Gemeente:
Goes
Plannaam:
Marconistraat 2010
Status:
Vastgesteld
Status Datum:
13-02-2012

Regels

Behorende bij het bestemmingsplan “Marconistraat” van de gemeente Goes.

 

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

 

Artikel 1 Begrippen

 

  1. Het plan: het Bestemmingsplan “Marconistraat” van de gemeente Goes;

  2. Bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0664.BPGW15, met de bijbehorende regels (en bijlagen);

 

  1. Bedrijfsvloeroppervlak: de totale vloeroppervlakte van kantoren, winkels of bedrijven, met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten;

 

  1. Aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de Regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

  2. Aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

  3. Antennemast: een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbijbehorende bevestigingsconstructie;

  4. Archeologische waarde: de aan het gebied toegekende waarde gekenmerkt door voorwerpen of bewoningssporen van vroegere samenlevingen direct onder het aardoppervlak;

  5. Bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

  6. Bedrijf: een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van de ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;

  7. Bedrijfsgebouw: een gebouw dat dient voor de uitoefening van een of meer bedrijfsactiviteiten;

  8. Bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen en aantallen: afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen en aantallen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand kunnen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet;

  9. Bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak;

  10. Bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

  11. Bevi-inrichting: bedrijf zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;

 

  1. Bijbehorend bouwwerk: uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw of ander bouwwerk, met een dak;

  2. Bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

  3. Bouwgrens: de grens van een bouwvlak;

  4. Bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten (bouwvlak plus erf);

  5. Bouwperceelgrens: een grens van een bouwperceel;

  6. Bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

  7. Bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

  8. Bouwwerk, geen gebouw zijnde: een ander bouwwerk;

 

  1. Deskundige: een door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake een specifiek aspect van de ruimtelijke ordening.

  2. Detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, hieronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

  3. Detailhandel in volumineuze goederen/perifere detailhandel: detailhandel in de volgende categorieën:

a. auto’s, keukens, badkamers, boten, motoren, caravans, landbouwwerktuigen en grove bouwmaterialen en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en materialen;

b. tuincentra;

c. grootschalige meubelbedrijven, al dan niet – in ondergeschikte mate – in combinatie met woninginrichting en stoffering;

d. bouwmarkten;

e. sport & spel met een minimale oppervlakte van 750 m²;

f. fiets- en autoaccessoires met een minimale oppervlakte van 750 m²;

g. bruin- en witgoed met een minimale oppervlakte van 1.500 m²;

 

  1. Dienstverlening: het bedrijfsmatig verlenen van diensten, zoals reisbureaus, kapsalons, wasserettes, autorijscholen en videotheken;

  2. Gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

  3. Groothandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen of leveren van goederen aan wederverkopers, personen, bedrijven of instellingen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.

  4. Hoofdgebouw: een gebouw of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

  5. Horecabedrijf: een bedrijf, gericht op één of meer van de navolgende activiteiten

a. het verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken;

b. het exploiteren van zaalaccommodatie;

c. het verstrekken van nachtverblijf.

  1. Nutsvoorzieningen: voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, duikers, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, etc.;

  2. Ondergeschikte detailhandel: detailhandelvoorziening binnen een andere bestemming, ten behoeve waarvan aansluitend op de hoofdfunctie een ruimte is ingericht, uitsluitend voor de verkoop van met de hoofdfunctie rechtstreeks verband houdende artikelen;

 

  1. Ondergeschikte horeca: horecavoorziening binnen een andere bestemming, ten behoeve waarvan aansluitend op de hoofdfunctie een ruimte is ingericht, in oppervlakte ten hoogste 15% van de bedrijfsvloeroppervlakte van de hoofdfunctie tot ten hoogste 25 m²;

  2. Overkapping: een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak;

  3. Peil: voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk grenst aan een weg: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang. In andere gevallen: de gemiddelde hoogte van de grond die de gebouwen en bouwwerken geen gebouwen omringt;

  4. Seksinrichting: een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Hieronder worden in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;

  5. Staat van Bedrijfsactiviteiten: de Staat van Bedrijfsactiviteiten die deel uitmaakt van deze regels;

  6. Staat van Horeca-activiteiten: de Staat van Horeca-activiteiten die deel uitmaakt van deze regels;

 

