direct naar inhoud van Artikel 13 Wonen
Plan: Kom Schore
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0678.Schore-vast

Artikel 13 Wonen

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen in een woning en in samenhang daarmee aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen en water.

13.2 Bouwregels
13.2.1 Bouwregels voor de bestemming

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. aan-, uit- en bijgebouwen worden op het bouwperceel gebouwd;
  • c. per bouwperceel is ten hoogste één woning met aan-, uit- en bijgebouwen toegestaan, tenzij anders is aangegeven;
  • d. ter plaatse van de bouwaanduiding 'aaneengebouwd': vrijstaand of aaneengebouwd bouwen;
  • e. ter plaatse van de bouwaanduiding 'twee-aaneen': twee-aaneen bouwen;
  • f. ter plaatse van de bouwaanduiding 'vrijstaand': vrijstaand bouwen;
  • g. van een hoofdgebouw bedraagt de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens ten minste:
    • 1. ter plaatse van gronden met de bouwaanduiding 'vrijstaand' 3 meter;
    • 2. ter plaatse van gronden met de bouwaanduiding 'twee-aaneen' tot één van de zijdelingse perceelsgrenzen 3 meter;
  • h. ter plaatse van gronden met de bouwaanduiding 'vrijstaand' bedraagt de afstand van aan-, uit- en bijgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens aan ten minste één zijde ten minste 3 meter, uitsluitend als de breedte van het bouwperceel aan de wegzijde ten minste 25 meter bedraagt;
  • i. de afstand van gebouwen onderling, niet aaneengebouwd, bedraagt ten minste 1 meter;
  • j. van aan-, uit- en bijgebouwen ligt de voorgevel ten minste 1 meter naar achteren ten opzichte van de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • k. de afstand tussen de voorgevel van een aan-, uit- en bijgebouw dat als garage wordt gebouwd en de naar de weg gekeerde perceelsgrens ten minste 5 meter;
  • l. de totale oppervlakte van aan-, uit- en bijgebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak bedraagt ten hoogste 50% van het bouwperceel en bedraagt per perceel niet meer dan voor:
    • 1. percelen kleiner dan 450 m² 45 m²;
    • 2. percelen vanaf 450 m² 60 m²;
    • 3. percelen vanaf 800 m² 75 m².

13.2.2 Hoogte, oppervlakte

bouwwerk goothoogte bouwhoogte oppervlakte / inhoud

De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en / of de inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste:

  • a. de goothoogte van de woning mag niet meer bedragen dan wordt aangeduid, de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de maximale goothoogte vermeerderd met 4 m;
  • b. de goot- respectievelijk bouwhoogte van aan-, uit-, en bijgebouwen bij de bedrijfswoning bedraagt ten hoogste 3,5 m / 7 m;
  • c. terreinafscheiding grenzend aan openbaar gebied 1 m;
  • d. de hoogte van terreinafscheidingen voor respectievelijk achter de voorgevel van een hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 1 m / 2 m;
  • e. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

13.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, alsmede de kapvorm, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. het beeldkwaliteitsplan;
  • c. toetsing aan welstand.

13.4 Afwijken van de bouwregels
13.4.1 Kleinschalige beroepsmatige en bedrijfsmatige activiteiten

Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van lid 13.1 voor het uitoefenen van kleinschalige beroepsmatige en bedrijfsmatige activiteiten in de woning, aanbouwen en / of bijgebouwen, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de woonfunctie blijft de hoofdfunctie van het bouwperceel;
  • b. de gebruiker van de woning is tevens degene die de kleinschalige beroepsmatige en bedrijfsmatige activiteiten uitvoert bij de woning;
  • c. verlening van omgevingsvergunning leidt niet tot verkeersaantrekkende werking of onevenredige parkeerdruk;
  • d. detailhandel, anders dan verkoop van de beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten is niet toegestaan;
  • e. het gezamenlijk oppervlak voor kleinschalige beroepsmatige en bedrijfsmatige activiteiten in de woning, aan-, uit- en bijgebouwen is voor ten hoogste 50 m² toegestaan;
  • f. verlening van omgevingsvergunning leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen, functies en indien van toepassing cultuurhistorische waarden;
  • g. er mag geen omgevingsvergunning worden verleend voor het uitoefenen van bedrijvigheid die onder de werking van de Wet milieubeheer valt;
  • h. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • i. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan.

13.4.2 Afstand tot zijdelingse perceelsgrenzen

Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van lid 13.2.1 voor het bouwen van gebouwen op een kleinere afstand tot de perceelsgrens, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. omgevingsvergunning wordt verleend indien de vorm van het perceel onevenredig nadelig is voor de bouw- en gebruiksmogelijkheden van een perceel;
  • b. de afstand bedraagt ten minste 1 meter.

13.4.3 Oppervlakte aan-, uit- en bijgebouwen

Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van lid 13.2.2 onder q voor het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte aan-, uit- en bijgebouwen, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. ter plaatse van percelen:
    • 1. kleiner dan 450 m² tot een gezamenlijke oppervlakte van 60 m²;
    • 2. vanaf 450 m² tot 800 m² een gezamenlijke oppervlakte van 75 m²;
    • 3. percelen vanaf 800 m² een gezamenlijke oppervlakte van 100 m²;
  • b. omgevingsvergunning wordt verleend indien de gronden buiten het bouwvlak niet meer dan 50% worden bebouwd.

13.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van lid 13.1 voor logies en ontbijt in hoofdgebouwen en in aan-, uit- en bijgebouwen, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. omgevingsvergunning wordt verleend indien het bouwperceel ten minste 800 m² bedraagt;
  • b. omgevingsvergunning wordt verleend indien geen sprake is van nadelige gevolgen voor de omgeving;
  • c. omgevingsvergunning wordt verleend tot een omvang van 120 m².

13.6 Wijzigingsbevoegdheid
13.6.1 Aanduidingen

Burgemeester en wethouders kunnen de aanduidingen en bouwaanduidingen binnen de bestemming wijzigen in een bestemming zonder functie- of bouwaanduiding of met een andere functie- of bouwaanduiding, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de wijzigingsbevoegdheid wordt toegepast voor zover geen stedenbouwkundige bezwaren bestaan, gelet op de aanwezige functie en woningtypen in de omgeving, tegen verandering van functie- of bouwaanduiding;
  • b. wijziging is toegepast indien geen milieuhygiënische belemmeringen zijn;
  • c. wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies;
  • d. in het wijzigingsplan wordt aandacht besteed aan de gemaakte belangenafweging.