Plan: | Wymbritseradiel-Zuid |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.06830000WYMZUID- |
De op de plankaart voor "recreatieve doeleinden (camping)" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. standplaatsen voor kampeermiddelen;
b. logiesaccommodatie in de vorm van kampeergebouwen;
c. bedrijfswoning;
d. beheervoorzieningen en sanitaire voorzieningen;
e. groenvoorzieningen;
f.
openbare
nutsvoorzieningen;
g.
sport- en
speelvoorzieningen;
h.
verkeers- en
verblijfsvoorzieningen;
i.
water.
Het aantal standplaatsen voor kampeermiddelen en het aantal kampeergebouwen mag
binnen de bestemming gezamenlijk niet meer dan 220 bedragen.
a. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van logiesaccommodatie in de vorm van kampeergebouwen gelden de volgende bepalingen:
1. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
2. het aantal kampeergebouwen gezamenlijk mag niet meer dan 44 bedragen;
3.
de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen
dan
4. de dakhelling dient ten minste 40° te bedragen;
5.
de oppervlakte per kampeergebouw mag niet meer
dan
b. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van beheervoorzieningen en sanitaire voorzieningen en bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
1. het aantal bedrijfswoningen mag niet meer dan 1 bedragen;
2. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
3. in afwijking van het bepaalde onder 2, mag buiten het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat:
a.
de gezamenlijke oppervlakte aan gebouwen buiten
het bouwvlak niet meer dan
b.
de goot- en bouwhoogte niet meer dan
respectievelijk
4. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer dan de op de plankaart aangeven goot- en bouwhoogte bedragen;
5. de dakhelling mag niet minder dan de op de plankaart aangegeven dakhelling bedragen.
c. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
1.
de bouwhoogte van terrein- en erfscheidingen
niet meer dan
2.
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, mag niet meer dan
Burgemeester en Wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de sociale veiligheid;
- de verkeersveiligheid;
- de woonsituatie,
nadere eisen stellen aan de plaats en oppervlakte, goothoogte en bouwhoogte van de bebouwing.
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken dan wel te laten gebruiken in strijd met de in lid 1 gegeven bestemmingsomschrijving. Als verboden gebruik wordt in elk geval aangemerkt:
- het gebruik van kampeergebouwen ten behoeve van permanente bewoning.
Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 4, indien strikte toepassing van dit voorschrift leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.