  1. Verkoopvloeroppervlak: de verkoopruimte, dat wil zeggen de voor het winkelend publiek toegankelijke ruimte van een detailhandelsbedrijf, inclusief de etalages en de ruimte achter de toonbanken en kassa’s;

  2. Voorgevelrooilijn: denkbeeldige dan wel op de verbeelding aangegeven lijn die strak loopt langs de voorgevel van een hoofdgebouw tot aan de perceelsgrenzen;

  3. Voorgevel van een hoofdgebouw: het naar de wegzijde gekeerde deel van een hoofdgebouw; indien meerdere delen van het hoofdgebouw naar de weg gekeerd zijn, is de op de verbeelding aangegeven voorgevelrooilijn bepalend;

 

  1. Wgh- inrichtingen: bedrijven als genoemd in artikel 2.4 van het Inrichtingen –en vergunningsbesluit milieubeheer die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.

Artikel 2 Wijze van meten

 

 

2.1 Afstanden

Afstanden van bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot de perceelsgrens worden daar gemeten, waar deze afstanden het kleinst zijn;

 

2.2 Bebouwd oppervlak

Het bebouwd oppervlak van een bouwperceel, of een ander terrein wordt bepaald door de oppervlakten van alle op een terrein gelegen gebouwen bij elkaar op te tellen, tenzij in de regels anders is bepaald;

 

2.3 Bebouwingspercentage

Het bebouwingspercentage wordt per bouwperceel berekend van het totale bouwperceel waar het percentage is ingeschreven;

 

2.4 Bouwhoogte

De hoogte van een bouwwerk wordt gemeten vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde met uitzondering van ongeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

 

2.5 Breedte en diepte van een gebouw of ander bouwwerk

De breedte en diepte van een bouwwerk wordt gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of tot het hart van de scheidingsmuren, met dien verstande, dat wanneer de betreffende gevelvlakken niet evenwijdig lopen of verspringen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste maat;

 

2.6 Dakhelling

De dakhelling van een bouwwerk wordt gemeten langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

 

2.7 Goothoogte van een bouwwerk

De goothoogte van een bouwwerk wordt gemeten vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druilijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

 

2.8 Inhoud van een bouwwerk

Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het art van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

 

2.9 Oppervlakte van een bouwwerk

De oppervlakte van een bouwwerk wordt gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

 

2.10 Vloeroppervlak (netto)

Het (netto) vloeroppervlak van een bouwwerk wordt gemeten binnenwerks, op de vloer van de ruimten, die ingevolge het plan worden of kunnen worden gebruikt overeenkomstig de aan de gronden toegekende bestemming, zonder aftrek van niet dragende scheidingsmuren.

 

HOOFDSTUK 2 Bestemmingsregels

 

Artikel 3 Bedrijf

 

 

3.1 Bestemmingsomschrijving

 

3.1.1. De voor "Bedrijf" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. ter plaatse van de aanduiding "bedrijf van categorie B1": bedrijfsmatige activiteiten voor zover deze voorkomen in de categorieën A en B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;

  2. ter plaatse van de aanduiding “nutsvoorziening”: uitsluitend een nutsvoorziening;

  3. ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf”: uitsluitend een garagebedrijf;

  4. verhardingen, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, verkeers- en verblijfsvoorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming;

  5. detailhandel en kantoren als ondergeschikte nevenactiviteit bij de ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteiten;

 

met dien verstande dat:

 

  1. binnen een risicocontour 10-6/jaar geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten mogen worden opgericht;

  2. vuurwerkbedrijven niet zijn toegestaan;

  3. Wgh- inrichtingen niet zijn toegestaan.

 

 

3.2 Bouwregels

 

3.2.1 Algemeen

 

Op deze gronden mogen, met in achtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, de volgende bouwwerken worden gebouwd:

a. hoofdgebouwen;

b. bijbehorende bouwwerken;

c. bouwwerken, geen gebouw zijnde.

 

 

3.2.2 Gebouwen

 

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

a. gebouwen mogen uitsluitend binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken worden gebouwd;

b. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste het met de maatvoeringsaanduiding aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak. Indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwvlak;

c. bij toepassing van hellende dakvlakken bedraagt de dakhelling ten minste 30° en maximaal 55°.

