Plan: | Kapelle Buitengebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0678.buitengebied-OW01 |
Hoofdstuk 1: inleidende regels
Artikel 1 Begrippen
Voor de begrippen is waar mogelijk gebruik gemaakt van de standaardregels uit de SVBP2008. In dit artikel worden uitsluitend de begrippen gedefinieerd die van het "normale" spraakgebruik afwijken of een specifiek juridische betekenis hebben. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan zal moeten worden uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis. De begrippen zijn alfabetisch geordend.
Artikel 2 Wijze van meten
Dit artikel geeft aan hoe hoogte- en andere maten die bij het bouwen in acht moeten worden genomen, dienen te worden gemeten.
Hoofdstuk 2: Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
Functieaanduidingen
Binnen deze bestemming zijn in beginsel alleen grondgebonden agrarische bedrijven toegestaan. Bestaande niet-grondgebonden agrarische bedrijven (zoals glastuinbouw in de Willem-Annapolder) en een aantal niet-agrarische nevenactiviteiten zijn voorzien van een specifieke functieaanduiding.
Bouwvlakken
In beginsel moet alle bebouwing voor agrarische bedrijven binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken worden opgericht. Binnen de bouwvlakken mogen gebouwen worden opgericht ten behoeve van het grondgebonden agrarisch bedrijf. In beginsel is daarbij uitgegaan van een oppervlakte van 1 ha per bedrijf. Daarbij geldt dat er geen bebouwingspercentage is weergeven bebouwd.
Bepaalde bebouwing is ook buiten een bouwvlak toegestaan. Dit is in de tabel in de bouwregels, zoals opgenomen in het bestemmingsartikel, specifiek aangegeven. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om sleufsilo's en kuilvoerplaten en een veldschuur voor fruitteelt (100 m²) en overige niet fruitteeltbedrijven (50 m²). Per agrarisch bedrijf is het bestaande aantal bedrijfswoningen vastgelegd. De maximuminhoudsmaat voor agrarische bedrijfswoningen bedraagt primair 750 m³. Wanneer geen bedrijfswoning aanwezig is of reeds een tweede of derde agrarische bedrijfswoning aanwezig is, is dat op de verbeelding aangegeven.
In verband met verkeersveiligheid en algemene ruimtelijke / stedenbouwkundige uitgangspunten mag niet gebouwd worden binnen 20 meter van wegen.
In de specifieke gebruiksregels is de aanplant van fruitbomen, als gevolg van de spuitzone, niet toegestaan binnen 50 meter rond de dorpskernen en terreinen bestemd voor verblijfsrecreatie (waaronder minicampings).
Flexibiliteitsregels
Binnen de bestemming Agrarisch is een aantal flexibiliteitsregels opgenomen, door middel waarvan specifieke bouw- en gebruiksmogelijkheden kunnen worden geboden. Daarbij wordt onderscheid worden gemaakt in ontheffingen voor bouwen en voor gebruik en in wijzigingsbevoegdheden.
Het plan bevat de volgende ontheffingsmogelijkheden voor het bouwen:
Met betrekking tot het gebruik zijn de volgende ontheffingsmogelijkheden opgenomen:
Voortvloeiend uit andere aspecten van de ruimtelijke ordening worden aan een aantal ontheffingsmogelijkheden eisen gesteld ten aanzien van de noodzakelijkheid voor het agrarisch bedrijf, landschappelijke inpassing, ruimtelijke kwaliteitswinst en / of voorwaarden met betrekking tot het waterschap.
Het vestigen van een NED is in afwijking van de bestemmingsomschrijving door een ontheffing mogelijk gemaakt, hiervoor is zowel in de bouwregels als in de gebruiksregels een regeling opgenomen. Ontheffing voor het bouwen en gebruik zijn aan elkaar gekoppeld, zodat voor het bouwen van dezelfde regels gelden als voor het gebruik van gebouwen voor NED.
Wat betreft de ontheffing van het weidegangcriterium is het volgende van belang. Voor het onderscheid tussen grondgebonden en intensieve veehouderij is het weidegangcriterium cruciaal. Door dit criterium wordt verzekerd dat een grondgebonden veehouderijbedrijf afhankelijk is van de agrarische gronden die het bedrijf omringen. Een melkveehouderijbedrijf met zomerstalvoedering zou als gevolg van deze regel ook als niet-grondgebonden moeten worden aangemerkt. Als het vee op dergelijke bedrijven echter wordt gevoerd met gras van de aan het bouwvlak grenzende gronden, is dat echter niet terecht. Voor dergelijke situaties kan ontheffing worden verleend, zodat de betreffende bedrijven toch als grondgebonden kunnen worden behandeld.
