direct naar inhoud van 3.4 Archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart Walcheren 2006
Plan: Middelburg Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0687.BPBGM-VG99

3.4 Archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart Walcheren 2006

Per 1 september 2007 is op landelijk niveau de nieuwe Wet voor de Archeologische MonumentenZorg (WAMZ) in werking getreden. Op provinciaal niveau is het beleid met betrekking tot archeologie vastgelegd in de Nota Archeologie 2006-2012. De Nota Archeologische Monumentenzorg Walcheren evaluatie 2008 bevat het gemeentelijk archeologiebeleid van de Walcherse gemeenten Middelburg, Veere en Vlissingen. Deze nota is door de gemeenteraad van Middelburg vastgesteld op 6 april 2009. Op basis van de Walcherse nota is bij deze herziening een regeling opgenomen die recht doet aan de archeologische waarde van het gebied in relatie tot de andere belangen die voortkomen uit het gebruik van de gronden. Daartoe is een bijlagekaart bij het bestemmingsplan opgenomen.

In de Nota Archeologische Monumentenzorg Walcheren zijn de gebieden met archeologische (verwachtings)waarden vastgelegd. Gekoppeld aan de beleidskaart wordt het archeologiebeleid uitgewerkt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0687.BPBGM-VG99_0013.jpg"

Figuur 13 Archeologiekaart

Figuur 13 geeft een beeld van de beleidskaart uit de nota. Daarbij worden verschillende categorieën gebieden onderscheiden. Op hoofdlijnen gaat het daarbij om gebieden met vastgestelde waarden en gebieden met verwachtingswaarden. Wat betreft de gebieden met vastgestelde waarden wordt onderscheid gemaakt in drie categorieën:

  • (krachtens de Monumentenwet 1988) beschermde archeologische monumenten;
  • terreinen met vastgestelde archeologische waarden:
    • 1. AMK-terreinen;
    • 2. historische locaties;
    • 3. begrensde vindplaatsen;
    • 4. vindplaatsen als puntlocaties met een straal van 50 meter eromheen;
    • 5. stads- en dorpskernen Middelburg, Arnemuiden, Veere, Domburg en Vlissingen;
  • gebieden met verwachtingswaarde (op basis van de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) en de bodemkaart van Bennema en Van der Meer uit 1952):
    • 1. lage/zeer lage verwachtingswaarde;
    • 2. hoge/middelhoge verwachtingswaarde;
    • 3. hoge verwachtingswaarde binnen de komgrenzen van Domburg en Oost-Souburg;
    • 4. duin- en strandgebieden.

Toelichting gebiedscategorieën

Op grond van de WAMZ geldt een vrijstellingsregeling, waarbij bodemingrepen met een oppervlak kleiner dan 100 m2 vrijgesteld zijn van archeologisch onderzoek. De vrijstellingsregeling van de Walcherse nota is in enkele gevallen strenger en in andere gevallen weer soepeler dan die van de landelijke WAMZ.

Bij de vrijstellingsregeling voor AMK-gebieden, historische locaties en vindplaatsen wordt vastgehouden aan de Walcherse norm van een maximaal grondoppervlak van 30 m2. Op grond van de nieuwe WAMZ kan een gemeente namelijk van de wettelijke norm afwijken. Hierna wordt per gebiedscategorie beargumenteerd in welke gevallen afwijking van de norm noodzakelijk is.

Wat betreft de gebieden, waar geen sprake is van AMK-terreinen, historische locatie of vindplaatsen, wordt in de vrijstelling eveneens afgeweken de WAMZ. Het buitengebied is in de Walcherse nota onderverdeeld in gebieden met een hoge, een middelhoge en een lage trefkans op archeologische waarden. Deze indeling is gebaseerd op de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) en de Bodemkaart van Bennema en Van der Meer uit 1952.

Bescherming archeologische waarden in AMK-gebieden

Op de Archeologische MonumentenKaart (AMK) zijn terreinen aangeduid als terreinen van archeologische waarde, van hoge en zeer hoge archeologische waarde en terreinen van zeer hoge archeologische waarde met een beschermde status. In het buitengebied gaat het bij deze terreinen om gebieden, waarvan bekend is dat in de ondergrond archeologische resten aanwezig zijn van zeldzame fenomenen. In het buitengebied van Middelburg gaat het hierbij om een kasteelterrein met klooster, om middeleeuwse vliedbergen met bijbehorende neerhoven en huisplaatsen uit de IJzertijd en/of de Romeinse tijd in de top van het veen. De vastgestelde waarden op deze gebieden maken in ieder geval onderdeel uit van de Walcherse onderzoeksagenda. Op figuur 13 zijn al deze gebieden als AMK-gebieden ingetekend. Het zeldzame karakter, de hoge informatiewaarde en daarmee het wetenschappelijke belang van de bewuste gebieden maken het noodzakelijk om in de bestemmingsregeling in stringentere zin af te wijken van de landelijke vrijstellingsregeling, zoals opgenomen in de WAMZ.

Bescherming archeologische waarden bij vindplaatsen

Bij vindplaatsen kan een onderscheid worden gemaakt tussen vindplaatsen met een vastgestelde begrenzing op basis van onderzoek en vindplaatsen als puntlocaties op basis van vondstmeldingen. In een aantal gevallen heeft verkennend archeologisch onderzoek geresulteerd in de waarneming van archeologische waarden binnen een bepaald gebied en in een nadere begrenzing van deze vindplaatsen. Op figuur 13 zijn deze vindplaatsen met hun begrenzingen aangeduid.

