direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Mortiere
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0687.BPMOR-VW02

Artikel 1 Begrippen

1.1 het plan

het bestemmingsplan Mortiere van de gemeente Middelburg.

1.2 het bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GMLbestand NL.IMRO.0687.BPMOR-VW02 met de bijbehorende regels en bijlagen.

1.3 verbeelding

de verbeelding (plankaart) van het bestemmingsplan Mortiere.

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en / of het bebouwen van deze gronden.

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.6 aan- en uitbouw

een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.

1.7 ander bouwwerk

elk bouwwerk, geen gebouw zijnde.

1.8 archeologische deskundige

de Walcherse Archeologische Dienst (WAD) of een daaraan gelijkgesteld KNA (Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie) gecertificeerd onderzoeksbureau.

1.9 archeologisch onderzoek

onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.

1.10 archeologische waarden

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.

1.11 attractiepark

een gecentraliseerd en immobiel amusementsoord, waar meestal tegen één toegangsprijs, attracties zijn opgesteld.

1.12 bebouwing

één of meer gebouwen en / of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.13 bed & breakfast

een nevenactiviteit in bestaande woon- en slaapvertrekken in een bestaande woning waar logies wordt verstrekt en waar eventueel afzonderlijke maaltijden worden verstrekt aan gasten.

1.14 bedrijf

een onderneming gericht op het vervaardigen, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als niet zelfstandig onderdeel van de onderneming.

1.15 bedrijf aan huis

een bedrijfsactiviteit, uitgevoerd door (één van) de hoofdbewoner(s) van de woning, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet verkeersaantrekkend of milieuhinderlijk zijn, en geen betrekking hebben op detailhandel of horecagerelateerde activiteiten, dat op kleine schaal in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie en de woonomgeving ter plaatse.

1.16 bedrijfsvloeroppervlak

de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.

1.17 bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein.

1.18 bedrijven met showroom

bedrijven met een showroom voor detailhandel in keukens, sanitair, serres, kozijnen, dakkapellen, veranda's, zonweringen gecombineerd met het bedrijfsmatig plaatsen en/of installeren van deze goederen.

1.19 beroep aan huis

een beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, met uitzondering van detailhandel en bedrijven die milieuplichtig zijn.

1.20 bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen en aantallen

afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen en aantallen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wabo.

1.21 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

1.22 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.23 Bevi-inrichtingen

bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.

1.24 bevoegd gezag

bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

1.25 bijgebouw

een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.

1.26 bioscoop

een gebouw bestaande uit een of meerdere zalen, waar film- en/of videovoorstellingen vertoond worden.

1.27 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.28 bouwgrens

de grens van een bouwvak.

1.29 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat is begrensd door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen en dat zodanige afmetingen en vormen heeft dat dit gedeelte zonder ingrijpende voorzieningen voor woonfuncties geschikt of geschikt te maken is.

1.30 bouwmarkt

detailhandel met een al dan niet geheel overdekt verkoopvloeroppervlak van minimaal 1.000 m² waarop het volledige assortiment van bouw- en doe-het-zelf producten uit voorraad aan zowel vakman als particulier op basis van zelfbediening wordt aangeboden.

1.31 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

 

1.32 bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel.

1.33 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

1.34 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.35 bruingoed

geluids- en beeldelektronica, zoals televisies, dvd-spelers, radio's en dergelijke alsmede ondergeschikte verkoop van daarmee samenhangende artikelen zoals accessoires, onderdelen en materialen.

1.36 casino

een recreatieve gelegenheid voor kansspelen.

1.37 consumentenvuurwerk

vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.

1.38 cultuur en ontspanning

het aanbieden en uitoefenen, al dan niet bedrijfsmatig, van activiteiten gericht op kunst, cultuur, beschaving, ontspanning en vermaak, niet zijnde seksinrichtingen en prostitutie.

1.39 dakkapel

een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.

1.40 dakopbouw

een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich boven de dakgoot bevindt, waarbij deze constructie (deels) boven de oorspronkelijke nok uitkomt en de onderzijde van de constructie in één of beide dakvlak(ken) zijn geplaatst.

1.41 dansschool

een inrichting waar een of meer voorzieningen aanwezig zijn voor het in besloten ruimte dansen en het geven van dansonderricht.

1.42 deskundige

een door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake een specifiek aspect van de ruimtelijke ordening.

1.43 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen, die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps – of bedrijfsactiviteit, alsmede anders dan voor gebruik ter plaatse.

