direct naar inhoud van 4.3 Uiterwaarden
Plan: Buitengebied West Maas en Waal
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0668.BUIWestMenW-BOH1

4.3 Uiterwaarden

De uiterwaarden van de Waal en de Maas zijn in gebruik als extensief beheerd grasland, natuurgebied en water. Ze maken deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur en van de Natura 2000-gebieden


De uiterwaarden zijn landschappelijk en ecologisch van grote betekenis. Natuurontwikkeling staat hier voorop, in combinatie met de mogelijkheid tot rivierverruimende maatregelen (ruimte voor de rivier). De eisen die voortvloeien uit de aanwijzing tot EHS, de status van de uiterwaarden van de Waal als Natura 2000-gebied en eisen op basis van de Beleidslijn Grote Rivieren leiden ertoe dat zeer terughoudend wordt omgegaan met het toevoegen van nieuwe bebouwing. Natuur, landschap en water vormen de hoofdfuncties.


In de uiterwaarden Over de Maas en Moleneindsche Waard vindt een grootschalige zandwinning plaats. Na voltooiing van de zandwinning zal het terrein worden ingericht als natuurgebied en deel uitmaken van de EHS. Dit gebied, dat in totaal een omvang heeft van 275 ha, is vanwege de lopende winningsactiviteiten buiten de begrenzing van het bestemmingsplan Buitengebied gelaten.

In de Dreumelse waard heeft vanaf de jaren ´70 van de vorige eeuw tot het begin van het huidige decennium ook zand- en grindwinning plaatsgevonden. Daardoor is een winningsplas ontstaan. Deze is, samen met het aangrenzende terrein, na de beëindiging van de winning ingericht als natuurgebied.

De Dreumelse waard maakt deel uit van het plangebied. In een deel van de winningsplas en het aangrenzende oeverland is speciedepot gelegen. Het storten van baggerspecie of verontreinigde grond vindt niet meer plaats.


Hoofdlijnen van beleid

  • Geen uitbreiding, verplaatsing of nieuwvestiging van agrarische bedrijven in de uiterwaarden.
  • Er liggen drie agrarische bedrijven in het plangebied waarvan het bouwperceel of een deel daarvan in de uiterwaarden ligt, te weten de bedrijven: Moordhuizen 1 - Alphen, Greffelingsedijk 25 – Alphen en Berghuizen 3 Maasbommel. Deze bedrijven kunnen hun bedrijfsvoering voortzetten maar uitbreiding op de buitendijkse delen van de bouwpercelen is niet mogelijk.
  • Geen nieuwe woningen, behalve bij sloop van vrijkomende bedrijfsgebouwen.
  • Vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen mogen worden gebruikt voor andere bedrijfsmatige activiteiten. Het beleid voor vrijgekomen agrarische bebouwing (VAB-beleid) is ook van toepassing in de uiterwaarden. Het aantal mogelijke nieuwe functies is echter beperkt in vergelijking met het binnendijks gelegen gebied.
  • Extensieve recreatie en kleinschalige recreatie worden toegelaten als nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf of als nieuwe functie van vrijkomende agrarische bebouwing.
  • Het recreatieve (mede)gebruik van het gebied kan verder worden ontwikkeld door de aanleg van wandel- en fietsroutes. Zo ontstaan er meer mogelijkheden voor de beleving van het landschap.

Nieuwe ontwikkelingen zijn pas mogelijk als de rivierbeheerder, te weten Rijkswaterstaat, het waterschap Rivierenland en de gemeente daar toestemming voor geven. Er mag namelijk geen conflict ontstaan met de nationale Beleidslijn Grote Rivieren. Indien blijkt dat de bouw van een woning in de uiterwaarden in het kader van de functiewijziging van vrijkomende gebouwen niet mogelijk is, dan kan gezocht worden naar een perceel op een binnendijkse locatie om de woning te bouwen.

Voor het deel van de uiterwaarden waar de bovenvermelde ontwikkelingen mogen plaatsvinden, te weten de gronden die hoofdzakelijk in agrarisch gebruik zijn, is de bestemming 'Agrarisch met waarden-Uiterwaard' in het plan opgenomen. In de uiterwaarden liggen ook natuurterreinen. Deze zijn opgenomen in de bestemming 'Natuur'. Deze bestemming en de verschillende dubbelbestemmingen die op de uiterwaarden betrekking hebben worden behandeld in hoofdstuk 5.