direct naar inhoud van Artikel 31 Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed
Plan: Buitengebied West Maas en Waal
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0668.BUIWestMenW-BOH1

Artikel 31 Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed

31.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. waterberging;
  • b. aan- en -afvoer van rivierwater, ijs en sediment.

met daarbij behorende andere bouwwerken.

31.2 Bouwregels
31.2.1 Gebouwen

Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

31.2.2 Andere bouwwerken

Op of in de tot 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' bestemde grond mag niet worden gebouwd, met uitzondering van waterstaatkundige andere bouwwerken die noodzakelijk zijn in verband met de waterhuishouding en/of de regeling van het verkeer te water.

31.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 31.2 voor de bouw van bouwwerken die zijn toegelaten op grond van de aan de desbetreffende gronden gegeven hoofdbestemmingen, mits geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan van de belangen van het kwantitatieve waterbeheer. Voorts onder de voorwaarde dat vooraf een positief advies is ontvangen van de waterbeheerder.

31.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen gebouwen zijnde, of van werkzaamheden
31.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:

  • a. het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen, egaliseren, afgraven, diepploegen, indrijven of ophogen;
  • b. het aanleggen van watergangen, het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen;
  • c. het aanbrengen van gesloten oppervlakteverharding, het aanleggen van kabels en/of leidingen en daarmee verband houdende constructies;
  • d. het aanbrengen, vellen en/of rooien van bomen en/of diepwortelende beplantingen.

31.4.2 Uitzondering op verbod

Geen omgevingsvergunning is vereist voor werken van geringe omvang en werken:

  • a. die in het kader van het normale beheer en onderhoud worden verricht;
  • b. waarvoor een omgevingsvergunning is verleend.

31.4.3 Afwegingscriteria

Omgevingsvergunningen kunnen slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van het stroomvoerend waterbed en vooraf een positief advies is ontvangen van de waterbeheerder.