direct naar inhoud van Artikel 23 Waarde - Beschermd stadsgezicht 3
Plan: Binnenstad Hulst
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0677.bpbinnenstad-001V

Artikel 23 Waarde - Beschermd stadsgezicht 3

23.1 Bestemmingsomschrijving
23.1.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Beschermd stadsgezicht 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud en/of herstel van het historische en ruimtelijk karakter van het Beschermd stadsgezicht.

23.1.2 Voorrangsregeling

Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.

23.2 Bouwregels
23.2.1 Algemeen

Voor het bouwen van bouwwerken geldt dat bestaande maatvoering (hoogte, oppervlakte, inhoud, situering) mag niet worden vergroot of veranderd tot maximaal de aangegeven maatvoering van de overige aan deze gronden toegekende bestemming, tenzij sprake is van:

  • a. bebouwing welke vanaf de openbare ruimte niet zichtbaar is;
  • b. een verhoging van goot- en/of nokhoogte aan de achterzijde en deze niet meer bedraagt dan 15%;
  • c. erfafscheidingen welke niet grenzen aan het openbaar gebied
  • d. schoorstenen.

23.2.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in 23.2.1 is niet van toepassing indien een omgevingsvergunning betrekking heeft op:

  • a. inpandige verbouwingen, tenzij het samenvoegen van winkelpanden betreft;
  • b. bebouwen binnen de bestaande maatvoering.

23.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de situering, de afmetingen, de vormgeving, de kaprichting, de kaphelling, de kapvorm, de gevelindeling en de toepassing van materialen en kleurgebruik, als bedoeld in lid 23.2, teneinde gevels of geveldelen en daken meer in overeenstemming te brengen met de karakteristiek van het Beschermd stadsgezicht.

23.4 Afwijken van de bouwregels
23.4.1 Voorwaarden

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 23.2teneinde de bestaande bebouwing te vergroten en/of te veranderen, voor zover geen onevenredige schade wordt toegebracht aan dan wel herstel verzekerd is van het historisch en ruimtelijk karakter van het Beschermd stadsgezicht, gelet op:

  • a. bij het plaatsen van een aan- en/of uitbouw:
    • 1. situering;
    • 2. verhouding hoogte ten opzichte van het hoofdgebouw;
    • 3. dakvorm, nokrichting, dakhelling.
  • b. verandering goot- en/of nokhoogte:
    • 1. situering;
    • 2. dakvorm, nokrichting, dakhelling.
  • c. wijziging kapvorm en/of nokrichting:
    • 1. toepassen van een volwaardige kap;
    • 2. afknotten van kappen slechts toegestaan tot maximaal 20% van het dakvlak en het afgeknotte deel op tenminste 3 meter van de voorgevel lijn of zijgevellijn voor zover gekeerd naar de openbare ruimte is gelegen;
    • 3. dakvorm, nokrichting, dakhelling.
  • d. plaatsen van een ondergeschikt bouwdeel:
    • 1. situering waarbij de voorgevellijn niet overschreden mag worden;
    • 2. passendheid in het straatbeeld en zichtbaarheid vanuit openbare ruimte;
    • 3. dakvorm, nokrichting, dakhelling.
  • e. plaatsen van een (vrijstaand) bijgebouw:
    • 1. situering;
    • 2. verhouding hoogte ten opzichte van het hoofdgebouw en overige op het perceel aanwezige gebouwen;
    • 3. dakvorm, nokrichting, dakhelling.
  • f. plaatsen van een erfafscheiding:
    • 1. situering;
    • 2. passendheid in het straatbeeld en zichtbaarheid vanuit openbare ruimte.

23.4.2 Advies

De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 23.4.1 mag slechts worden verleend nadat de Monumentencommissie in de gelegenheid is gesteld advies uit te brengen.

23.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
23.5.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Beschermd stadsgezicht 3' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden, het aanbrengen van andere oppervlakte verhardingen, het wegnemen van stoepen alsmede het wijzigen van de wegindeling;
  • b. het bodemverlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
  • c. het dempen van aanwezige waterlopen;
  • d. het geheel of gedeeltelijk schilderen of pleisteren van muurvlakken;
  • e. het beplanten van gronden met houtgewassen ter plaatse waar de gronden op het tijdstip van het van kracht worden van het plan niet reeds met houtgewassen waren beplant;
  • f. het verwijderen, kappen, rooien of beschadigen van bomen of andere opgaande beplanting.

23.5.2 Uitzonderingen

Het verbod, zoals in lid 23.5.1 bedoeld is niet van toepassing op:

  • a. normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. bij het van toepassing zijn van de Monumentenwet;
  • c. voor het aanbrengen van maximaal 20 m² verharding per bouwperceel.

23.5.3 Toelaatbaarheid

De werken of werkzaamheden, zoals bedoeld in lid 23.5.1, zijn slechts toelaatbaar indien daardoor geen onevenredige schade wordt toegebracht aan, dan wel herstel is verzekerd van het historische en ruimtelijk karakter van het Beschermd stadsgezicht en nadat de Monumentencommissie in de gelegenheid is gesteld advies uit te brengen.

23.6 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
23.6.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Beschermd stadsgezicht 3 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning:

  • a. een hoofdgebouw te slopen anders dan ter uitvoering van een bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning is verleend en onherroepelijk geworden.

23.6.2 Toelaatbaarheid

Het slopen, zoals bedoeld in het eerste lid, is slechts toelaatbaar indien daardoor geen onevenredige schade wordt toegebracht aan, dan wel herstel is verzekerd van het historische en ruimtelijk karakter van het Beschermd stadsgezicht en nadat de Monumentencommissie in de gelegenheid is gesteld advies uit te brengen.