direct naar inhoud van Artikel 29 Leiding - Leidingstrook
Plan: Kapelle Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0678.buitengebied-OW01

Artikel 29 Leiding - Leidingstrook

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Leiding - Leidingstrook aangewezen gronden zijn – bij wijze van dubbelbestemming – bestemd voor: de aanleg en instandhouding van ondergrondse buisleidingen voor het transport van:

  • a. ruwe olie (30 inch);
  • b. diverse aardgasleidingen (10 inch, 100 bar) (4 inch, 80 bar) (6 inch, 80 bar) (30 inch 67 bar) (48 inch, 80-110 bar);
  • c. drinkwaterleiding (36 inch);
  • d. landbouwwaterleidng (28 inch);
  • e. freshwaterleiding (28 inch);

zodanig dat is aangetoond dat de risicocontour en oriënterende waarde groepsrisico van de betreffende leidingen ligt binnen 110 meter van de bestemmingsgrens Leiding - Leidingstrook; wanneer op kortere afstand woonwijken of zogeheten bijzonder objecten categorie I (bejaardentehuizen, verpleeginrichtingen, scholen en winkelcentra, hotels en kantoorgebouwen voor meer dan 50 personen) aanwezig zijn, dan moet de veiligheidsafstand van de betreffende leidingen binnen die kortere afstand liggen.

29.2 Bouwregels
29.2.1 Bouwregels voor de dubbelbestemming

Op deze gronden is het bouwen van bouwwerken niet toegestaan.

29.3 Ontheffing bouwregels
29.3.1 Limitatieve opsomming van stoffen

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de limitatieve opsomming van stoffen, zoals bepaald in lid 1, indien en voor zover:

  • a. ontheffing wordt verleend indien is aangetoond dat de veiligheid van de waterkering met de bestemmingen Waterstaatswerken, Waterstaatswerken – Beschermde Dijken niet kunnen worden aangetast;
  • b. de risicocontour van de betreffende buisleiding is gelegen binnen 110 meter van de bestemmingsgrens Leiding - Leidingstrook; indien op kortere afstand woonwijken en / of zogeheten bijzondere objecten categorie I (verzorgingscentra, verpleeginrichtingen, scholen en winkelcentra, hotels en kantoorgebouwen voor meer dan 50 personen) aanwezig zijn, dan dient de veiligheidsafstand van de betreffende leiding binnen die kortere afstand te liggen;
  • c. ontheffing wordt verleend indien:
    • 1. aangetoond is dat voldaan is aan de eisen inzake de oriënterende waarde groepsrisico;
    • 2. voldaan is aan de vereisten van de Natuurbeschermingswet;
    • 3. het belang van de reeds aanwezige buisleidingen niet wordt geschaad; alvorens ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders advies aan de beheerder van de leiding(en).
29.3.2 Advisering over de ontheffing

Alvorens omtrent het verlenen van ontheffing te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en).

29.4 Aanlegvergunning
29.4.1 Aanlegverbod

Het is verboden op de in lid 29.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen van paden, wegen en parkeergelegenheden alsmede het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatie- leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • c. het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
  • d. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, greppels, vijvers en andere wateren;
  • e. het vellen of rooien van struiken of bomen;
  • f. het beplanten van gronden met struiken of bomen;
  • g. het afbranden van de vegetatie.
29.4.2 Uitzondering op het aanlegverbod

Het verbod van lid 29.4.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:

  • a. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.
29.4.3 Voorwaarden voor een aanlegvergunning

Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 29.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in lid 29.1 genoemde leidingen niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.

29.4.4 Advisering over de aanlegvergunning

Alvorens te beslissen omtrent een aanlegvergunning als bedoeld in lid 29.4.1 winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in van de leidingbeheerder(s).