direct naar inhoud van Artikel 26 Leiding - Leidingstrook
Plan: Buitengebied West Maas en Waal
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0668.BUIWestMenW-BOH1

Artikel 26 Leiding - Leidingstrook

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Leidingstrook' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, de instandhouding en bescherming van leidingstrook.

26.2 Bouwregels

Binnen deze dubbelbestemming mogen geen gebouwen, bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken ten behoeve van de onderliggende bestemmingen worden gebouwd met uitzondering van andere bouwwerken ten dienste van de dubbelbestemming met een maximale hoogte van 3 m.

26.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen gebouwen zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden op de tot 'Leiding - Leidingstrook' bestemde grond, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, of te laten uitvoeren, die de veiligheid kunnen schaden of de continuïteit van de energievoorziening in gevaar kunnen brengen:
    • 1. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
    • 2. het uitvoeren van graafwerkzaamheden;
    • 3. het uitvoeren van heiwerken of het anderszins indringen van voorwerpen;
    • 4. het aanbrengen van diepgewortelde beplanting en of bomen;
    • 5. het vellen of rooien van houtgewas.
  • b. Het onder 26.3.a vervatte verbod geldt niet voor de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden:
    • 1. die het normale onderhoud en beheer van de gasleiding betreffen;
    • 2. die op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt in uitvoering zijn.
  • c. De werken en werkzaamheden als bedoeld onder 26.3.a zijn slechts toelaatbaar indien door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de gasleidingen en/of energievoorziening ontstaat of kan ontstaan;
  • d. Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld onder 26.3.a wordt het advies ingewonnen van de beheerder van de leidingstrook.