 

 

 

3.2.3 Maatvoering

 

 

bouwwerk

Maximale goothoogte

Maximale bouwhoogte

a.

Hoofdgebouwen

Zie de op de verbeelding aangegeven maat;

 

Zie de op de verbeelding aangegeven maat;

b.

Bijbehorende bouwwerken

3,2 meter

5 meter

c.

Bouwwerken geen gebouwen zijnde

-

2 meter;

vóór de voorgevelrooilijn ten hoogste 1 meter;

 

Vlaggenmasten: 8 meter

d.

Overkappingen

3,2 meter

3,2 meter

 

 

3.3 Nadere eisen

 

3.3.1 Nadere eisen

 

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen, nadere eisen te stellen ten aanzien van:

a. de situering van bedrijven en bedrijfsuitbreidingen;

b. de plaatsing van hoofdgebouwen bijbehorende bouwwerken ten opzichte van de perceelsgrens en ten opzichte van elkaar;

c. de plaatsing en afmeting van bouwwerken geen gebouwen zijnde;

d. de inrichting van de gronden voor wat betreft de aanleg en profilering van toegangs- en ontsluitingswegen;

e. het gebruik van de gronden ten behoeve van opslagdoeleinden;

f. de dakhelling van hellende dakvlakken van gebouwen;

g. de plaatsing en vormgeving van bouwwerken geen gebouwen zijnde.

 

3.3.2 Voorwaarden

 

De in lid 3.3.1 bedoelde nadere eisen mogen slechts worden gesteld met het doel te voorkomen dat de belangen van derden worden geschaad of afbreuk wordt gedaan aan de doeleinden van het plan en met het oog op de bereikbaarheid van gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en gronden in verband met calamiteiten.

 

 

3.4 Afwijking van de bouwregels

 

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in:

 

3.4.1 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

 

a. lid 3.2.3. sub c mits deze maat met ten hoogste 1 meter zal worden overschreden. Voor

vlaggenmasten kan een afwijking verleend worden voor een maximale hoogte van 10 meter.

 

 

3.4.2 Voorwaarden

 

De in lid 3.4.1. bedoelde afwijkingen mogen slechts worden verleend op voorwaarde dat:

 

a. het samenhangend straat- en bebouwingsbeeld en de verkeers)veiligheid niet worden aangetast;

b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven

gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

 

 

3.5 Specifieke gebruiksregels

 

a. tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 3.1. wordt in ieder geval

gerekend:

I. Het in gebruik nemen van onbebouwde gronden ten behoeve van opslagdoeleinden, voor zover de opslag geschiedt op onbebouwde gronden tussen de weggrens en (het verlengde) van de voorgevel van de gebouwen. Het opslaan in de open ruimte van bouwmaterialen, puin en specie is uitsluitend toegestaan in verband met normale onderhoudswerkzaamheden.

 

 

3.6 Afwijking van de bouwregels

 

 

3.6.1 Afwijking

 

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in:

a. lid 3.1. voor de uitoefening van een bedrijfsactiviteit die voorkomt in een hogere categorie van de

Staat van Bedrijfsactiviteiten, mits deze activiteit naar haar aard en invloed op de omgeving kan

worden gelijkgesteld met een krachtens lid 1 ter plaatse toegelaten categorie bedrijfsactiviteiten;

b. lid 3.1. voor de uitoefening van een bedrijfsactiviteit die niet voorkomt in de Staat van

Bedrijfsactiviteiten, mits deze activiteit naar haar aard en invloed op de omgeving kan worden

gelijkgesteld met een krachtens lid 1 ter plaatse toegelaten categorie bedrijfsactiviteiten.

 

 

3.6.2 Voorwaarden

 

De in lid 3.6.1. bedoelde afwijkingen mogen slechts worden verleend op voorwaarde dat:

 

a. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig

worden aangetast.

b. het samenhangend straat- en bebouwingsbeeld en de (verkeers)veiligheid niet worden aangetast;

c. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven

gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

 

3.7 Wijzigingsbevoegdheid

 

 

3.7.1 Wijzigingsbevoegdheid vestiging perifere detailhandel

 

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Bedrijf met de aanduidingen “bedrijf van categorie B1” en “specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf” te wijzigen ten behoeve van de vestiging van perifere detailhandel, onder de volgende voorwaarden:

1. artikel 4 is van toepassing;

2. er dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid.