1.44 detailhandel perifeer

detailhandel in brand- en /of explosiegevaarlijke stoffen, in auto's, motoren en boten, in grove bouwmaterialen, in keukens, in sanitair, tegels en parket, in woninginrichting, -meubilering, -decoratie, -verlichting en stoffering, in caravans en tenten, outdoor- en kampeerartikelen, in gereedschap, alsmede bouwmarkten, tuincentra, en ondergeschikte verkoop van hiervoor genoemde vormen van detailhandel perifeer en daarmee samenhangende artikelen, waarvoor tevens vanwege de omvang en de aard van de te verkopen producten een groot oppervlak nodig is voor de uitstalling daarvan en uit dien hoofde niet binnen de in de gemeente in het kader van haar ruimtelijke ordening aangewezen c.q. aan te wijzen winkelconcentratiegebieden gevestigd kunnen worden.

1.45 detailhandel in dagelijkse goederen

detailhandel in voedings- en genotmiddelen (foodsector) alsmede detailhandel in dagelijkse (huishoudelijke) gebruiksartikelen.

1.46 detailhandel in niet-dagelijkse goederen

detailhandel in duurzame en/of gebruiksgoederen, zoals kleding en schoeisel, elektrische artikelen, huishoudelijke artikelen en overige goederen, voor zover geen detailhandel in dagelijkse goederen.

1.47 detailhandel in sport en spel

Detailhandel in:

  • 1. watersportartikelen, waaronder plezierjachten, motorboten, kano's en roeiboten, surfplanken, duiksportartikelen, onderdelen en accessoires voor watersportartikelen eventueel in combinatie met watersportkleding;
  • 2. kampeerartikelen, waaronder kampeertenten, kampeerbenodigdheden en accessoires;
  • 3. sport- en spelartikelen, en bijbehorende accessoires, waaronder vallen:
    • a. sportartikelen, waaronder voetballen, ski's, schaatsen, tennisrackets, biljards, hometrainers en dergelijke;
    • b. sportkleding;
    • c. sportschoeisel;
    • d. sportprijzen, bekers en medailles;
    • e. speelgoed, waaronder spellen, puzzels, spelcomputers, modelbouwdozen.

De omzet in de onder 3 genoemde artikelen afzonderlijk mag niet meer dan 70% van de totale omzet van het bedrijf bedragen.

1.48 dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, fysiopraktijk, belwinkels, internetcafé, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, internetwinkels en bankfilialen met uitzondering van een seksinrichting.

1.49 erf

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, de bestemming ingevolge het bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt.

1.50 erfafscheiding

bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat dient als afscheiding van een erf of terrein en is geplaatst in of rondom een erf of terrein.

1.51 erfgrens

de grens van het erf.

1.52 evenemententerrein

terrein voor periodieke en/of incidentele manifestaties zoals beurzen, concerten, markten, sportmanifestaties.

1.53 garage

een niet bedrijfsmatige stallingsruimte voor motorvoertuigen, caravans en dergelijke al dan niet deel uitmakend van een complex van dergelijke stallingen (garageboxen).

1.54 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt en duurzaam is verbonden met de grond.

1.55 geluidshinderlijke inrichtingen

bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken.

1.56 geluidswerende voorziening

een geluidsscherm of geluidwal die naast een weg of spoorlijn wordt geplaatst om de geluidhinder te beperken voor mensen die erachter wonen of verblijven.

1.57 golfbaan

een perceel waarop de sport golf wordt gespeeld, bestaande uit een golfparcours met driving-range, pitch-and-putting greens en de daarbij behorende (gebouwde) voorzieningen zoals een clubhuis, kleedruimtes en ballenvangers.

1.58 grens zone industrielawaai

de grens van de zone, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.

1.59 groen

Het totaal aan parken, plantsoenen, bermen, boomvakken en overige beplanting.

1.60 hoofdgebouw

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.

1.61 horeca

het bedrijfsmatig verstrekken van voedsel en dranken en het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van logies.

1.62 hotel

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse en mogelijk de verhuur van zaalaccommodaties.

1.63 kantoor

voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.

1.64 kantoorachtig bedrijf

een bedrijf met een productieruimte, assemblageruimte, showroom en dergelijke, gecombineerd met een kantoorruimte als niet-zelfstandig onderdeel van het bedrijf en waarbij de kantoorruimte maximaal 30% van het bruto (bedrijfs)vloeroppervlak uitmaakt.

1.65 leisurevoorzieningen

voorzieningen, niet zijnde detailhandel of horeca, die ondersteunend zijn aan dan wel een functionele relatie hebben met de binnen een bestemming toegelaten functie, zoals een expositie- en activiteitenruimte, kinderopvang, stalling van fietsen, motoren en dergelijke.

