direct naar inhoud van 3.5 Gemeentelijk beleid
Plan: Buitengebied West Maas en Waal
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0668.BUIWestMenW-BOH1

3.5 Gemeentelijk beleid

Visie toerisme en recreatie, van A naar B; Gemeente West Maas en Waal (2004)

De visie toerisme en recreatie biedt handvaten om snel over te kunnen gaan tot een verdere economische toetsing van initiatieven en projecten. Daarnaast biedt de visie middels een checklist een toetsingskader en maakt deze duidelijk op welke punten het voor de gemeente zinvol en haalbaar is om met betrekking tot toerisme en recreatie de weg van de ontwikkelingsplanologie op te gaan.

In de gemeente is er behoudens De Gouden Ham, De Schans en de Tuinen van Appeltern geen zonering van gebieden waar de toeristisch-recreatieve ontwikkeling wordt gestimuleerd, dan wel geweerd.

Een viertal sterktes lenen zich om verder uitgewerkt te worden tot enkele unieke verkoopargumenten van de gemeente: dijkenlandschap met veren, ponten en fietsmogelijkheden, cultuurhistorie, inclusief sluizen gemalen en wielen, beroepsvaart en handelsroutes (Euregio) en watersport.

De volgende beleidsvoornemens uit deze visie zijn relevant voor de recreatieve ontwikkelingsmogelijkheden binnen het plangebied:

  • creëren van ruimte voor kwaliteitsverbetering van bestaande accommodaties zodat ondernemers op de marktontwikkeling kunnen inspelen (grotere standplaatsen, kamers etc.);
  • versterken van een samenhangende fiets- en wandelpadenstructuur met bijbehorend informatienetwerk.

Visie en toetsingskader Gouden Ham / De Schans Gemeente West Maas en Waal (2005)

In deze visie wordt een integrale, ruimtelijke afweging gegeven van de mogelijkheden van recreatieontwikkeling in de gebieden Gouden Ham en De Schans. Beide gebieden vormen namelijk samen het zwaartepunt van de toeristisch-recreatieve bedrijvigheid in West Maas en Waal. De visie dient als toetsingskader bij verdere ruimtelijke invulling van het gebied.

De Gouden Ham wordt in de visie opgedeeld in vijf deelgebieden met verschillende doelstellingen:

  • Maasbommel en omgeving: ontwikkeling van hoogwaardige recreatie net behoud van zelfstandigheid en authenticiteit van de kern Maasbommel en het landschap in haar omgeving;
  • Blauwe Sluis en omgeving: het concentreren en verder ontwikkelen van recreatieve activiteiten;
  • Entreegebied: het accentueren van het entreegebied tot de Gouden Ham en een recreatieve ontwikkeling die past bij de aanwezige ruimtelijke maat en grootschaligheid;
  • Maaslanden en Langeland: handhaving en versterking van het dagrecreatief bedrijf;
  • Natuurgebied: het behouden en beleefbaar maken van de aanwezige rust en natuurwaarden.

De Schans wordt in de visie opgedeeld in twee deelgebieden: binnendijks en buitendijks. Voor het gehele gebied wordt een recreatievorm voorgestaan die dient als planologische aanvulling op activiteiten van de Gouden Ham, passend in het kleinschalige landschap van de oeverwal. De landelijke uitstraling van het gebied blijft behouden. Binnendijks is er voornamelijk ruimte voor aanvullingen op de bebouwde recreatieve voorzieningen. Buitendijks zullen voornamelijk aanvullingen op de watersportactiviteiten plaats vinden.

De visie bepaalt dat De Gouden Ham en De Schans worden aangewezen als toeristisch, recreatieve ontwikkelingszone van de gemeente. Deze ontwikkelingszone is niet in het plangebied van dit bestemmingsplan opgenomen omdat de planvorming voor dit gebied nog niet is afgerond.


Zoekzones landschappelijke versterking Gemeente West Maas en Waal (2006)

De regio Rivierenland heeft in het kader van de streekplanuitwerking 'Zoekzones stedelijke functies en landschappelijke versterking' het beleidskader 'Landschapsversterkende bebouwing' opgesteld. Dit beleidskader vormt de basis voor de inventarisatie van de zoekzones landschappelijke versterking van de gemeenten in de regio.


In de gemeente zijn de rivieroeverwallen aangewezen als gebieden waar behoud en ontwikkeling van de afwisselende landschapsstructuur en versterking van groene relaties tussen dorpen en buitengebied kan plaatsvinden. In het LOP zijn deze zones nader bepaald en uitgewerkt.

Voor elk initiatief dat binnen het kader van het LOP past, moet een apart bestemmingsplan worden gemaakt.


Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan 2004 
Dit plan (afgekort GVVP) vertaalt het beleid van de Rijksoverheid op verkeersgebied in gemeentelijk beleid. De visie van de gemeente die in het GVVP wordt ontvouwd heeft betrekking op de thema's bereikbaarheid, veiligheid, (ruimtelijke) ontwikkelingen en de gevolgen daarvan voor het verkeer, leefomgeving en wegbeheer. Met name de thema's bereikbaarheid en ruimtelijke ontwikkelingen zijn vertaald in concreet te voeren beleid.


Het GVVP zal worden geactualiseerd. Het GVVP heeft geen gevolgen voor het bestemmingsplan Buitengebied.

Structuurvisie Buitengebied 2020

Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening in ons land van kracht geworden. Voor gemeenten betekent dat, dat zij een structuurvisie moeten opstellen. De gemeente West Maas en Waal heeft voor wat betreft haar buitengebied in 2010 aan die verplichting voldaan door het opstellen van de ´Structuurvisie Buitengebied 2020´.

Deze structuurvisie bevat een brede visie op de toekomst van het buitengebied en vormt het beleidskader voor alle ruimtelijke ontwikkelingen. De visie bestaat uit twee delen. Het eerste deel gaat in op de noodzakelijke inventarisatie en analyse van het plangebied, terwijl het tweede deel de daadwerkelijke visie voor de toekomst op het plangebied omschrijft. Deze visie ligt ten grondslag aan de hoofdstukken 4 tot en met 6.

Besluit tot inperking VAB-beleid en intrekking Beleidsnota Kleinschalige Woningbouw (2011)

Het regionale VAB-beleid uit 2007 (zie paragraaf 3.4) biedt voor de regionale gemeenten een 'algemeen' beleidskader. Het gemeentelijke VAB-beleid is daarop geënt. Daar waar nodig en gewenst kan dit door de deelnemende gemeenten worden bijgesteld. Randvoorwaarde is dat deze bijstelling niet leidt tot ruimere bouwmogelijkheden in termen van aantallen woningen of de omvang van de nieuwbouw.

Begin 2011 werd duidelijk dat de economische recessie en de inzakkende woningbouwmarkt het noodzakelijk maakten om het gemeentelijke woningbouwprogramma naar beneden bij te stellen. Een en ander had ook gevolgen voor het gemeentelijke VAB-beleid zoals dat tot dan toe had gegolden.
Besloten is om de mogelijkheid van het bouwen van 2 nieuwe woningen binnen het VAB-beleid in ruil voor de sloop van meer dan 2500 m2 terug te brengen naar de mogelijkheid om slechts 1 nieuwe woning terug te bouwen. Verder werd besloten dat er geen woongebouwen meer konden worden gebouwd met daarin meerdere wooneenheden.

Door het terugbrengen van voornoemde mogelijkheden binnen het VAB beleid werd ook deels gehoor gegeven aan de dwingende oproep van de provincie tot een beleidswijziging.

Landschapsontwikkelingsplan West Maas en Waal

In de structuurvisie zijn hoofdkeuzen ten aanzien van de ruimtelijke en landschappelijke ontwikkelingen gemaakt. Tevens is in de structuurvisie bepaald dat nieuwe ontwikkelingen op zodanige wijze in het landschap worden ingepast dat de bestaande landschappelijke (en daarmee ook de cultuurhistorische) waarden worden gerespecteerd en waar mogelijk vergroot. De wijze waarop deze inpassing moet plaatsvinden is beschreven in het LOP uit 2011.

De handreikingen uit het LOP voor de landschappelijke inpassing hebben betrekking op de volgende aspecten:

  • landschappelijke versterking en inpassing erven;
  • zoekzones landschappelijke versterking en kernranden;
  • waterberging;
  • versterken natuurwaarden;
  • vergroten recreatieve beleefbaarheid.

Afwegingskader Bodemstoffen West Maas en Waal

Het afwegingskader Bodemstoffen West Maas en Waal (vastgesteld 13 januari 2011) bevat het beleid dat de gemeente voert met betrekking tot de winning van zand en grind, het storten van baggerspecie en het hergebruik van bouwstoffen. Met dit beleid moet voorkomen worden dat zand en grind op een willekeurige wijze wordt gewonnen zonder oog voor de kwaliteit van de omgeving (landschap, ecologie, archeologisch, cultuurhistorische waarden enz.). Verder moet voorkomen worden dat onbruikbare materialen in de bodem terechtkomen op plaatsen waar dat niet gewenst is en op een wijze die de bodem- en de waterkwaliteit aan kan tasten.

De belangrijkste ruimtelijk relevante beleidsdoelen zijn de volgende:

  • een absoluut verbod van diepe zandwinning (dieper dan 3 meter) en de berging van gebiedsvreemde bodemstoffen in het binnendijks gelegen deel van de gemeente;
  • de winning en berging van zand en grind en het storten van baggerspecie of andere bouwstoffen mag alleen geschieden als het past in een kader van een project dat tevens bijdraagt aan de verhoging van de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied;
  • de ruimtelijke afweging van belangen dient mede te geschieden in het kader van de ruimtelijke ordening en een daarbij passende juridische procedure.