 

 

3.7.2 Wijzigingsbevoegdheid categorie-indeling

 

Burgemeester en wethouders kunnen de categorie-indeling van bedrijfactiviteiten wijzigen indien een verandering in de belasting van de desbetreffende typen van bedrijven op het milieu als gevolg van technologische ontwikkelingen daartoe aanleiding geeft.

 

 

3.7.3 Voorwaarden

 

Voordat toepassing wordt gegeven aan de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in lid 3.7.1 dient een milieudeskundige te worden gehoord met betrekking tot de vraag of aan de in de desbetreffende artikelen genoemde criteria voor het toepassen van de wijziging is voldaan.

 

 

3.7.4 Procedureregels

 

Bij het toepassen van de bevoegdheid als bedoeld in lid 3.7.1. en lid 3.7.2. zijn de algemene

procedureregels van artikel 14 van toepassing.

 

Artikel 4 Detailhandel

 

 

 

4.1 Bestemmingsomschrijving

 

De voor "Detailhandel" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

    1. detailhandel;

    2. ter plaatse van de aanduiding "detailhandel perifeer": uitsluitend perifere detailhandel;

    3. parkeervoorzieningen, erven, paden en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming;

 

met dien verstande dat:

 

    1. detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke stoffen niet is toegestaan.

 

 

4.2 Bouwregels

 

 

4.2.1 Algemeen

 

Op de gronden mogen, met in achtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, de volgende bouwwerken worden gebouwd:

a. hoofdgebouwen;

b. bijbehorende bouwwerken;

c. bouwwerken geen gebouwen zijnde.

 

 

4.2.2 Gebouwen

 

a. binnen een bouwvlak mogen hoofdgebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken geen

gebouwen zijnde, worden gebouwd;

b. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste het met de

maatvoeringsaanduiding aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak. Indien geen

bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het

bouwvlak;

c. bij toepassing van hellende dakvlakken, bedraagt de dakhelling ten minste 30° en maximaal 55°.

 

 

 

4.2.3 Maatvoering

 

 

 

 

bouwwerk

Maximale goothoogte

Maximale bouwhoogte

a.

Hoofdgebouwen

Zie op de verbeelding aangegeven maat

 

Zie op de verbeelding aangegeven maat

b.

Bijbehorende bouwwerken

3,2 meter

5 meter

c.

Bouwwerken geen gebouwen zijnde

-

2 meter

vóór de voorgevelrooilijn: 1 meter

 

Vlaggenmasten: 8 meter

d.

Overkappingen

3,2 meter

3,2 meter

 

 

4.3 Nadere eisen

 

 

4.3.1 Nadere eisen

 

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen, nadere eisen te stellen ten aanzien van:

a. de plaatsing van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten opzichte van de perceelsgrens

en ten opzichte van elkaar;

b. de dakhelling van hellende dakvlakken van gebouwen;

c. de plaatsing en vormgeving van bouwwerken geen gebouwen zijnde.

 

 

4.3.2 Voorwaarden

 

De in lid 4.3.1 bedoelde nadere eisen mogen slechts worden gesteld met het doel te voorkomen dat de belangen van derden worden geschaad of afbreuk wordt gedaan aan de doeleinden van het plan en met het oog op de bereikbaarheid van gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en gronden in verband met calamiteiten.

 

 

4.4 Afwijking van de bouwregels

 

 

4.4.1 Afwijking

 

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in:

a. lid 4.2.3. sub c mits deze maat met ten hoogste 1 meter zal worden overschreden. Voor vlaggenmasten kan afwijking verleend worden voor een maximale hoogte van 10 meter.

