gesteld.
Eén van de speerpunten om dat te bereiken is het doorgaan met de afkoppelwerkzaamheden. Dit moet leiden tot een afkoppelpercentage van circa 50% in 2050.
Het watersysteem bevindt zich in het beheersgebied van het Waterschap Scheldestromen.
Het Waterschap is dan ook geraadpleegd over de waterkwantitatieve en waterkwalitatieve aspecten.
Riolering
Het plangebied is nu nog grotendeels voorzien van een gemengd rioleringsstelsel. Het hemelwater van daken en wegen wordt samen met het huishoudelijk afvalwater afgevoerd naar de riolering. Via een gemaal en persleiding wordt dit via het onderbemalingsgebied “Binnenstad” afgevoerd naar het gemaal aan de Oude Veerseweg, en via gemaal Grenadier aan de Elektraweg op Arnestein naar de rioolwaterzuivering in Ritthem. Bij langdurige neerslag vult het rioleringssysteem zich geheel en voert een deel van het overtollige (gemengde) rioolwater via een interne overstort met bergbezinkleiding en pomp naar de binnenstad.
De externe overstort van de bergbezinkleiding loost op de Veerse Vest. Er is daarnaast aan de Veerseweg nog een noodoverstort die uitmondt in de Veerse watergang. De riooloverstorten leveren geen waterkwaliteitsproblemen op.
Het afgelopen decennia is ongeveer 1,5 ha verhard wegoppervlak afgekoppeld.
Waterkwaliteit
Door het waterschap is in het waterbeheersplan gesteld dat de kwaliteit van het grondwater minimaal voldoende moet zijn om de algemene ecologische functie te vervullen. Dit ecologische ambitieniveau is gedefinieerd als een zodanige toestand, dat zich in het watersysteem een normaal functionerend ecosysteem kan ontwikkelen. Voor het bebouwde gebied van de gemeente Middelburg is momenteel weinig inzicht in de bestaande waterkwaliteit. De gemeente heeft in het GRP opgenomen dat, nu sinds 2007 alle rioolstelsels voldoen aan de zogenaamde basisinspanning, de richtlijn voor de vuiluitwerp uit rioolstelsel, de komende planperiode het “waterkwaliteitsspoor” worden gevolgd. Hierbij zal worden geëvalueerd wat de effecten op het ontvangende oppervlaktewater zijn van de uitgevoerde maatregelen.
De woningbouwvereniging Woongoed is eind 2010 gestart met de renovatie van een groot aantal woningen. Van deze renovatiewoningen zal ook een gedeelte van de dakafvoeren (straatzijde) op de hemelwaterriolering worden aangesloten.
Het gebied voldoet aan de basisinspanning. Bij toekomstige wegreconstructies en of vervangingen van riolen worden, waar mogelijk, de resterende schoonwaterriolen aangelegd. Omdat het grotendeels een consoliderend plan betreft zal ook het totale verhardingsoppervlak niet wijzigen en daarmee geen toename van hemelwater op de riolering veroorzaken.
Waterkwantiteit
Het bestemmingsplan is grotendeels gelegen in een poelgebied. In deze poelgebieden waren oorspronkelijk altijd afwateringssloten aanwezig. Kenmerkend voor het overgrote deel van het plangebied is het ontbreken van deze afwateringssloten. Dit duidt erop dat de aanwezige sloten gelijktijdig met de vooroorlogse woningbouw zijn gedempt. Aan de oostkant van de Veerseweg heeft geen woningbouw plaatsgevonden en zijn de sloten nog aanwezig. Verder wordt het gebied doorsneden door de Veerse watergang. In het plangebied voeren de nog aanwezige sloten via de Veerse watergang hun overtollig water af naar het gemaal Boreel of naar het gemaal Poppekinderen. Deze 2 gemalen staan in verbinding met het kanaal door Walcheren.
Waterkansenkaarten provincie Zeeland
In het kader van de afstemming met de ruimtelijke ordening zijn in het Omgevingsplan van de provincie Zeeland waterkansenkaarten opgesteld voor onder andere stedelijke functies. Deze kaarten zijn beschikbaar via de provinciale website. Aan deze kaart zijn voor het plangebied de volgende gegevens te ontlenen.
Indicatieve ontwerprichtlijnen en toetsingscriteria1
Veiligheid
Het Waterschap Scheldestromen heeft ingevolge de Waterschapswet de bevoegdheid om regels te stellen om zijn taak te kunnen uitoefenen. Een van de taken is de waterkeringszorg. De Keur Waterschap Zeeuwse Eilanden 2009 gaat zoveel mogelijk uit van één reglementeringsysteem voor alle waterkeringen. In de wijk zijn geen waterkeringen aanwezig.