In het nabije verleden is op basis van onderzoek en op basis van gemelde toevalsvondsten een groot aantal vindplaatsen van archeologische resten bekend. Al deze vindplaatsen zijn als puntlocaties opgenomen in een landelijke database (ARCHIS) en in kaart gebracht. Ter voorbereiding van de herziening van het bestemmingsplan zijn alle bekende vindplaatsen door de Walcherse Archeologische Dienst onder de loep genomen. Hierbij is een aantal vindplaatsen uitgeselecteerd, omdat het in de regel op zichzelf staande vondsten in een zogenaamde secundaire context betreft. De vindplaatsen die resteren, wijzen op de aanwezigheid in de ondergrond van archeologische resten. In de meeste gevallen gaat het hierbij om middeleeuwse vliedbergen met bijbehorende neerhoven, vlaknederzettingen uit de Middeleeuwen en huisplaatsen uit de IJzertijd en/of de Romeinse tijd in de top van het veen.

De vastgestelde waarden op deze gebieden maken in ieder geval onderdeel uit van de Walcherse onderzoeksagenda. Op de bijlagekaart Archeologie van het bestemmingsplan zijn al deze vindplaatsen als puntlocatie aangeduid. Voor bodemingrepen binnen een straal van 50 meter rondom deze vindplaatsen geldt een strengere regeling.

Omdat hier sprake is van locaties met aangetoonde archeologische waarde met een bepaalde zeldzaamheid en informatiewaarde is het noodzakelijk om in de bestemmingsregeling in stringentere zin af te wijken van de landelijke vrijstellingsregeling, zoals opgenomen in de WAMZ.

Bescherming archeologische waarden op historische locaties

Op basis van historische kaarten is ook een aantal historische locaties van belang opgenomen op de archeologische bijlagekaart. Het gaat hierbij om de vestingwerken van Veere, maar bovenal de bebouwde zones van de buitenplaatsen, die gezamenlijk in de 17e en 18e eeuw Walcheren tot de 'Tuin van Zeeland' maakten. De buitenplaatsen maken eveneens onderdeel uit van de Walcherse archeologische onderzoeksagenda. De buitenplaatsen werden omgeven door zeer uitgestrekte tuincomplexen, zoals duidelijk wordt uit de historische kaart uit 1750 van de gebroeders Hattinga. Omdat alleen archeologische resten met informatiewaarde worden verwacht op de locatie van en direct rondom de (voormalige) bebouwing van de buitenplaatsen, zijn op figuur 13 alleen de bebouwde zones als waardevol gebied aangeduid. Het zeldzame karakter, de hoge informatiewaarde en daarmee het wetenschappelijke belang van de zones maken het noodzakelijk om in de bestemmingsregeling in stringentere zin af te wijken van de landelijke vrijstellingsregeling, zoals opgenomen in de WAMZ.

Bescherming archeologische waarden in verwachtingsgebieden

Naast de gebieden met een vastgestelde archeologische waarde is het buitengebied op te delen in gebieden met verschillende zogenaamde verwachtingswaarden. De gebieden zijn als zodanig opgenomen op de Indicatieve Kaart voor Archeologische Verwachtingen (IKAW). De kreekruggen staan meer gedetailleerd op de bodemkaart van Bennema en Van der Meer uit 1952. Deze kaartligt aan de basis van de nieuwe archeologische verwachtingskaart van Walcheren uit 2008. Op de IKAW en de neiuwe verwachtingskaart van Walcheren zijn de getij-inversieruggen aangeduid als zones met een hoge verwachtingswaarde of trefkans op archeologische waarden, omdat deze ruggen vanaf het begin van de Middeleeuwen als favoriete bewoningslocaties gelden. In de gebieden tussen de getij-inversieruggen geldt een middelhoge verwachtingswaarde of trefkans op archeologische waarden. Hier kunnen namelijk in de top van het onderliggend veen resten verwacht worden van bewoning uit de IJzertijd en de Romeinse tijd. Deze resten genieten echter grotere zeldzaamheid.

Binnen de verwachtingsgebieden gelden conform de Nota Archeologische Monumentenzorg Walcheren evaluatie 2008 ruimere vrijstellingsregels gezien het indicatieve karakter. Het overgrote deel van het buitengebied van Middelburg betreft zones met een middelhoge trefkans. De middelhoge trefkans geldt met name vindplaatsen uit de IJzertijd en/of Romeinse Tijd in de top van het veen. Het veen is vaker aangetast door natuurlijke erosie of door veenwinning in de Middeleeuwen. Toch zijn ook aanzienlijke gebieden aanwezig met nog intact veen. Dit is gebleken uit verschillende onderzoeken die in het buitengebied al zijn uitgevoerd. Ten tijde van het opstellen van de Nota archeologische monumentenzorg Walcheren evaluatie 2008 is een vrijstelling voor bodemingrepen in deze zones met een oppervlak gelijk aan of kleiner dan 500 m2 vastgesteld.

Een klein deel van het buitengebied bestaat in de ondergrond uit afzettingen van oudere kreken. Voor deze zones geldt een hoge trefkans op archeologische resten uit de Middeleeuwen. In de Walcherse nota is eveneens een vrijstelling voor bodemingrepen in deze laatste zones met een oppervlak gelijk aan of kleiner dan 500 m2vastgesteld. Dit is als een maatschappelijk aanvaardbare balans tussen de ontwikkeling van ruimtelijke ordening en de mogelijkheid archeologische waarden aan te treffen gezien.

Een groot deel van het buitengebied bestaat uit zones met een lage trefkans. Zoals eerder aangegeven is voor die gebieden een dubbelbestemming 'archeologisch waardevol terrein' niet gerechtvaardigd. Het betreft met name gebieden die tot een relatief recent verleden onder water hebben gestaan. In deze gebieden blijft een archeologische toets geheel achterwege.