 

 

4.4.2 Voorwaarden

 

De in lid 4.4.1. bedoelde afwijkingen mogen slechts worden verleend op voorwaarde dat:

  1. het samenhangend straat- en bebouwingsbeeld en de verkeers)veiligheid niet worden aangetast;

  2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

 

4.5 Specifieke gebruiksregels

 

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

a. het in gebruik nemen van onbebouwde gronden ten behoeve van opslagdoeleinden, voor zover de opslag geschiedt op onbebouwde gronden tussen de weggrens en (het verlengde) van de voorgevel van de gebouwen. Het opslaan in de open ruimte van bouwmaterialen, puin en specie is uitsluitend toegestaan in verband met normale onderhoudswerkzaamheden.

 

Artikel 5 Groen

 

 

5.1 Bestemmingsomschrijving

 

De voor "Groen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. plantsoenen, beplanting en overige groenvoorzieningen;

b. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;

c. voorwerpen van beeldende kunst en gedenktekens.

 

 

5.2 Bouwregels

 

Op deze gronden mogen, met in achtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, de volgende bouwwerken worden gebouwd:

a. bouwwerken geen gebouwen zijnde.

 

 

5.2.1 Maatvoering

 

 

Bouwwerk

Maximale bouwhoogte

Maximale oppervlakte

a.

Antennes

5 meter

 

-

b.

Lichtmasten en overige masten

8 meter

-

c.

Overige bouwwerken geen gebouwen zijnde

2 meter

-

 

 

5.3 Nadere eisen

 

 

5.3.1 Nadere eisen

 

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen, nadere eisen te stellen ten aanzien van:

a. de plaatsing en vormgeving van bouwwerken geen gebouwen zijnde.

 

 

5.3.2 Voorwaarden

 

De in lid 5.3.1. bedoelde nadere eisen mogen slechts worden gesteld met het doel te voorkomen dat de belangen van derden worden geschaad of afbreuk wordt gedaan aan de doeleinden van het plan en met het oog op de bereikbaarheid van gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en gronden in verband met calamiteiten.

 

 

5.4 Afwijking van de bouwregels

 

 

5.4.1 Afwijking van de bouwregels

 

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in:

lid 5.2.1 sub b tot een hoogte van ten hoogste 10 meter.

 

Artikel 6 Verkeer

 

 

6.1 Bestemmingsomschrijving

 

De voor "Verkeer" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

 

a. wegen, straten en paden;

b. parkeervoorzieningen;

c. laad- en losplaatsen;

d. groenvoorzieningen;

 

alsmede voor:

 

bij deze doeleinden behorende voorzieningen zoals waterhuishoudkundige voorzieningen,

nutsvoorzieningen, straatmeubilair, geluidwerende voorzieningen, afvalverzamelvoorzieningen

en reclame-uitingen.

 

 

6.2 Bouwregels

 

Op de gronden mogen, met in achtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, de volgende bouwwerken worden gebouwd:

 

a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

 

6.2.1 Maatvoering bouwwerken geen gebouwen zijnde

 

 

Bouwwerk

Maximale bouwhoogte

a.

Antennes

 

5 meter

b.

Lichtmasten en overige masten

8 meter

c.

Overige bouwwerken geen gebouwen zijnde.

2 meter

 

 

6.3 Nadere eisen

 

 

6.3.1 Nadere eisen

 

Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de verkeersveiligheid nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van bebouwing.

 

 

6.3.2 Voorwaarden

 

De in lid 6.3.1. bedoelde nadere eisen mogen slechts worden gesteld met het doel te voorkomen dat de belangen van derden worden geschaad of afbreuk wordt gedaan aan de doeleinden van het plan en met het oog op de bereikbaarheid van gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en gronden in verband met calamiteiten.

 

 

6.4 Afwijking van de bouwregels

 

 

6.4.1 Afwijking

 

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd afwijking te verlenen van het bepaalde in:

a. lid 6.2.1 sub b tot een hoogte van maximaal 10 meter.

 

 

6.4.2 Voorwaarden

 

Afwijking als bedoeld in 6.4.1. kan alleen worden verleend als:

 
a. dit passend is in het straat- en bebouwingsbeeld;

b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet

onevenredig worden aangetast.

 

 

6.5 Specifieke gebruiksregels

 

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

a. het in gebruik nemen van onbebouwde gronden ten behoeve van opslagdoeleinden. Het opslaan in open ruimten van bouwmaterialen, puin en specie is uitsluitend toegestaan in verband met normale onderhoudswerkzaamheden dan wel ter verwezenlijking van de bestemming.

