direct naar inhoud van Artikel 35 Algemene aanduidingsregels
Plan: Buitengebied West Maas en Waal
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0668.BUIWestMenW-BOH1

Artikel 35 Algemene aanduidingsregels

35.1 Ecologische hoofdstructuur

Ingrepen in de ecologische hoofdstructuur, ter plaatse van de aanduiding 'ecologische hoofdstructuur' zijn niet toegestaan tenzij aangetoond is dat de ingrepen de ecologische kernkwaliteiten en omgevingscondities van de ecologische hoofdstructuur niet aantasten.

35.2 Geluidzone - industrie

In afwijking van het bepaalde bij de aangewezen bestemmingen is het niet toegestaan nieuwe geluidsgevoelige objecten te bouwen of geluidsgevoelige terreinen aan te leggen of in te richten ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie', te weten de 50 dB(A) zone behorende bij het industrieterrein.

35.3 Veiligheidszone - lpg
35.3.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met een LPG-installatie.

35.3.2 Bouwregels
  • a. In afwijking van de regels in de onderliggende bestemmingen zijn op de in artikel 35.3.1 bedoelde gronden geen kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegestaan.
  • b. In afwijking van de regels in de onderliggende bestemmingen mogen geen nieuwe gebouwen worden gebouwd ten behoeve van de in lid a van dit artikel genoemde functies.

35.3.3 Afwijking van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van de regels in artikel 35.3.2 voor het toestaan van de in artikel 35.3.2 genoemde functies en het bouwen van gebouwen ten behoeve van die functies, voor zo ver in overeenstemming met de andere bestemming, mits ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd.

35.3.4 Wijziging

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van:

  • a. het verplaatsen of verkleinen van de zone met de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' in verband met het verplaatsen van het LPG-vulpunt c.q het verkleinen van de LPG-doorzet als aangeduid op de verbeelding, mits het woon- en leefmilieu van de aangrenzende gronden niet verslechtert.
  • b. het verwijderen van de op de verbeelding aangegeven aanduiding 'veiligheidszone - lpg' mits het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de LPG-installatie wordt beëindigd.

 

35.4 Vrijwaringszone - molenbiotoop

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' geldt ten behoeve van het behoud, beheer en herstel van de cultuurhistorische waarden van de molen, het volgende:

35.4.1 Bouwen

Onverminderd het bepaalde in deze regels met betrekking tot het bouwen bepaalde mogen binnen een afstand van 400 m van de molen geen nieuwe bouwwerken worden gebouwd.

35.4.2 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 35.4.1 teneinde het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemmingen toe te staan, mits de hierdoor hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, het huidige en het toekomstige functioneren van de molen als werktuig door windbelemmering, niet onevenredig in gevaar kan worden gebracht. Hiertoe wordt advies ingewonnen bij een terzake kundig adviseur.

35.4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders met het oog op de bescherming van de noodzakelijk windvang de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten voeren:
    • 1. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur met een grotere hoogte dan de molenbelt/stelling;
    • 2. het ophogen van gronden met een grotere hoogte dan de molenbelt/stelling;
    • 3. het beplanten met bomen, heesters en andere opgaande begroeiing met een grotere hoogte dan de molenbelt/stelling;
  • b. Het onder 35.4.3, sub a, vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:
    • 1. werken of werkzaamheden, die het normale onderhoud betreffen overeenkomstig de overige bestemmingen van deze gronden, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn en/of voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming;
    • 2. welke ten tijde van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren;
    • 3. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning is verleend;
    • 4. binnen het kader van het op de bestemming van die gronden gerichte normale onderhoud en beheer, dan wel die welke voortvloeien uit het normale gebruik.
  • c. De onder 35.4.3, sub a bedoelde werken of werkzaamheden zijn toelaatbaar, indien door die werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, het huidige en/of toekomstig functioneren van de molen als werktuig door windbelemmering niet onevenredig in gevaar kan worden gebracht. Hiertoe wordt advies ingewonnen bij een terzake kundig adviseur.