direct naar inhoud van Artikel 25 Waarde - Beschermd stadsgezicht Bierkaai
Plan: Binnenstad Hulst
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0677.bpbinnenstad-001V

Artikel 25 Waarde - Beschermd stadsgezicht Bierkaai

25.1 Bestemmingsomschrijving
25.1.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Beschermd stadsgezicht Bierkaai' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud en/of herstel van het historische en ruimtelijk karakter van het Beschermd stadsgezicht.

25.1.2 Voorrangsregeling

Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.

25.2 Bouwregels
25.2.1 Algemeen

Binnen het in lid 25.1 bedoelde gebied mag een omgevingsvergunning slechts worden verleend indien geen onevenredige schade wordt toegebracht aan, dan wel herstel is verzekerd van het historisch en ruimtelijk karakter van het Beschermd stadsgezicht en nadat de Monumentencommissie in de gelegenheid is gesteld advies uit te brengen, met dien verstande dat inschakeling van de Monumentencommissie niet is vereist indien een omgevingsvergunning betrekking heeft op:

  • a. inpandige verbouwingen;
  • b. gevels welke vanaf de openbare ruimte niet zichtbaar zijn.

25.2.2 Bouwen

Voor het bouwen binnen het 'Waarde - Beschermd stadsgezicht Bierkaai' zijn voorts de volgende regels van toepassing:

  • a. voorgevel:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding "gevellijn" dienen de voorgevels van hoofdgebouwen of vergelijkbare gevels in deze lijn te worden gebouwd;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - individuele panden" worden de hoofdgebouwen aaneengebouwd, dan wel met een onderlinge afstand van ten hoogste 1,50 meter;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - individuele panden" bedraagt de gevelbreedte ten hoogste 16 meter;
    • 4. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - individuele panden" is sprake van in hoogte variërende voorgevels, met dien verstande dat ten hoogste 3 naast elkaar gelegen voorgevels van gelijke of nagenoeg gelijke hoogte zijn toegestaan;
    • 5. de indeling van voorgevels van de hoofdgebouwen dient te worden bepaald door verticale gerichte elementen, waarbij de onderlinge afstand tussen de elementen - gemeten tussen de denkbeeldige middellijnen van deze elementen - minimaal 1,50 meter en maximaal 2,50 meter bedragen;
    • 6. op de begane grond van als winkel in gebruik zijnde panden mogen geveldoorbrekingen horizontaal gericht zijn, mits hierin een verticale geleding is aangebracht.
  • b. daken:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - individuele panden" dient de kapvorm in overeenstemming te zijn met de kapvorm in de omgeving van het pand, met dien verstande dat:
      • een doorlopende gelijkvormige kap over meerdere panden niet is toegestaan;
      • binnen 0,5 meter achter de voorgevel van een hoofdgebouw geen verticale gevelvlakken mogen worden gebouwd;
      • binnen 3 meter achter de naar het openbare gebied gekeerde gevel van een hoofdgebouw ten hoogste 50% van het theoretisch maximale bouwvolume mag worden bebouwd;
      • de hellingshoek van schuine dakvlakken ten minste 45º en ten hoogste 60º mag bedragen;
      • van panden met een platte kap moeten aan de openbare ruimte grenzende voorgevels zijn voorzien van een kroonlijst die in verhouding staat tot elders in de binnenstad voorkomende kroonlijsten;
      • binnen één bouwblok bij ten hoogste 2 panden per straatwand topgevels zijn toegestaan;
      • de som van de breedte van dakkapellen mag niet meer bedragen dan 30% van de breedte van het betreffende dakvlak, waarbij de breedte van iedere dakkapel afzonderlijk niet meer mag bedragen dan 1,50 meter en de hoogte niet minder dan 125% van de breedte.
    • 2. in de overige plandelen wordt de kapvorm per gebouw of complex van gebouwen bepaald, met dien verstande dat:
      • binnen 0,5 meter achter de voorgevel van een hoofdgebouw geen verticale gevelvlakken mogen worden gebouwd;
      • binnen 3 meter achter de aan de openbare ruimte grenzende gevels van een hoofdgebouw ten hoogste 50% van het theoretisch maximale bouwvolume mag worden bebouwd;
      • de hellingshoek van schuine dakvlakken tenminste 45º en ten hoogste 60º mag bedragen;
      • van panden met een platte kap moeten aan de openbare ruimte grenzende voorgevels zijn voorzien van een kroonlijst die in verhouding staat tot elders in de binnenstad voorkomende kroonlijsten;
      • de som van de breedte van dakkapellen mag niet meer bedragen dan 30% van de breedte van het betreffende dakvlak, waarbij de breedte van iedere dakkapel afzonderlijk niet meer mag bedragen dan 1,50 meter en de hoogte niet minder dan 125% van de breedte.
    • 3. materialen:
      • De toe te passen materialen voor gevels en daken, alsmede het kleurgebruik moeten zijn afgestemd op de plaats in het historische stadsbeeld en de in de binnenstad van Hulst toegepaste materialen, waarbij monumenten en beeldbepalende panden richtinggevend zijn.

25.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de toepassing van materialen en kleurgebruik, als bedoeld in lid 25.2, teneinde gevels of geveldelen en daken meer in overeenstemming te brengen met de karakteristiek van het Beschermd stadsgezicht.

25.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 25.2.2 indien en voor zover geen onevenredige schade wordt toegebracht aan dan wel herstel verzekerd is van het historisch en ruimtelijk karakter van het Beschermd stadsgezicht en nadat de Monumentencommissie in de gelegenheid is gesteld advies uit te brengen.

25.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
25.5.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Beschermd stadsgezicht Bierkaaizonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden, het aanbrengen van andere oppervlakte verhardingen, het wegnemen van stoepen alsmede het wijzigen van de wegindeling;
  • b. het bodemverlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
  • c. het dempen van aanwezige waterlopen;
  • d. het geheel of gedeeltelijk schilderen of pleisteren van muurvlakken;
  • e. het beplanten van gronden met houtgewassen ter plaatse waar de gronden op het tijdstip van het van kracht worden van het plan niet reeds met houtgewassen waren beplant;
  • f. het verwijderen, kappen, rooien of beschadigen van bomen of andere opgaande beplanting.

25.5.2 Uitzonderingen

Het verbod, zoals in het eerste lid bedoeld is niet van toepassing op:

  • a. normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. bij het van toepassing zijn van de Monumentenwet;
  • c. voor het aanbrengen van maximaal 20 m² verharding per bouwperceel.

25.5.3 Toelaatbaarheid

De werken of werkzaamheden, zoals bedoeld in het eerste lid, zijn slechts toelaatbaar indien daardoor geen onevenredige schade wordt toegebracht aan, dan wel herstel is verzekerd van het historische en ruimtelijk karakter van het Beschermd stadsgezicht en nadat de Monumentencommissie in de gelegenheid is gesteld advies uit te brengen.

25.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
25.6.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Beschermd stadsgezicht Bierkaaizonder of in afwijking van een omgevingsvergunning:

  • a. een hoofdgebouw te slopen anders dan ter uitvoering van een bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning is verleend en onherroepelijk geworden.

25.6.2 Toelaatbaarheid

Het slopen, zoals bedoeld in het eerste lid, is slechts toelaatbaar indien daardoor geen onevenredige schade wordt toegebracht aan, dan wel herstel is verzekerd van het historische en ruimtelijk karakter van het Beschermd stadsgezicht en nadat de Monumentencommissie in de gelegenheid is gesteld advies uit te brengen.