 

Artikel 7 Waarde - Archeologie

 

 

7.1 Bestemmingsomschrijving

 

De voor “Waarde – Archeologie” aangewezen gronden zijn primair bestemd voor het behoud van het ter plaatse aanwezige archeologisch waardevol gebied.

 

 

7.2 Bouwregels

 

  1. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 7.1. genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 2m;

  2. ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemmingen mag met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels- uitsluitend worden gebouwd, indien:

    • burgemeester en wethouders beschikken over een verklaring van de archeologisch deskundige waaruit blijkt dat het opstellen van een rapport met daarin een beschrijving van de archeologische waarden van de betrokken locatie niet nodig is;

    • niet is voldaan aan het bepaalde onder 1: de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;

    • de betrokken archeologische waarden, gelet op het onder 2 genoemde rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door de archeologische deskundige;

c. het bepaalde in lid b is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één

of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:

    • vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;

    • een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 250 m²;

    • een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden niet dieper dan 40 cm wordt geplaatst.

 

 

7.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden

 

 

7.3.1 Verbod voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden zonder vergunning

 

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming “Waarde-Archeologie” zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

 

  1. het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte dan 40 cm, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen en aanleggen van drainage, tenzij deze werkzaamheden noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor met toepassing van lid 7.2.b of c omgevingsvergunning voor het bouwen is verleend;

  2. het verlagen of verhogen van het waterpeil;

  3. het planten of rooien van bomen waarbij de stobben worden verwijderd;

  4. het aanbrengen van ondergrondse kabels en leidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.

 

 

7.3.2 Uitzondering op het verbod voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden

 

Het verbod van lid 7.3.1. geldt niet voor het uitvoeren van:

  1. werken en/of werkzaamheden die normaal beheer of onderhoud betreffen;

  2. werken en/of werkzaamheden die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn;

  3. werken en/of werkzaamheden die mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende

  4. omgevingsvergunning voor het bouwen of voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden of ontgrondingsvergunning;

  5. werken en/of werkzaamheden waarbij geen grondbewerkingen plaatsvinden dieper dan 40 cm beneden het maaiveld;

  6. werken en/of werkzaamheden over een oppervlakte van ten hoogste 250 m²;

  7. archeologisch onderzoek.

 

 

7.3.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden

 

De werken en/of werkzaamheden, zoals in lid 7.3.1. bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de

aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden aan de hand van nader archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts wordt een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden in ieder geval verleend indien:

  1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden aan de hand van archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn;

  2. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden een rapport heeft overlegd waarin wordt aangetoond dat de archeologische waarden van het betrokken terrein in voldoende mate worden veiliggesteld;

  3. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de activiteiten niet worden geschaad of mogelijke schade wordt voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden regels te verbinden, gericht op:

            1. het treffen van maatregelen waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;

            2. het doen van opgravingen;

            3. begeleiding van de activiteiten door de archeologisch deskundige;

  4. alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige.

 

 

7.4 Wijzigingsbevoegdheid

 

 

7.4.1 Geheel of gedeeltelijk verwijderen archeologische aanduidingen

 

Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsvlak verwijderen, met inachtneming van

de volgende regels:

            1. uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;

            2. op grond van archeologisch onderzoek wordt het niet meer noodzakelijk geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet;

            3. alvorens omtrent de vaststelling van een wijziging te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige.

 

 

7.4.2 Wijzigen vorm bestemmingsvlak

 

Burgemeester en wethouders kunnen de vorm van het bestemmingsvlak veranderen, met

inachtneming van de volgende regels:

            1. wijziging is op grond van archeologisch onderzoek noodzakelijk of gewenst met het oog op de bescherming of de veiligstelling van de ter plaatse aanwezige archeologische waarden;

            2. zonder verandering van de vorm van het bestemmingsvlak kan de bebouwing ten behoeve van de voor de gronden geldende andere bestemming niet of niet doelmatig worden gerealiseerd;

            3. er wordt geen onevenredige afbreuk gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;

            4. alvorens omtrent de vaststelling van een wijziging te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige.

