direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijventerrein
Plan: Wymbritseradiel-Zuid
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.06830000WYMZUID-

Artikel 8 Nutsdoeleinden

 

 

1. Bestemmingsomschrijving

De op de plankaart voor "nutsdoeleinden" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.              openbare nutsvoorzieningen;

b.              groenvoorzieningen;

c.              verkeers- en verblijfsvoorzieningen;

d.              water.

 

Voor zover de gronden zijn gelegen binnen het op de plankaart met "beschermd dorpsgezicht" aangeduide gebied, is de bestemming mede gericht op het behoud en herstel van de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het dorpsgezicht zoals weergegeven in de toelichting van het aanwijzingsbesluit van Woudsend als beschermd dorpsgezicht, opgenomen als bijlage 2 bij deze voorschriften en zoals beschreven in de paragrafen 2.2.1 en 2.2.2 van toelichting bij deze voorschriften.

 

2.              Bouwvoorschriften

a.              Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen gelden de volgende bepalingen:

1.              gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;

2.              de goot- en bouwhoogte van gebouwen gelegen binnen het op de plankaart met "beschermd dorpsgezicht" aangeduide gebied mag niet meer dan de op de bouwvormenkaart aangegeven goot- en bouwhoogte bedragen;

3.              de dakhelling van gebouwen gelegen binnen het op de plankaart met "beschermd dorpsgezicht" aangeduide gebied mag niet minder dan de op de bouwvormenkaart aangegeven dakhelling bedragen;

4.              de goot- en bouwhoogte van gebouwen gelegen buiten het op de plankaart met "beschermd dorpsgezicht" aangeduide gebied mag niet meer dan de op de plankaart aangegeven goot- en bouwhoogte bedragen;

5.              de dakhelling van gebouwen gelegen buiten het op de plankaart met "beschermd dorpsgezicht" aangeduide gebied mag niet minder dan de op de plankaart aangegeven dakhelling bedragen.

 

b.              Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

1.              de bouwhoogte van terrein- en erfscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen;

2.              de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 3 m bedragen.

 

3.              Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:

-                 de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;

-                 het straat- en bebouwingsbeeld;

-                 de sociale veiligheid;

-                 de verkeersveiligheid;

-                 de woonsituatie;

-                 de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermde dorpsgezicht,

nadere eisen stellen aan de plaats en oppervlakte, goothoogte en bouwhoogte van de bebouwing.

 

4.              Gebruiksvoorschriften

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken dan wel te laten gebruiken in strijd met de in lid 1 gegeven bestemmingsomschrijving. Als verboden gebruik wordt in elk geval aangemerkt:

-                 het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen.

 

5.              Vrijstelling van de gebruiksvoorschriften

Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 4, indien strikte toepassing van dit voorschrift leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.