Verder zijn de volgende wijzigingsbevoegdheden opgenomen:
Advisering Agrarische Adviescommissie
Bij de agrarische bestemmingen is in de meeste bouwregels toegevoegd dat uitbreiding van bedrijfsgebouwen wordt toegestaan wanneer dit voor een doelmatige bedrijfsvoering gelet op de aard, inrichting, omvang en continuïteit van het bedrijf, nodig is. Hiermee wordt voorkomen dat het landelijk gebied van de gemeente Kapelle wordt volgebouwd en versteend.
Artikel 4 Agrarisch - Landschapswaarden
Artikel 5 Agrarisch - Landschaps- en Natuurwaarden
Artikel 6 Agrarisch - Open landschap
Artikel 7 Agrarisch - Parklandschap
Artikel 8 Agrarisch - Windturbinepark
Binnen de hoofdgroep Agrarisch worden de aanwezige landschaps- en / of natuurwaarden via een specifieke bestemming geregeld. Door middel van de specificatie van de bestemming binnen de hoofdgroep Agrarisch worden zowel het agrarisch gebruik als de bescherming van de aanwezige landschaps- en / of natuurwaarden veiliggesteld.
Agrarisch met landschapswaarden
De bestemming Agrarisch met landschapswaarden biedt vergelijkbare ontwikkelingsmogelijkheden als de bestemming Agrarisch. Wel worden de ontwikkelingsmogelijkheden in de flexibiliteitsregels getoetst aan de voorkomende landschapswaarden.
Agrarisch met landschaps- en natuurwaarden.
De ontwikkelingsmogelijkheden binnen de bestemming Agrarisch met landschaps- en natuurwaarden zijn veel minder ruim, vanwege de kwetsbaarheid van de voorkomende natuurwaarden. Daarbij speelt een belangrijke rol dat in deze bestemming geen agrarische bedrijfscentra of bouwvlakken voorkomen.
Bescherming van de aanwezige landschaps- en / of natuurwaarden vindt in belangrijke mate plaats via aanlegvergunningenstelsels voor werkzaamheden die de landschaps- en natuurwaarden kunnen aantasten.
In de specifieke gebruiksregels is de aanplant van fruitbomen, als gevolg van de spuitzone, niet toegestaan binnen 50 meter rond de dorpskernen en terreinen bestemd voor verblijfsrecreatie. Veldschuren zijn, in tegenstelling tot de hoofdbestemming Agrarisch, in deze twee gespecificeerde bestemmingen niet mogelijk.
Agrarisch - Open landschap
In de bestemming Agrarisch - Open landschap is plaats voor meer ontwikkelingsmogelijkheden, waarbij het open, onbebouwde karakter van het landschap centraal staat. Ontheffings- en wijzigingsbevoegdheden zijn erop gericht enige flexibiliteit te geven aan het bestemmingsplan. Het oprichten van een nieuw bouwvlak is in deze bestemming niet mogelijk.
Agrarisch - Parklandschap
Het parklandschap verbindt Kapelle en Biezelinge met Goes. In de bestemming Agrarisch – Parklandschap zijn flexibiliteitsregels opgenomen voor verbrede plattelandsontwikkeling en recreatief medegebruik. Voor het realiseren van het parklandschap zijn in bijlage 3 van de regels functies opgenomen. Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen om de genoemde functies in bijlage 3 mogelijk te maken.
Agrarisch - Windturbinepark
In de Willem-Annapolder heeft het windturbinepark binnen de hoofdgroep Agrarisch een specifieke bestemming gekregen. Binnen deze bestemming is het agrarisch gebruik, als de windturbines en de slagschaduw op de gronden rondom de windturbines geregeld. Binnen deze bestemming bevinden zich uitsluitend bouwvlakken voor windturbines.
Artikel 9 Bedrijf
Niet-agrarische bedrijven worden binnen de bestemming Bedrijf voorzien van een toegesneden functieaanduiding. Daarmee worden de bedrijfsactiviteiten specifiek bestemd, overeenkomstig de bestaande situatie.