 

 

7.4.3 Procedureregels

 

Bij het toepassen van de bevoegdheid als bedoeld in lid 7.4.1. en lid 7.4.2. zijn de algemene procedureregels van artikel 14 van toepassing.

 

HOOFDSTUK 3 Algemene regels

 

Artikel 8 Anti- dubbeltelregel

 

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

 

Artikel 9 Algemene bouwregels

 

 

9.1 Bestaande maten

 

            1. De bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;

            2. De bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden;

            3. In geval van herbouw is het bepaalde onder a en b uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.

 

 

9.2 Overschrijding bouwgrenzen

 

De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van de plankaart en

hoofdstuk 2 uitsluitend worden overschreden door:

            1. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, erkers, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, alsmede andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer dan 1,5 meter bedraagt;

            2. de bouw van andere bouwwerken ten dienste van nutsvoorzieningen, mits deze voorzieningen van geringe horizontale en verticale afmetingen zijn en de bouwhoogte in ieder geval niet meer dan 10 meter bedraagt. In afwijking van het in vorige zin bepaalde bedraagt de bouwhoogte van voorzieningen voor telecommunicatie ten behoeve van privégebruik maximaal 15 meter en voor gemeenschappelijk gebruik maximaal 30 meter;

            3. voor de bouw van kleine niet voor bewoning bestemde gebouwtjes ten dienste van nutsvoorzieningen. De inhoud van deze gebouwtjes bedraagt ten hoogste 50 m³ en de bouwhoogte ten hoogste 3 meter.

 

Artikel 10 Algemene gebruiksregels

 

Het is verboden de in de dit plan begrepen gronden, gebouwen en bouwwerken te gebruiken, te doen of laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in dit plan aan de grond gegeven bestemming. Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend:

            1. (on)bebouwde gronden te gebruiken of te laten gebruiken voor de exploitatie van een seksinrichting.

 

Artikel 11 Algemene aanduidingsregels

 

11.1 Specifieke gebruiksregels geluidzone - spoor

 

Binnen de op de kaart als “geluidzone – spoor” aangewezen gronden is het bouwen van nieuwe geluidsgevoelige bebouwing, in overeenstemming met het bepaalde in hoofdstuk 2 van dit plan, uitsluitend toegestaan indien is gebleken dat de geluidsbelasting vanwege het railverkeer op de gevels van de bebouwing niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.

 

Artikel 12 Algemene afwijkingsregels

 

12.1 Afwijkingsbevoegdheid

 

 

12.1.1 Afwijkingsregels

 

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van de regels in dit plan voor:

a. geringe afwijkingen, die in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde

plaatsing van bouwwerken of die noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van

het terrein;

b. het afwijken van hoogte- en oppervlaktematen voor bebouwing tot maximaal 10% van de

voorgeschreven maten.

 

 

12.1.2 Voorwaarden

 

a. De in lid 12.1.1. genoemde afwijkingen kunnen slechts worden verleend, mits:

 

    • dit passend is in het straat- en bebouwingsbeeld;

    • geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

 

Artikel 13 Algemene wijzigingsregels

 

 

13.1 Horeca

 

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van de vestiging van horeca, onder de volgende voorwaarden:

            1. in het plangebied is slechts één horecavestiging toegestaan;

            2. vestiging is slechts toelaatbaar voor horeca uit ten hoogste categorie 1b van de staat van Horeca-activiteiten;

            3. de maximale omvang van het bedrijfsvloeroppervlak van de horecavestiging mag maximaal 400 m² bedragen.

 

 

13.2 Geringe afwijkingen

 

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van geringe afwijkingen in het belang van een ruimtelijke of technisch beter verantwoorde plaatsing van gebouwen of bouwwerken geen gebouwen zijnde, of die noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein. Hierbij zijn verschuivingen van de bestemmingsgrens met maximaal 5 meter toelaatbaar.

 

 

13.3 Procedureregels

 

Bij het toepassen van de bevoegdheid als bedoeld in lid 13.1. en lid 13.2. zijn de algemene procedureregels van artikel 14 van toepassing.