1.66 maatvoeringsaanduiding

alle aanduidingen die betrekking hebben op afmetingen, percentages, oppervlakten, hellingshoeken en aantallen, zowel ten aanzien van het bouwen als ten aanzien van het gebruik.

1.67 multimedia

middelen en gebruiksartikelen gericht op het beschikbaar maken, overdragen en presenteren van samenhangende informatie door gebruik te maken van een combinatie van onder meer stilstaand dan wel bewegend beeld, geluid, data en/of tekst en van de daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en/of materialen.

1.68 muziekhal

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het bieden van vermaak en ontspanning (niet zijnde een recreatieve voorziening) en/of het geven van gelegenheid tot dansbeoefening, al dan niet met levende muziek en al dan niet met het verstrekken van dranken en kleine etenswaren. Hieronder wordt in elk geval gegrepen: discotheek/dancing, nacht-café, partycentrum, theater, uitgaansgelegenheid en zalencentrum.

1.69 NEN

door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.

1.70 netto-bedrijfsvloeroppervlak

De vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf inclusief de etalageruimten, exclusief magazijnen en overige dienstruimten.

1.71 nok

hoogst gelegen snijlijn van twee dakvlakken bepalend voor de richting van de kap.

1.72 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.

1.73 opslag

het bedrijfsmatig opslaan van goederen, gegevens etc.

1.74 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.

1.75 parkeergarage

een gebouwde voorziening waar automobilisten over het algemeen tegen betaling (overdekt) kunnen parkeren voor kortere of langere tijd.

1.76 peil
  • a. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang direct aan een weg grenst: de hoogte van die weg (ter plaatse van de hoofdtoegang);
  • b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;
  • c. voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in het water: NAP.
1.77 productiegebonden goederen

goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.

1.78 restaurant

een horecabedrijf, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van maaltijden en dranken voor consumptie ter plaatse.

1.79 speciaalzaak in witgoed

een winkel die in het bijzonder en in hoofdzaak gericht is op de verkoop van witgoed en van de daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en/of materialen en zich daarop specifiek heeft ingericht en geprofileerd.

1.80 Staat van Bedrijfsactiviteiten "bedrijventerrein"

De Staat van Bedrijfsactiviteiten "bedrijventerrein" die van deze regels deel uitmaakt.

1.81 Staat van Horeca-activiteiten

De Staat van Horeca- activiteiten die van deze regels deel uitmaakt.

1.82 stedenbouwkundige supervisor

een door burgemeester en wethouders aangewezen stedenbouwkundige adviseur.

1.83 supermarkt

detailhandel in de vorm van een zelfbedieningswinkel met een grote verscheidenheid aan artikelen en goederen die hoofdzakelijk bestemd zijn voor de dagelijkse levensbehoefte, met name voedings- en genotsmiddelen.

1.84 transferium

grote parkeergelegenheid aan de rand van de stad, vanwaar men zijn reis naar het centrum per openbaar vervoer kan vervolgen.

1.85 try en buy

vloeroppervlak verbonden met de detailhandel waar de aangeboden artikelen ter plaatse (gratis) kunnen worden geprobeerd op specifiek daarvoor ingericht vloeroppervlak.

1.86 tuincentrum

een bedrijf, gericht op de teelt en de verhandeling van bomen, heesters, planten, bloemen en andere siergewassen en in samenhang daarmee op de verkoop van artikelen die met tuinbewerking of de inrichting van tuinen verband houden, zoals tuingereedschap, tuinmeubilair en tuingrond.

1.87 vliegende winkels

ondernemingen die gedurende één of meer dagdelen roerende goederen aanbieden aan particulieren, dit doen vanuit een gehuurde zaal in een horecagelegenheid, zoals hotel, sportkantine / -ruimte, wijkcentra en of het ZEP, voor zover:

  • a. dit plaatsvindt gedurende de duur van een manifestatie, beurs, expositie en/of evenement;
  • b. sprake is van een breed aanbod van aan de manifestatie, de beurs, expositie en/of het evenement gerelateerde producten en diensten;
  • c. meerdere aanbieders van aan de manifestatie, de beurs, expositie en/of het evenement gerelateerde producten en diensten aanwezig zijn.
1.88 verkooppunt motorbrandstoffen met lpg

een brandstofverkooppunt, met verkoop van lpg, met een of meerdere tappunten, al dan niet voorzien van een reparatiewerkplaats en/of een autowasplaats met bijbehorende kiosk/serviceshop, luifels, opslag van motorbrandstoffen e.d.