Voor de bedrijfsfuncties in het plangebied wordt het systeem van de milieuzonering gehanteerd. Per functie wordt een koppeling gelegd met de categorie-indeling van de bij het bestemmingsplan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten. Zowel de aard van de activiteit als de milieucategorie liggen derhalve per locatie vast in het bestemmingsplan. Het gemeentebestuur acht het echter gewenst dat de bestemmingsregeling op dit punt een zekere flexibiliteit bevat, zodat na de beëindiging van een bedrijfsactiviteit in beginsel andere activiteiten kunnen worden gevestigd. Daartoe zijn enkele ontheffings- en wijzigingsbevoegdheden opgenomen. Via ontheffing kunnen bedrijven worden toegelaten uit een categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten die één categorie hoger zijn dan voor het betreffende perceel geregeld en die naar aard en invloed op de omgeving in de praktijk echter vergelijkbaar zijn met de toegelaten bedrijfsfuncties.
In de specifieke gebruiksregels is het opslaan van goederen buiten de gebouwen en het plaatsen van lichtmasten op het bouwvlak niet toegestaan. Bij de ontheffingsbevoegdheid voor het vergroten van gebouwen en bedrijfspercelen is - naast de voorwaarde van landschappelijke inpassing - in de regeling opgenomen dat vergroting bijdraagt aan verbetering van de ruimtelijke kwaliteit (verevening). De meeste gronden met de bestemming Bedrijf zijn voorzien van de aanduiding 'geen bedrijfswoning'. Gekozen is deze aanduiding op te nemen om woningen in het buitengebied op deze percelen te minimaliseren.
Artikel 10 Bedrijf - Haven
Het havengebied aan de Westelijke Kanaalweg is bestemd met de bestemming Bedrijf – Haven. Deze specifieke bestemming binnen de hoofdgroep Bedrijf biedt voordelen in overzicht op de verbeelding en duidelijkheid in het artikel. De haven kent geen bedrijfswoningen.
Artikel 11 Bos
De bestemming Bos is toegekend aan de gronden die zijn aangewezen als bos, dan wel in eigendom zijn van een terreinbeherende natuurbeschermingsorganisatie en als bos worden beheerd.
Artikel 12 Detailhandel
De in het plangebied aanwezige winkels en een benzineservicestation (Smokkelhoekweg) zijn als detailhandelsbedrijven bestemd. In de specifieke gebruiksregels is het opslaan van goederen buiten de gebouwen en het plaatsen van lichtmasten op het bouwvlak niet toegestaan. Bij de ontheffingsbevoegdheid voor het vergroten van gebouwen en bedrijfspercelen is - naast de voorwaarde van landschappelijke inpassing - in de regeling opgenomen dat vergroting bijdraagt aan verbetering van de ruimtelijke kwaliteit (verevening).
Artikel 13 Groen
Al het bestaande structurele groen is bestemd tot Groen. In de bestemmingsomschrijving is bepaald dat de bestemming onder andere mag worden gebruikt voor speelvoorzieningen, geluidwerende voorzieningen en nutsvoorzieningen. Binnen deze bestemmingen kunnen nutsvoorzieningen worden gebouwd met een oppervlakte en bouwhoogte van ten hoogste 15 m² respectievelijk 3 meter. Toelaatbare bouwwerken zijn in de bouwregels omschreven.
Artikel 14 Horeca
De aanwezige horecabedrijven zijn voorzien van de bestemming Horeca. Voor het reguleren van de horecavoorzieningen wordt analoog aan de regeling voor bedrijven gebruikgemaakt van een Staat van Horeca-activiteiten. In deze Staat van Horeca-activiteiten wordt onderscheid gemaakt in drie categorieën van horeca-activiteiten: 1 lichte horeca, 2 middelzware horeca, 3 zware horeca (voor een nadere beschrijving van / toelichting op deze horecacategorieën wordt verwezen naar bijlage 10). Gelet op de aard van het gebied is gekozen voor het toestaan van horeca-activiteiten tot ten hoogste categorie 2.
Artikel 15 Maatschappelijk
De bestemming Maatschappelijk is toegekend aan de binnen het plangebied gelegen begraafplaatsen. In de specifieke gebruiksregels is het opslaan van goederen buiten de gebouwen en het plaatsen van lichtmasten op het bouwvlak niet toegestaan.
