Gemeente Wymbritseradiel
Bestemmingsplan Wymbritseradiel Zuidwest
Plan: | Wymbritseradiel Zuid-West |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0683.wymbzuidwest-onhe |
Artikel 17 Archeologisch waardevol gebied
1. Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor “archeologisch waardevol gebied”
aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden
aangewezen bestemmingen (basisbestemming) tevens bestemd voor
het herstel en behoud van archeologische waarden.
2. Bouwvoorschriften
Op deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, met
uitzondering van:
a. bouwwerken ter vervanging van bestaande bouwwerken,
waarbij de bestaande oppervlakte met niet meer dan 50 m²
wordt uitgebreid;
b. bouwwerken ten behoeve van archeologisch onderzoek en
bouwwerken met een oppervlakte kleiner dan 50 m² ten
behoeve van de andere, voor deze gronden geldende
bestemmingen.
3. Vrijstelling van de bouwvoorschriften
Burgemeester en Wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het
bepaalde in lid 2, sub a en sub b, voor het bouwen van bouwwerken
ter vervanging van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte
met meer dan 50 m² wordt uitgebreid en voor het bouwen van
bouwwerken, met een oppervlakte groter dan 50 m², mits:
a. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat er
geen archeologische waarden aanwezig zijn; of
b. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de
archeologische waarden door bouwactiviteiten niet onevenredig
worden geschaad; of
c. de volgende voorwaarden in acht genomen worden indien, op
basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de
archeologische waarden door de bouwactiviteiten kunnen
worden verstoord:
1. een verplichting tot het treffen van technische
maatregelen waardoor archeologische resten in de
bodem kunnen worden behouden; of
2. een verplichting tot het doen van opgravingen; of
3. een verplichting de uitvoering van werken en
werkzaamheden te laten begeleiden door een
deskundige op het terrein van de archeologische
monumentenzorg.
Indien Burgemeester en Wethouders voornemens zijn om aan de
vrijstelling voorwaarden te verbinden als bedoel in sub c, wordt de
provinciaal archeoloog om advies gevraagd. Bij een negatief advies
wordt de vrijstelling niet verleend
4. Voorschriften met betrekking tot het uitvoeren van werken,
geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden
a. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke
vergunning van Burgemeester en Wethouders
(aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken
zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
- het ontgronden, afgraven, egaliseren, mengen,
diepploegen en ontginnen van gronden met dien
verstande dat het werken, geen bouwwerken zijnde, en
werkzaamheden betreft met een oppervlakte groter dan
50 m² en dieper dan 30 cm;
- het graven van watergangen;
- het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of
telecommunicatieleidingen en drainage en daarmee
verband houdende constructies, installaties of apparatuur
dieper dan 30 cm;
- het verlagen van het waterpeil.
b. Een vergunning als bedoeld onder a wordt slechts verleend
indien:
1. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat
geen archeologische waarden aanwezig zijn;
2. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat
de archeologische waarden door de werken, geen
bouwwerken zijnde, en werkzaamheden niet onevenredig
worden geschaad;
3. de volgende voorwaarden in acht worden genomen,
waneer op basis van archeologisch onderzoek is
aangetoond dat de archeologische waarden door de
werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
kunnen worden verstoord:
a. een verplichting tot het treffen van technische
maatregelen, waardoor archeologische resten in
de bodem kunnen worden behouden; of
b. een verplichting tot het doen van opgravingen; of
c. een verplichting de uitvoering van de werken, geen
bouwwerken zijnde, of werkzaamheden te laten
begeleiden door een deskundige op het terrein van
de archeologische monumenten zorg.
Indien Burgemeester en Wethouders voornemens zijn om aan de
vergunning voorwaarden te verbinden als bedoel in sub b, onder 3
wordt de provinciaal archeoloog om advies gevraagd. Bij een negatief
advies wordt de vergunning niet verleend.
c. Het verbod als bedoeld onder a is niet van toepassing op
werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
- reeds in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht
worden van het plan;
- het normale onderhoud betreffen;
- mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds
verleende aanlegvergunning;
- op archeologisch onderzoek gericht zijn;
- plaats vinden in of op de gronden die op de plankaart zijn
aangeduid met "begraafplaats".
5. Wijzigingsbepalingen
Burgemeester en Wethouders kunnen, overeenkomstig artikel 11 van
de Wet op de Ruimtelijke Ordening, het plan wijzigen in die zin dat
aan de gronden op de plankaart de bestemming “archeologisch
waardevol gebied” wordt ontnomen, indien op basis van
archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen
archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.