direct naar inhoud van 8.7 Geur
Plan: Buitengebied West Maas en Waal
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0668.BUIWestMenW-BOH1

8.7 Geur

Beleid

Voor een goede afstemming van de woonfunctie op de agrarische functie van het buitengebied is een goed geurbeleid onontbeerlijk. De regels voor de geurhinder van de veehouderijbedrijven zijn vastgelegd in de 'Wet geurhinder en veehouderij'. De belangrijkste regels uit deze wet waarmee in de gemeente rekening gehouden moet worden zijn, vrij samengevat, de volgende.

Voor een groot aantal diersoorten die in veehouderijbedrijven worden gehouden zijn geuremissiefactoren vastgesteld. Deze factoren zijn vastgelegd in een aparte ministeriële regeling die aan deze wet gekoppeld is. Op basis daarvan kan de geuremissie van het veehouderijbedrijf worden berekend.

De gemeente heeft in de geurverordening (vastgesteld op 1 juli 2010) normen voor de geurbelasting op de woningen in de verschillende deelgebieden gedifferentieerd. Dit geldt alleen voor veehouderijen waar dieren worden gehouden waarvoor een geuremissiefactor is vastgesteld. De mogelijke geurbelasting van woningen en andere geurgevoelige objecten mag in het komgebied groter zijn dan elders in de gemeente. De reden is dat het ruimtelijke beleid voor het komgebied erop gericht is om de productieomstandigheden voor agrariërs zo gunstig mogelijk te maken. Een tweede reden is dat in het komgebied relatief minder geurgevoelige objecten voorkomen dan elders in het plangebied.

Deze geurnormen gelden niet voor bedrijfswoningen van andere veehouderijen en voor woningen die vanaf 19 maart 2000 de functie van agrarische bedrijfswoning hebben verloren. Voor deze laatste categorieën geldt een soepeler norm, namelijk de eis dat minimaal 50 meter afstand bewaard moet worden tussen deze woningen en een nabijgelegen veehouderij.

De vermelde geurnormen gelden niet voor veehouderijbedrijven waar dieren worden gehouden waarvoor geen geuremissiefactor is vastgesteld. Ten aanzien van deze bedrijven geldt dat de afstand tussen deze bedrijven en woningen in het buitengebied niet minder mag bedragen dan 50 meter. Indien deze woningen deel uitmaken van de bebouwde kom dan bedraagt deze afstand minimaal 100 meter.

Bestemmingsregeling

Onderzoeksverplichting in het kader van de ruimtelijke procedure.