Artikel 16 Natuur
Deze bestemming is toegekend aan de (binnendijkse) gronden die zijn aangewezen als beschermd natuurmonument dan wel in eigendom zijn van terreinbeherende natuurbeschermingsorganisaties en als natuurgebied worden beheerd.
Artikel 17 Recreatie-Dagrecreatie,
Artikel 18 Recreatie-Verblijfsrecreatie
Het motorcrossterrein is bestemd met specifieke bestemming binnen de hoofdgroep Recreatie, namelijk Recreatie - Dagrecreatie. Dit betreft een reeds langer bestaand terrein, waarvoor geen voornemens of noodzaak bestaat voor beëindiging van de functie. Voor de recreatiewoningen en kampeerterreinen is de specifieke bestemming Recreatie Verblijfsrecreatie gebruikt. Deze specifieke bestemmingen binnen de hoofdgroep Recreatie bieden voordelen in overzicht op de verbeelding en duidelijkheid in de artikelen.
Artikel 19 Sport
De sportvoorzieningen binnen het plangebied zijn als zodanig bestemd. Het gaat hierbij om de maneges en andere vormen van sport, waar professioneel de ruitersport wordt uitgeoefend. Deze voorzieningen hebben een specifieke aanduiding.
Artikel 20 Tuin
Op de verbeelding zijn voortuinen bij woningen bestemd met een aparte bestemming Tuin. In de bestemming Tuin is een ontheffingsbevoegdheid opgenomen voor het uitbouwen van op de aangrenzende gronden gelegen gebouwen. Daarnaast zijn ook een aantal grote tuinen voorzien van de bestemming Tuin.
Artikel 21 Verkeer
De openbare wegen en fietspaden zijn voorzien van de bestemming Verkeer. Ook de spoorlijn is opgenomen in de bestemming Verkeer en eveneens voorzien van een specifieke functieaanduiding.
Artikel 22 Water
De bestemming Water is toegekend aan de hoofdwatergangen en de grotere binnendijks gelegen wateren zonder natuurwaarden. Andere in het plangebied aanwezige – ondergeschikte – watergangen zijn niet specifiek bestemd.
Artikel 23 Water – Deltawater
Binnen de hoofdgroep Water zijn de Oosterschelde en Westerschelde voorzien van een specifieke bestemming: Water-Deltawater. Op deze wijze worden de aanwezige natuurwaarden, in relatie met de aanwijzing als Natura 2000-gebied, met inachtname van de vaarfunctie, de waterstaatkundige functie, visserij, recreatie en in hieraan ondergeschikte gebruiksvormen, behouden. De extra toevoeging in de bestemming maakt duidelijk dat zowel het gebruik van Water, als de bescherming van de natuurwaarden van de Oosterschelde en Westerschelde van belang zijn. Deze bescherming wordt geregeld via een aanlegvergunning.
Artikel 24 Wonen
Alle burgerwoningen, met bijbehorende bijgebouwen en erven zijn als zodanig bestemd. De inhoudsmaat van woningen bedraagt maximaal 750 m³. Monumentale en cultuurhistorisch waardevolle gebouwen zijn in een lijst in de bijlage bij de regels opgenomen. In de regels worden hiervoor bouw- en gebruiksregels opgenomen. Aan-huis-gebonden beroepen, kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten en aan-huis-gebonden en logies zijn toegestaan in toegestaan van gedeelten van hoofdgebouwen, inclusief aan- en uit of bijgebouwen. De oppervlakte van aan- en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 60 m2. Via ontheffing kan op percelen groter dan 800 m2 ruimte worden geboden tot 120 m2.
Artikel 25 Waterstaatswerken
Dijken, kaden, dijksloten en andere voorzieningen voor de waterkering zijn geregeld in de bestemming Waterstaatswerken. Tevens is het mogelijk om binnen deze bestemming Verkeersvoorzieningen te realiseren volgens de regels die zijn opgenomen in de bestemming Verkeer, voor zover deze aanwezig waren tijdens het inwerkingtreden van dit plan. Een wijzigingsbevoegdheid is opgenomen voor nieuwe verkeersvoorzieningen, beschermde dijken, natuur en / of water.
Artikel 26 Waterstaatswerken – Beschermde Dijken
De Beschermde Dijken hebben een specifieke bestemming van Waterstaatswerken, vanwege het behoud en herstel van landschappelijke en / of natuurlijke waarden van deze dijken.
