30.3 Aanlegvergunning
30.3.1 Aanlegverbod zonder vergunning
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde-Archeologie-1' zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte dan 40 cm beneden het peil, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen;
-
b. het ophogen van gronden met een hoogte van ten minste 2 m;
-
c. het verlagen of verhogen van het waterpeil;
-
d. het planten of rooien van bomen waarbij de stobben worden verwijderd;
-
e. het aanbrengen van ondergrondse kabels en leidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
30.3.2 Uitzondering op het aanlegverbod
Het verbod van lid 30.3.1 is niet van toepassing, indien:
-
a. de werken en werkzaamheden noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarbij lid 30.2 in acht is genomen;
-
b. de werken of werkzaamheden op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan reeds in uitvoering zijn;
-
c. de werken en werkzaamheden ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd;
-
d. de werken en werkzaamheden betrekking hebben op het uitvoeren van grondbewerkingen met een oppervlakte van ten hoogste 500 m²;
-
e. de werken en werkzaamheden betrekking hebben op het uitvoeren van grondbewerkingen met een diepte van ten hoogste 40 cm onder het peil;
-
f. burgemeester en wethouders beschikken over een verklaring van de archeologische deskundige dat ten behoeve van de werken en werkzaamheden geen aanlegvergunning als bedoeld in lid 30.3.1. nodig is.
30.3.3 Voorwaarden voor een aanlegvergunning
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 30.3.1. bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien:
-
a. de aanvrager van de aanlegvergunning een rapport heeft overlegd waarin wordt aangetoond dat de archeologische waarde van de betrokken locatie in voldoende mate is vastgesteld;
-
b. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de activiteiten niet worden geschaad of mogelijke schade wordt voorkomen door aan de aanlegvergunning regels te verbinden, gericht op:
-
1. het behoud van archeologische resten in de bodem;
-
2. het doen van opgravingen;
-
3. begeleiding van de activiteiten door de archeologisch deskundige.
30.4 Sloopvergunning
30.4.1 Sloopverbod zonder vergunning
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde-Archeologie-1' zonder of in afwijking van een sloopvergunning van burgemeester en wethouders bouwwerken te slopen.
30.4.2 Uitzonderingen sloopvergunning
Het verbod als bedoeld in lid 30.4.1. is niet van toepassing indien:
-
a. de sloopwerkzaamheden noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarbij het bepaalde in lid 30.2 in acht is genomen;
-
b. de sloopwerkzaamheden reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
-
c. de diepte waar bodemverstoringen door de sloopwerkzaamheden plaatsvinden ten hoogste 40 cm beneden het peil bedraagt;
-
d. de oppervlakte waar bodemverstoringen door de sloopwerkzaamheden plaatsvinden ten hoogste 500 m² bedraagt;
-
e. Burgemeester en wethouders beschikken over een verklaring van de archeologische deskundige dat ten behoeve van de werken en werkzaamheden geen sloopvergunning als bedoeld in lid 30.4.1. nodig is.
30.4.3 Voorwaarden voor een sloopvergunning
Een sloopvergunning, zoals in lid 30.4.1 bedoeld, kan slechts worden verleend indien:
-
a. de aanvrager van de sloopvergunning een rapport heeft overlegd waarin wordt aangetoond dat de archeologische waarde van de betrokken locatie in voldoende mate is vastgesteld;
-
b. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de activiteiten niet worden geschaad of mogelijke schade wordt voorkomen door aan de sloopvergunning regels te verbinden, gericht op:
-
1. het behoud van archeologische resten in de bodem;
-
2. begeleiding van de activiteiten door de archeologisch deskundige.