direct naar inhoud van 3.2 Archeologie
Plan: Breeweg - 't Zand
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0687.BPBRE-OH99

3.2 Archeologie

In Europees verband is het zogenaamde "Verdrag van Malta" tot stand gekomen. Uitgangspunt van dit verdrag is het archeologisch erfgoed zo veel mogelijk te behouden. Waar dit niet mogelijk is dient het bodemarchief met zorg ontsloten te worden. Bij het ontwikkelen van ruimtelijk beleid moet het archeologisch belang vanaf het begin meewegen in de besluitvorming. Om dit meewegen te laten plaatsvinden wordt, naast de bestaande regelgeving en beleid, een economische factor toegevoegd. De kosten voor het zorgvuldig omgaan met het bodemarchief, dus de kosten voor inventarisatie, (voor)onderzoeken, bodemonderzoek en documentatie, worden door de initiatiefnemer betaald.

De provincie Zeeland en gemeente Middelburg streven naar een versterking van de relatie tussen archeologie en ruimtelijke ordening. In de geest van het Verdrag van Malta is in 2007 een wijziging van de Monumentenwet 1988 in de vorm van de Wet op de archeologische monumentenzorg (WAMZ) van kracht geworden. Een belangrijk onderdeel van de WAMZ is dat de verantwoordelijkheid voor het cultureel erfgoed bij de gemeenten komt te liggen. In de WAMZ wordt geregeld dat de gemeenteraad bij de vaststelling van een bestemmingsplan rekening houdt met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten monumenten. Volgens de wet kan in het belang van de archeologische monumentenzorg bij een bestemmingsplan worden bepaald dat de aanvrager van een aanleg- en bouwvergunning een rapport dient over te leggen, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders voldoende is vastgesteld.

Vooruitlopend op de WAMZ hebben de Walcherse gemeenten een eigen archeologiebeleid geformuleerd en vastgesteld in de Nota Archeologische Monumentenzorg Walcheren 2006, die in 2008 is geëvalueerd in de Nota Archeologische monumentenzorg Walcheren evaluatie 2008. Deze laatste nota schrijft nu het vigerende archeologiebeleid binnen de gemeente Middelburg voor, waardoor het provinciale archeologiebeleid op de tweede plaats komt. Om ervoor te zorgen dat het Nederlandse archeologisch erfgoed wordt beschermd en er bij ruimtelijke afwegingen rekening wordt gehouden met archeologische waarden, is vanuit het Rijk een Archeologisch Informatiesysteem (ARCHIS) opgemaakt, waarin alle bekende archeologische waarden zijn opgenomen. Terreinen van archeologisch belang of waarde zijn vastgelegd op de Archeologische Monumenten Kaart (AMK). Om een indicatie te krijgen voor een archeologische verwachting is een archeologisch verwachtingsmodel opgesteld in de vorm van de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW). Beide kaarten, naast enkele historische kaarten, liggen aan de basis van de Walcherse archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart. De vrijstellingsregeling behorende bij het Walchers archeologiebeleid gaat uit van deze laatste kaart.

Onderzoek

Naar aanleiding van de actualisatie van het bestemmingsplan Breeweg -'t Zand voor de woonwijk 't Zand te Middelburg heeft de Walcherse Archeologische Dienst een beperkte bureaustudie uitgevoerd naar de te verwachten archeologische waarden in het gebied.

Hieruit is gebleken dat het plangebied 't Zand aan de westelijke rand van Middelburg door de eeuwen heen tot aan de 20e eeuw schaars bebouwd is geweest. Op de historische kaarten van Van Deventer uit circa 1550, van Visscher en Roman uit circa 1650 en van de gebroeders Hattinga uit circa 1750 is te zien dat in de zone van de Breeweg en de Oude Koudekerkseweg tegen de vestinggracht aan en op verschillende locaties langs de Oude Koudekerkseweg verscheidene gebouwen hebben gestaan. Het lijkt hierbij niet om buitenplaatsen of hoven te gaan en zijn als zodanig dus ook niet als gebieden van archeologische waarde overgenomen op de archeologische beleidsadvieskaart Walcheren.

Op de archeologische beleidsadvieskaart Walcheren wordt met betrekking tot de ontheffing geen onderscheid meer gemaakt tussen hoge en middelhoge verwachtingszones.

Voor gebieden gelegen binnen een straal van 50 meter rondom bekende vindplaatsen gelden aparte vrijstellingsmaten. Ten tijde van deze herziening is in de landelijke archeologische database één vindplaats binnen de grenzen van het plangebied 't Zand bekend. Uit controle blijkt dat het hier gaat om verschillende meldingen van vondsten verspreid over de kern van Middelburg. Omdat hun vindplaats niet exact bekend is zijn zij in de database ingevoerd met een locatieaanduiding, waarvan de coördinaten afgerond zijn op 1.000 m. Hierdoor komen zij op de kaart te liggen binnen het plangebied 't Zand. De vondstmeldingen hebben daarom niets met de locatie binnen het plangebied te maken. De vindplaats wordt ten behoeve van deze bestemmingsplanherziening geschrapt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0687.BPBRE-OH99_0002.jpg"

Figuur 3.1. Nieuwe inventarisatie archeologische (verwachtings-)waarden 2008.

Aandachtspunten voor het beleid

Het Walcherse archeologiebeleid is op de eerste plaats gericht op zogenaamd behoud in situ. Dit houdt in dat er naar gestreefd moet worden archeologische waarden ongestoord in de ondergrond te bewaren. Ingrepen die tot de aantasting van de verwachte archeologische resten leiden, moeten zoveel mogelijk worden vermeden. In geval van (plan)wijzigingen waarvoor graafwerkzaamheden noodzakelijk zijn, moeten initiatiefnemers er op worden gewezen, dat voorafgaand aan graafwerkzaamheden, die de in het Walchers archeologiebeleid vastgestelde diepten en oppervlaktes overstijgen, archeologisch vooronderzoek in de vorm van bureauonderzoek, eventueel gevolgd door inventariserend veldonderzoek, moeten worden uitgevoerd. Op basis van de resultaten van dit onderzoek kan verdere belangenafweging en besluitvorming plaatsvinden.

De Walcherse archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart dient als archeologisch toetsingskader bij de beoordeling van ruimtelijke plannen en projecten. Op basis van het Walchers archeologiebeleid en aan de hand van het in het kader van de totstandkoming van onderhavig bestemmingsplan door de Walcherse Archeologische Dienst uitgevoerde bureauonderzoek werden voor verschillende zones binnen het plangebied 't Zand de volgende beleidsregels vastgesteld:

Het bestemmingsplan voor het plangebied 't Zand beslaat uitsluitend een archeologische verwachtingszone (hoog/middelhoog), waarvoor volgens het gemeentelijk archeologiebeleid de volgende vrijstelling geldt.

Het plangebied 't Zand beslaat een zone die op de archeologische beleidsadvieskaart voor Walcheren is aangegeven als gebied met hoge en middelhoge trefkans op archeologische vondsten (verwachtingszone). Hiervoor geldt dat bodemingrepen dieper dan 40 cm onder maaiveld en groter dan 500 m. voorafgegaan moeten worden door archeologisch onderzoek (donkergeel aangeduid op figuur 3.1).

Advies over bovenstaande ontheffingen kan ingewonnen worden bij de Walcherse Archeologische Dienst.