Artikel 26A Agrarisch – Logies - Voorlopige bestemming
Voor de huisvesting van de arbeidsmigranten in de Willem-Annapolder wordt een voorlopige bestemming (artikel 3.2 Wro) opgenomen. Dit is gewenst in verband met de pilot-status van de huisvesting. De locatie is gelegen aan de oostzijde van de Kreekweg en de zuidzijde van de Langeweg. Gelet op de bestaande situatie in Tholen, wordt uitgegaan van een bouwvlak van 150 bij 150 meter met daaraan toegevoegd aan maximaal aantal logies (150 personen). Dit wordt in een specifieke gebruiksregel vastgelegd. Het bebouwde oppervlak mag niet meer bedragen dan 4.500 m2.
Als definitieve bestemming zal de bestemming Agrarisch gelden. De regels die in artikel 3 zijn opgenomen, zijn van toepassing verklaard.
Artikel 27 Leiding - Brandstof
Artikel 28 Leiding - Gas
Artikel 29 Leiding - Hoogspanningsleiding
Artikel 30 Leiding - Leidingstrook
Artikel 31 Leiding - Riool
De dubbelbestemmingen Leiding – Brandstof, Leiding - Gas, Leiding - Hoogspanningsleiding, Leiding - Leidingstrook en Leiding - Riool geven aan waar in het buitengebied brandstof-, gas-, hoogspannings- en rioleringsleidingen aanwezig zijn. Voor het bouwen gelden in deze gebieden aanlegvergunningen voor graven en (aan)planten. Overleg met de beheerder(s) van leidingen is geregeld in de regels.
Artikel 32 Archeologische waarden
Artikel 33 Archeologische waarden, hoge en middelhoge verwachtingswaarden
De bestemming Waarde-Archeologie betreft een zogenoemde dubbelbestemming. De dubbelbestemming is overeenkomstig de aanbeveling in SVBP2008 met een arcering op de verbeelding weergegeven. De bestemming valt samen met een groot aantal andere bestemmingen. De regeling heeft tot doel de bescherming en veiligstelling van het archeologisch erfgoed in de bodem.
Voordat er ten behoeve van een samenvallende bestemming (bijvoorbeeld Wonen) bouwvergunning kan worden verleend, moet eerst worden nagegaan of daardoor geen onevenredige schade aan de archeologische waarden wordt toegebracht. Om deze afweging mogelijk te maken is het bouwen van een ontheffing afhankelijk gemaakt. Voor andere werkzaamheden dan bouwen (bijvoorbeeld graven) is een aanlegvergunningenstelsel opgenomen. Een aanlegvergunning wordt niet verleend indien daardoor in onevenredige mate schade aan de archeologische waarde wordt of kan worden toegebracht. Slechts onder bepaalde voorwaarden is geen ontheffing of aanlegvergunning noodzakelijk. De begrenzing van het gebied waarvoor de bestemming geldt, is gelijk aan het AMK-gebied, voor zover het gaat om de op de verbeelding aangeduide gebieden met "Waarde – Archeologie" (WR-A). Hoge en middelhoge verwachtingswaarden (IKAW-gebieden) zijn op een aparte kaart weergegeven met de dubbelbestemming WR-A1. Bij de artikelen is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om het gebied met archeologische waarden te wijzigen of te laten vervallen wanneer uit onderzoek blijkt dat geen archeologische waarden zijn aangetroffen. Een andere mogelijkheid van de opgenomen wijzigingsbevoegdheid is dat uit onderzoek blijkt dat bescherming en veiligstelling van archeologische waarden niet meer noodzakelijk is.
Hoofdstuk 3: Algemene regels
Artikel 34 Anti-dubbeltelregels
Dit artikel bevat een algemene regeling waarmee kan worden voorkomen dat in feite meer wordt gebouwd dan het bestemmingsplan beoogd, bijvoorbeeld ingeval (onderdelen van) bouwvlakken van eigenaar wisselen.
Artikel 35 Algemene bouwregels
Met regels over bestaande maten wordt voorkomen dat bestaande situaties die afwijken van de maatvoering ingevolge hoofdstuk 2 geheel of gedeeltelijk onder het overgangsrecht vallen.
Artikel 36 Algemene gebruiksregels
Met de regels over bestaande maten (lid 27.1) wordt voorkomen dat bestaande situaties die afwijken van de maatvoering ingevolge hoofdstuk 2 geheel of gedeeltelijk onder het overgangsrecht vallen.
