direct naar inhoud van 5.6 Toerisme en recreatie
Plan: Middelburg Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0687.BPBGM-VG99

5.6 Toerisme en recreatie

Toerisme en recreatie zijn belangrijke functies in het landelijk gebied. De volgende aspecten zijn daarbij in het kader van het bestemmingsplan van belang:

  • kleinschalig kamperen en groepskamperen;
  • plattelandstoerisme.

Kleinschalig kamperen en groepskamperen

In de Beleidsnota Kamperen is beleid uitgewerkt voor groepskamperen en kleinschalig kamperen. Groepskamperen is toegestaan op het terrein van Manege De Kroo en op het terrein van het Scoutcentrum aan het Veerse Meer.

Het kleinschalig kamperen is in de Beleidsnota Kamperen niet gekoppeld aan een agrarisch bedrijf, wel worden de volgende voorwaarden gehanteerd:

  • eisen aan inrichting en gebruik overeenkomstig de beleidsvisie kleinschalig kamperen;
  • kleinschalig kamperen wordt niet toegestaan in gebieden met een hoge mate van milieuhinder (bijvoorbeeld door wegverkeers- of industrielawaai) en in gebieden met actuele en / of potentiële natuurwaarden (zie kaart bijlage 2, Beleidsnota Kamperen);
  • situering:
    • 1. gekoppeld aan bestaande bebouwing;
    • 2. minimale oppervlakte beschikbaar van 2 ha (1 ha erf, 1 ha voor kleinschalig kamperen);
    • 3. minimale afstand 50 meter tussen landschappelijke inpassing kleinschalig kampeerterrein en aangrenzende bouwblokken;
    • 4. ontsluiting (inclusief noodontsluiting) via het eigen erf;
    • 5. minimale afstand van 200 meter tot erfgrens van regulier kampeerterrein;
  • landschappelijke inpassing:
    • 1. beplantingsstrook rond kleinschalig kampeerterrein met een minimale breedte van 5 meter voor bestaande situaties; voor nieuwe situaties bedraagt de minimale breedte 7 meter;
    • 2. de beplanting moet bestaan uit streek- en gebiedseigen beplanting en moet het terrein jaarrond aan het gezicht onttrekken;
    • 3. het beplantingsplan wordt voorgelegd aan een landschapsdeskundige;
    • 4. maximale oppervlakte 1 ha;
  • inrichting:
    • 1. netto-standplaatsgrootte van minimaal 150 m²;
    • 2. voorzien moet worden in voldoende speelruimte en parkeergelegenheid (1 parkeerplaats per standplaats en 10% bezoekersparkeerplaatsen);
    • 3. gebouwde voorzieningen dienen binnen of in aansluiting op de bestaande bebouwing te worden gesitueerd;
  • gebruik:
    • 1. gebruik jaarrond toegestaan;
    • 2. uitsluitend toeristische standplaatsen en geen stacaravans;
  • overig:
    • 1. geen quotering aantal terreinen;
    • 2. uitbreidingsruimte tot 25 standplaatsen, onder toepassing van de voorwaarden uit het Omgevingsplan (geen beperkingen omliggende bedrijven, investeren in omgevingskwaliteiten).

In het bestemmingsplan Buitengebied zijn de ontwikkelingsmogelijkheden voor nieuwe en het vergroten van de bestaande minicampings overeenkomstig de Beleidsnota Kamperen ruimtelijk vertaald voor het buitengebied. Bestaande minicampings worden op de bestemmingsplankaart aangegeven, voor nieuwe minicampings wordt een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Daarbij zijn de aspecten wegverkeerslawaai en industrielawaai en de aanwezige natuurwaarden in het agrarisch gebied als randvoorwaarden meegenomen.

Mogelijkheden voor nieuwvestiging van reguliere campings vanuit de Beleidsnota Kamperen worden niet vertaald in dit bestemmingsplan.

Seizoensgebonden arbeid

Voor seizoenarbeiders is een specifieke regeling getroffen. Deze regeling houdt in, dat – naast de mogelijkheden die op de minicampings of via de NED-regeling kunnen worden – zogenaamde agrarische werkcampings kunnen worden toegestaan. Daarbij worden de volgende voorwaarden gehanteerd:

  • de ontheffing wordt verleend ter plaatse van bouwvlakken;
  • ontheffing kan worden voor plaatsing van:
    • 1. kampeermiddelen;
    • 2. verplaatsbare woonunits;
    • 3. voor de realisatie van wooneenheden in bestaande gebouwen;
  • per agrarisch bedrijf zijn ten hoogste 5 kampeermiddelen of verplaatsbare woonunits toegestaan voor tijdelijke huisvesting van seizoensarbeiders;
  • het gezamenlijk oppervlak van de wooneenheden in bestaande gebouwen bedraagt ten hoogste 200 m²;
  • de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 3,5 meter;
  • de plaatsing van de eenheden geschiedt voor ten hoogste één aaneengesloten periode van ten hoogste 10 weken per kalenderjaar;
  • voorzien wordt in ten minste één parkeerplaats per wooneenheid of kampeermiddel op eigen terrein;
  • tijdelijke huisvesting van seizoensarbeiders is uitsluitend toegestaan ten behoeve van het betreffende agrarisch bedrijf;
  • de huisvesting seizoensarbeiders leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelmogelijkheden van naastgelegen percelen;
  • voorzien wordt een adequate landschappelijke inpassing en de zorg voor ruimtelijke kwaliteit van het bouwvlak,
  • ontheffing wordt slechts verleend als een privaatrechtelijke overeenkomst is gesloten over de aanleg, het beheer en het onderhoud van de landschappelijke inpassing.

Mogelijkheden plattelandstoerisme

In het Omgevingsplan worden mogelijkheden geboden voor plattelandstoerisme (kleinschalige en aan de landbouw verbonden vormen van verblijfsrecreatie). Het gaat om specifieke vormen van verblijfsrecreatie in de vorm van minicampings, landschapscampings, bed en breakfast, kleine hotels, appartementen of groepsaccommodaties voor 25 tot 30 personen binnen de regeling voor Nieuwe Economische Dragers.

Conform het beleid uit de Beleidsnota Kamperen worden binnen het beleid voor Nieuwe Economische Dragers kleinschalige vormen van verblijfsrecreatie mogelijk gemaakt.