direct naar inhoud van 4.5 Komgebieden
Plan: Buitengebied West Maas en Waal
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0668.BUIWestMenW-BOH1

4.5 Komgebieden

Het komgebied is primair een agrarisch landschap dat sinds de ruilverkaveling van 50 jaar geleden uitstekend geschikt is voor de landbouw (goede ontsluiting, goede bodemopbouw, weinig (milieu-)belemmeringen). Er is nog de nodige ruimte voor schaalvergroting in de veehouderijsector, zowel in de (melk)rundveehouderij als in de intensieve veehouderij. In de toekomst zullen in het gebied minder agrariërs over zijn, maar de resterende bedrijven zijn groter en hebben een groter areaal grond in gebruik. Kenmerkend voor het komgebied is de openheid. Verdichting (door bebouwing of beplanting) dient zoveel mogelijk te worden voorkomen.

Binnen het komgebied wordt onderscheid gemaakt in zone A en zone B. In zone A is de landbouw de primaire functie. In zone B gaat het tevens om het behoud en het versterken van de bestaande landschappelijke waarden. Delen van het komgebied liggen binnen de begrenzing van de EHS. Bij de ontwikkeling van functies zal rekening moeten worden gehouden met de aanwezige ecologische kwaliteiten en de natuurlijke omstandigheden (de zogenaamde 'kernkwaliteiten en omgevingscondities' van de EHS, zie paragraaf 3.3).

De Grote Wetering en Nieuwe Wetering zijn aangewezen als ecologische verbindingszones. Deze verbindingszones bestaan uit een aantal natuurelementen (stapstenen) die het komgebied doorsnijden. De Reefwetering is eveneens aangewezen als deel van deze verbindingszone. Deels is deze verbindingszone al ontwikkeld, deels nog gepland. Na voltooiing ontstaat een ecologische verbinding tussen de Grote Wetering en het gebied rondom De Meren. Met name het oostelijk deel van het komgebied heeft een waarde als weidevogelgebied. Voorts liggen in het komgebied verspreid enkele eendenkooien die een belangrijk natuurfunctie hebben.

Hoofdlijnen van beleid

  • Er is ruimte voor schaalvergroting en uitbreiding van grondgebonden én niet-grondgebonden agrarische bedrijven (agrarisch bouwperceel standaard tot 1,5 ha, met inrichtingsplan tot 2 ha).
  • Terughoudendheid bij nieuwvestiging van agrarische bedrijven op een geheel onbebouwde locatie. Bij voorkeur vindt nieuwvestiging van een grondgebonden agrarisch bedrijf plaats op percelen van voormalige burgerwoningen.
  • Geen glastuinbouwbedrijven. Wel is intensivering van tuinbouw en fruitteelt mogelijk door het gebruik van teeltondersteunende voorzieningen.
  • Ruimte voor nieuwe recreatieve functies, waaronder recreatief medegebruik, verblijfsrecreatie in bestaande gebouwen, kleinschalige kampeerterreinen, kleinschalige horeca. In zone B (Agrarisch met waarden - Komgebied en EHS-verbinding) bestaan enige beperkingen vanwege de te beschermen waarden in deze gebieden.

Voor het grootse deel van het komgebied, te weten zone A, waar het agrarisch gebruik van de grond voorop staat, is de bestemming 'Agrarisch-Komgebied' opgenomen. Voor zone B, waar naast het agrarische belang vooral het behoud van de openheid een grote rol speelt, is de bestemming 'Agrarisch met waarden - Komgebied' opgenomen. In de komgebieden liggen ook een aantal bossen en natuurterreinen. Deze zijn opgenomen in de desbetreffende bestemmingen. Deze bestemmingen en de andere enkel- en dubbelbestemmingen die op de komgebieden betrekking hebben worden behandeld in hoofdstuk 5.