direct naar inhoud van Artikel 11 Gemengd - 1
Plan: Buitengebied West Maas en Waal
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0668.BUIWestMenW-BOH1

Artikel 11 Gemengd - 1

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de volgende bij wegen behorende voorzieningen:
    • 1. bermen en taluds;
    • 2. kunstwerken;
    • 3. (bouw)werken van (beeldende) kunst;
    • 4. fietspaden en trottoirs;
    • 5. voorzieningen voor de verkeersgeleiding;
    • 6. faunapassages;
    • 7. parkeren;
  • b. waterberging ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - waterretentie' en watergangen;
  • c. de uitoefening van grondgebonden agrarisch gebruik;
  • d. groenvoorzieningen met als doel de naastgelegen weg landschappelijk in te passen,

met daarbij behorende andere bouwwerken.

11.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen andere bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

11.2.1 Andere bouwwerken

Er zijn andere bouwwerken toegestaan, waarvoor de volgende regels gelden:

  • a. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer dan 2,5 m bedragen (te meten vanaf de kruin van de weg) met uitzondering van bouwwerken van (beeldende) kunst;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a mag de bouwhoogte van voorzieningen voor de verkeersgeleiding en kunstwerken niet meer dan 10 m bedragen (te meten vanaf de kruin van de weg). De bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer dan 12 m bedragen (te meten vanaf de kruin van de weg).
11.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. niet-grondgebonden agrarisch gebruik, boom- en sierteelt, kwekerijen, fruitteelt en glastuinbouw;
  • b. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.