Uit de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak (3 augustus 2005) blijkt, dat deze algemene bepaling aanvaardbaar is. Een gedetailleerde inventarisatie en individuele beoordeling van afwijkingen zijn niet nodig. Het is ook onjuist ervan uit te gaan, dat hiervoor separate bouwregels nodig zijn. Essentieel is dat het gaat om bevestiging van bestaande, afwijkende situaties, zodat bij beoordeling van bouwaanvragen direct duidelijk is welke maat bepalend is: namelijk de bestaande maat. Hiermee ligt objectief de strekking van de bepaling vast. Daar waar daadwerkelijk andere situaties worden nagestreefd, is dit door andere bestemmingen of bouwbepalingen vastgelegd. Dit komt overigens in dit bestemmingsplan niet voor. In de bepaling is nadrukkelijk vastgelegd dat op de bedoelde bestaande afwijkingen het overgangsrecht niet van toepassing is. Onder de oppervlaktematen valt ook het bebouwingspercentage.
Artikel 37 Algemene aanduidingsregels
In dit artikel worden alleen die onderdelen voor bouwen van toepassing verklaard die relevantie hebben in het kader van het bestemmingsplan. Voor de geluidszone industrie is een bepaling opgenomen voor geluidsgevoelige objecten. Teneinde vrije windvang voor de molens in Wemeldinge te garanderen gelden beperkingen voor de hoogte van bebouwing in een cirkel van 400 meter rondom de molen.
Artikel 38 Algemene ontheffingsregels
Voor een aantal, ondergeschikte, afwijkingen van bouwen en / of gebruik ten opzichte van de regels kunnen burgemeester en wethouders met dit artikel ontheffing verlenen.
Artikel 39 Algemene wijzigingsregels
In lid 1 is een algemene flexibiliteitsregels opgenomen om voor bepaalde onderdelen van bestemmingen of gebouwen dan wel bouwwerken af te wijken van de bestemmingsgrenzen. Overigens geldt ook hier dat deze regels als algemene regel gelden voor alle bestemmingen. Daar waar in de bestemmingsregels een specifieke regeling is getroffen voor het vergroten van bestemmingsvlakken, bouwvlakken, kan geen gebruik worden gemaakt van deze algemene regel.
Planwijziging is ook mogelijk voor uitwisseling van bestemmingen voor de openbare ruimte en inzake archeologie. Voor de realisering van een landschapscamping ten westen van Wemeldinge is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen die ook aansluit op het Omgevingsplan. Onder voorwaarden kan verplaatsing van een burgerwoning worden toegestaan.
Artikel 40 Algemene procedureregels
Indien een wijzigingsbevoegdheid door het college wordt toegepast schrijft het volgen van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht de procedure voor.
Artikel 41 Overige regels
In de overige regels is een regeling opgenomen voor de wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, geldend zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Hoofdstuk 4: Overgangs- en slotregels
Artikel 42 Strafbepaling
Artikel 7.10 Wro bepaalt dat het verboden is gronden en bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan te gebruiken of te laten gebruiken. Een afzonderlijke strafbaarstelling in het bestemmingsplan zou niet meer nodig zijn. Toch lijkt op grond van de Invoeringswet (artikel 4.5) juncto de Wet op de economische delicten (artikel 1a, onder 2e) de conclusie gerechtvaardigd dat de overtreding van aanleg- en sloopregels nog steeds als strafbaar feit in de bestemmingsregels moet worden aangemerkt. Het Ministerie van VROM is hierop geattendeerd. Zekerheid hieromtrent ontbreekt vooralsnog. Voorlopig is het dan ook gewenst in de bestemmingsregeling de overtreding van aanleg- en sloopregels als strafbaar feit aan te merken. Hierin voorziet de opgenomen strafbepaling.
Artikel 43 Overgangsregels
In lid 1 en 2 van dit artikel is het overgangsrecht ten aanzien van het gebruik en het bouwen in strijd met het plan geregeld. Lid 1 onder a geeft burgemeester en wethouders de mogelijkheid om desondanks ontheffing te verlenen voor het strijdige gebruik of bouwwerk, mits de afwijking niet meer dan 10% bedraagt.
Artikel 44 Slotregel
Dit bestemmingsplan wordt als genoemd in dit artikel aangehaald.