direct naar inhoud van Artikel 16 Natuur
Plan: Kapelle Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0678.buitengebied-OW01

Artikel 16 Natuur

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. behoud, herstel en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden;
  • b. extensieve dagrecreatie.
16.2 Bouwregels
16.2.1 Bouwregels voor de bestemming

Op deze gronden zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan.

16.2.2 Hoogte, oppervlakte en inhoud

De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en / of de inhoud van een bouwwerk bedraagt ten hoogste:

  bouwwerk   goothoogte   bouwhoogte   oppervlakte / inhoud  
1   terreinafscheiding grenzend aan openbaar gebied     2 m    
2   overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde     5 m    
16.3 Ontheffing van de bouwregels
16.3.1 Bouwen van gebouwen

Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de bestemming ontheffing verlenen voor de bouw van observatiehutten, met inachtneming van de volgende regels

  • a. ontheffing wordt verleend voor een oppervlakte tot ten hoogste 25 m²;
  • b. ontheffing wordt verleend voor een bouwhoogte van ten hoogste van 4 meter,
  • c. ontheffing wordt verleend indien is aangetoond dat is voorzien in een adequate landschappelijke inpassing van het bouwvlak en een minimale rustverstoring is gewaarborgd; alvorens de ontheffing te verlenen vragen burgemeester en wethouders hierover schriftelijk advies van een landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige.;
  • d. indien burgemeester en wethouders toepassing geven aan deze regels moet de procedure worden gevolgd als omschreven in artikel 40.
16.4 Aanlegvergunningen
16.4.1 Aanlegverbod

Het is verboden op de in lid 16.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen, paden, banen of parkeergelegenheid en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; het wegnemen of veranderen van stoepen, alsmede het wijzigen van de wegindeling;
  • b. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatie- leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • c. het beplanten van gronden met houtgewassen, ter plaatse waar de gronden op het tijdstip van het van kracht worden van het plan niet reeds met houtgewassen waren beplant;
  • d. het ontginnen, verlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
  • e. het vellen of rooien van struiken of bomen;
  • f. het dempen van aanwezige waterlopen.
16.4.2 Uitzonderingen op het aanlegverbod

Het verbod van lid 16.4.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden die:

  • a. behoren tot normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.
16.4.3 Voorwaarden voor een aanlegvergunning

Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 16.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de in lid 16.1 genoemde waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.

16.4.4 Advisering over de aanlegvergunning

Alvorens te beslissen omtrent een aanlegvergunning als bedoeld in lid 16.4.1 winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in van de landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige.