direct naar inhoud van Artikel 20 Water - Deltawater
Plan: Buitengebied Hulst
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0677.bpbuitengebied-001V

Artikel 20 Water - Deltawater

20.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor 'Water - Deltawater' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud en / of herstel en / of de ontwikkeling van de aanwezige natuurwaarden samenhangend met het deltawater;
  • b. waterberging;
  • c. wateraanvoer en waterafvoer;
  • d. estuarium;
  • e. natuur;
  • f. vaarwegen ten behoeve van de beroeps- en recreatievaart;
  • g. extensieve dagrecreatie met bijbehorende voorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  • h. voorzieningen van algemeen nut;
  • i. vaarwegen ten behoeve van de beroeps- en recreatievaart;
  • j. extensieve dagrecreatie met bijbehorende kleinschalige natuurgerichte / dagrecreatieve voorzieningen.

20.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de in 20.1 genoemde functies worden opgericht, waarvoor de volgende regels gelden:

  • a. de bouwhoogte bedraagt maximaal 3 meter.

20.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
20.3.1 Verbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Water - Deltawater' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen van dijken of andere taluds en het vergraven of ontgraven van reeds aanwezige dijken of taluds;
  • b. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, egaliseren en ophogen van bij eb droogvallende gronden;
  • c. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden en aanlegplaatsen;
  • d. het verwijderen van oevervegetaties.

20.3.2 Uitzonderingen op het verbod

Het verbod als bedoeld in 20.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden:

  • a. die betrekking hebben op het normaal onderhoud en beheer van de gronden;
  • b. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het bestemmingsplan;
  • c. die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

20.3.3 Toelaatbaarheid

De werken of werkzaamheden als bedoeld in 20.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor niet de landschappelijke, cultuurhistorische en/of natuurwaarden van de gronden onevenredig worden of kunnen worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind. Het bevoegd gezag wint omtrent deze voorwaarde vooraf schriftelijk advies in bij de landschaps- en natuurbeschermingsdeskundige.