direct naar inhoud van Artikel 21 Verkeer - Beschermde Dijken
Plan: Middelburg Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0687.BPBGM-VG99

Artikel 21 Verkeer - Beschermde Dijken

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer, Beschermde Dijken aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen met ten hoogste 2x1 doorgaande rijstrook;
  • b. het agrarisch medegebruik in de vorm van grasland;
  • c. het behoud van dijken en behoud en herstel van de daarmee samenhangende landschappelijke, cultuurhistorische en / of ecologische waarden;
  • d. de waterhuishouding;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'ecologische waarden': tevens ecologische waarden;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'spoorlijn': tevens een spoorlijn;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - 2': tevens voor rotorbladen verbonden aan een windturbine;
  • h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, taluds, oevers en duikers.
21.2 Bouwregels
21.2.1 Bouwregels voor de bestemming
  • a. op deze gronden zijn uitsluitend bouwwerken geen gebouwen toegestaan.
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'windturbine' is uitsluitend de rotor van een windturbine toegestaan.
21.2.2 Bouwhoogte, oppervlakte en inhoud

De bouwhoogte, de oppervlakte en / of de inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouwen zijnde, bedragen ten hoogste de volgende aangegeven maten:

  bouwwerk   goothoogte   bouwhoogte   oppervlakte / inhoud  
1   terreinafscheidingen     2 m    
2   windturbine ter plaatse van de aanduiding windturbine     96 m    
3   overige bouwwerken, geen
gebouwen zijnde  
  10 m    
21.3 Specifieke gebruiksregels

Het omzetten van grasland in bouwland is niet toegestaan.

21.4 Aanlegvergunning
21.4.1 Aanlegverbod

Het is verboden op de in lid 21.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen van paden, wegen en parkeergelegenheden alsmede het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatie- leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • c. het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
  • d. het vellen of rooien van struiken of bomen;
  • e. het beplanten van gronden met struiken of bomen;
  • f. het afbranden van de vegetatie.
21.4.2 Uitzondering op het aanlegverbod

Het verbod van lid 21.4.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:

  • a. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitvoert krachtens een verleende vergunning.
21.4.3 Voorwaarden voor een aanlegvergunning

Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 21.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in lid 21.1 genoemde waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.

21.4.4 Advisering over de aanlegvergunning

Alvorens te beslissen omtrent een aanlegvergunning als bedoeld in lid 21.4.1 winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in van de landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige, omtrent de voorwaarde zoals genoemd in lid 21.4.3.