Riolering
Vervanging van de riolering zal zoveel mogelijk door een gescheiden stelsel plaats vinden.
Voor de nieuwe ontwikkeling van de woonbuurt Veerseweg Zuid (6-7 woningen) wordt een gescheiden rioolstelsel aangelegd. De schoonwaterriolering krijgt een afwatering op de Veerse Watergang, voor zover het hemelwater bij de nieuwbouw niet gebruikt gaat worden in een zogenoemd grijswatercircuit.
Polderpeil en Wateroverlast
Binnen het plangebied is geen wateroverlast bekend. Gelet op het consoliderende karakter van het bestemmingsplan is daarom uitsluitend voor de ontwikkeling aan de Veerseweg-Zuid extra waterberging noodzakelijk.
Als gevolg van deze ontwikkeling zal het verhard oppervlak toenemen met 1.200 m2 dak- en verhardingsoppervlak en circa 500 m² wegverharding. Voor het plangebied in Nieuw-Middelburg zijn vanuit het aspect duurzaam waterbeheer technische maatregelen nodig, omdat het plangebied minder geschikt is voor bebouwing. Om het hemelwater van dit oppervlak op te kunnen vangen is daarom extra waterberging noodzakelijk, om het stedelijk gebied te beschermen tegen een theoretische hoeveelheid neerslag die eens per 100 jaar optreedt. Rekening houdend met toekomstige klimaatontwikkelingen dient bij nieuw te ontwikkelen stedelijk gebied per m2 verhard oppervlak 75 mm te worden geborgen. Derhalve is voor deze locatie (1.700 x 0,075=) 130 m3 waterberging noodzakelijk. Bij een peilstijging van 0,5 m moet het oppervlaktewater met 260 m² worden vergroot. De voor het inbreidingsplan benodigde waterberging kan niet in het plan zelf worden gerealiseerd.
Bij de uitvoering van het bestemmingsplan Ramsburg, aan de overzijde van het plangebied en de Veerse Watergang, is er ruimte om deze waterclaim in te brengen. Een logische keuze is om aan de zijde van Ramsburg natuurvriendelijke oevers aan te brengen.
Het bouwpeil dient aan te sluiten aan het gemiddelde bouwpeil in de omgeving. Overlast (inundatie) vanuit oppervlaktewater wordt niet verwacht. De aanleg van extra waterberging in verband met de toename van het verhard oppervlak is niet nodig.
Watervoorziening
Aanvulling van het grondwater met zoet water door middel van infiltratie in de bodem is gezien de bodemsamenstelling niet mogelijk.
Het streven is bij de nieuwbouw regenwater te hergebruiken.
Volksgezondheid
De wijze waarop nu met afval- en hemelwater wordt omgegaan levert enkel risico op voor de volksgezondheid bij riooloverstorten. De hiervoor nodige maatregelen worden uitgevoerd in het kader van het rioleringsplan. Er zijn ten aanzien van de overstorten geen problemen bekend.
Bodemdaling
Het gebied heeft een zeer zettingsgevoelige ondergrond. Bij de keuze van de fundering wordt hiermee rekening gehouden. Er zullen ten aanzien van bodemdaling daarom bij ontwikkelingen geen grote risico's zijn.
Bij de bouw van de woningen aan de Veerseweg Zuid zal hiermee rekening worden gehouden.
Grondwateroverlast
Er is in Nieuw Middelburg geen sprake van grondwateroverlast. Er is wel sprake van matige zoute kwel vanuit het Kanaal door Walcheren. Voor de beoogde ontwikkeling van het gebied Veerseweg-Zuid vormt dit geen belemmering.
Oppervlaktewater
In het gebied is nauwelijks oppervlaktewater aanwezig. Of de ruimte voor water voldoende is om op de steeds intensievere buien voorbereid te zijn, zal moeten blijken uit nadere onderzoeken. Nieuw verhard oppervlak moet gecompenseerd worden, door meer oppervlaktewater of waterberging.
Grondwaterkwaliteit
De grondwaterkwaliteit levert op dit moment geen problemen op.
Verdroging
Toevoeging van hemelwater aan de bodem zal (wanneer dit voorkomt) de verdroging verminderen.
Natte natuur
Het gebied is niet verbonden met een gebied met de functie natte natuur.
Conclusie
Uit deze beschrijving van de waterhuishouding en de toetsing aan de richtlijnen en criteria komen geen directe consequenties naar voren voor de bestemmingsregeling van voorliggend plangebied. Voor wat betreft de eventuele noodzaak aan extra ruimte voor water wordt opgemerkt dat binnen alle bestemmingen voorzieningen voor waterberging mogelijk zijn.