1.89 verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg

een brandstofverkooppunt, met uitzondering van lpg, met een of meerdere tappunten, al dan niet voorzien van een reparatiewerkplaats en/of een autowasplaats met bijbehorende kiosk/serviceshop, luifels, opslag van motorbrandstoffen e.d.

1.90 volumineuze goederen

goederen die vanwege hun aard en omvang een grote oppervlakte nodig hebben voor uitstallingen en uit dien hoofde niet binnen de in de gemeente in het kader van haar ruimtelijke ordening aangewezen c.q. aan te wijzen winkelconcentratiegebieden gevestigd kunnen worden, zoals:

  • a. auto’s en motoren;
  • b. keukens;
  • c. badkamers en sanitair;
  • d. boten, campers en caravans;
  • e. landbouwwerktuigen;
  • f. meubelen;
  • g. wit – en bruingoed;
  • h. alsmede bouwmarkten en tuincentra;
  • i. en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en materialen.
1.91 voorgevel

de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.

1.92 voorgevel-/achtergevelrooilijn

de op de kaart als zodanig aangegeven lijn die, in combinatie met de rechte lijnen die in het verlengde daarvan zijn te trekken, bij het bouwen aan de wegzijde (voorgevelrooilijn) of aan de van de weg afgekeerde zijde (achtergevelrooilijn) niet mag worden overschreden.

1.93 vrijetijdscentrum

een gebouw waarin een of meerdere functies zijn gevestigd ten behoeve van de besteding van de vrije tijd, zoals een balletschool, een snookercentrum en de daartoe behorende horecavoorzieningen.

1.94 vulpunt lpg

een vulpunt voor lpg ten behoeve van een tankstation, waarop het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) van toepassing is.

1.95 wadi

voorziening voor de infiltratie van regenwater.

1.96 wellness

een bedrijf waar men ter ontspanning in één of meerdere ruimte relaxt, vaak in combinatie met sauna, zonnebank, turks stoombad en schoonheidsbehandelingen.

1.97 winkelconcentratiegebied

een gebied dat door concentratie van meerdere winkels in een samenhangend gebied, als zodanig wordt gekenmerkt, zoals de binnenstad, wijkwinkelcentrum of buurtwinkelcentrum.

1.98 winkelvloeroppervlak

de vloeroppervlakte van voor het publiek toegankelijke winkelruimten.

1.99 witgoed

grotere huishoudelijke apparaten, zoals wasmachines, koelkasten, fornuizen, magnetrons, vrieskisten en daarmee vergelijkbare artikelen, alsmede ondergeschikte verkoop van daarmee samenhangende artikelen zoals accessoires, onderdelen en materialen.

1.100 Wgh-inrichtingen

bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.

1.101 wonen

de huisvesting van personen die zelfstandig, of nagenoeg zelfstandig dan wel onder geringe en vrijblijvende begeleiding plaatsvindt.

1.102 woning

een complex van ruimten, dat krachtens zijn indeling geschikt en bestemd is voor de huisvesting van een huishouden.

1.103 wonen aaneengebouwd

een woning die deel uitmaakt van een blok van meer dan twee woningen, waarvan het hoofdgebouw aan tenminste één zijde aan het op het aangrenzende bouwperceel gelegen hoofdgebouw is gebouwd.

1.104 wonen geschakeld
  • a. vrijstaande woningen waarvan de hoofdgebouwen door middel van bijgebouwen met elkaar zijn verbonden;
  • b. woningen waarvan de hoofdgebouwen door middel van bijgebouwen met elkaar zijn verbonden en waarbij één zijgevel van het hoofdgebouw in de zijdelingse perceelsgrens is gebouwd.
1.105 wonen gestapeld

een woning deel uitmakende van een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en uit twee of meer bouwlagen bestaat, of waarbij (een deel van) de eerste bouwlaag van het gebouw voor andere met de betreffende bestemming in overeenstemming zijnde doeleinden wordt gebruikt.

1.106 wonen patio

Een woning waarbij de buitenruimte is ingesloten door de bouwmassa van de woning en/of de aangrenzende woning(en).

1.107 wonen twee aaneen

Een woning die deel uitmaakt van een blok van twee woningen, waarvan het hoofdgebouw aan één zijde aan het op het aangrenzende bouwperceel gelegen hoofdgebouw is gebouwd.

1.108 wonen vrijstaand

een woning die met inbegrip van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen los staat van de zijdelingse bouwperceelsgrenzen.