 

Artikel 14 Algemene procedureregels

 

 

14.1 Procedure bij toepassen wijzigingsbevoegdheid

 

Indien in de regels naar deze bepaling is verwezen, is op de voorbereiding van een besluit tot wijziging van een bestemmingsplan de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing.

 

 

HOOFDSTUK 4 Overgangs- en slotregels

 

 

Artikel 15 Overgangsrecht

 

 

15.1 Overgangsrecht gebruik

 

            1. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;

            2. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;

            3. indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;

            4. het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.

 

 

15.2 Overgangsrecht bouwwerken

 

        1. een bouwwerk dat op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

        2. de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk teniet is gedaan;

        3. burgemeester en wethouders kunnen eenmalig afwijking verlenen van het eerste lid voor het vergoten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;

        4. het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

 

 

15.3 Afwijking overgangsrecht

 

Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik of bouwwerken uit lid 15.1. en lid 15.2. leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer natuurlijk personen kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht afwijking verlenen.

 

Artikel 16 Strafbepaling

 

 

16.1 Strafbepaling

 

Overtreding van het bepaalde in artikel 7, lid 3 is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 2 van de Wet op de economische delicten.

 

Artikel 17 Slotregel

 

Deze regels worden aangehaald als: regels van het bestemmingsplan “Marconistraat“.

 

 

 

 

BIJLAGE BIJ REGELS Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging

 

 

behorende bij de regels van het bestemmingsplan “Marconistraat” van de gemeente Goes.

 

 

 

 

 

 

 

 

Lijst van afkortingen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten "functiemenging"

- niet van toepassing of niet relevant

< kleiner dan

> groter

= gelijk aan

cat. categorie

e.d. en dergelijke

kl. klasse

n.e.g. niet elders genoemd

 

o.c. opslagcapaciteit

p.c. productiecapaciteit

p.o. productieoppervlak

b.o. bedrijfsoppervlak

v.c. verwerkingscapaciteit

u uur

d dag

w week

j jaar

 

 

 

SBI-CODE

  

OMSCHRIJVING

  

 

nummer

 

CATEGORIE

01

-

LANDBOUW EN DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN DE LANDBOUW

 

014

0

Dienstverlening ten behoeve van de landbouw:

 

014

1

- algemeen (onder andere loonbedrijven), b.o < 500 m²

B1

014

3

- plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven, b.o. < 500 m²

B1

  

  

  

  

15

-

VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN

 

151

0

Slachterijen en overige vleesverwerking:

 

151

4

- vleeswaren- en vleesconservenfabrieken, p.o. < 200 m²

B2

1552

1

Consumptie-ijsfabrieken, p.o. < 200 m²

B1

1581

0

Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen, v.c. < 2.500 kg meel / week

B1

1584

0

Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:

 

1584

1

- cacao- en chocoladefabrieken, vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 200 m²

B1

1584

5

- suikerwerkfabrieken zonder suiker branden, p.o. < 200 m²

B1

1593 t / m 1595

  

Vervaardiging van wijn, cider en dergelijke

B1

 

 

 

 

17

-

VERVAARDIGING VAN TEXTIEL

 

174, 175

  

Vervaardiging van textielwaren

B2

176, 177

  

Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen

B2

 

 

 

 

18

-

VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT

 

181

  

Vervaardiging kleding van leer

B2

 

 

 

 

20

-

HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK EN DERGELIJKE

 

203, 204, 205

1

Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m²

B2

205

  

Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken

B1

 

 

 

 

22

-

UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUCTIE VAN OPGENOMEN MEDIA

 

2222.6

  

Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen

B1

2223

A

Grafische afwerking

A

2223

B

Binderijen

B1

2224

  

Grafische reproductie en zetten

B1

2225

  

Overige grafische activiteiten

B1

223

  

Reproductiebedrijven opgenomen media

A

 

 

 

 

24

-

VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUCTEN

 

2442

0

Farmaceutische productenfabrieken:

 

2442

2

- verbandmiddelenfabrieken

B1

 

 

 

 

26

-

VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUCTEN

 

2612

  

Glas-in-lood-zetterij

B1

2615

  

Glasbewerkingsbedrijven

B2

262, 263

0

Aardewerkfabrieken:

 

262, 263

1

- vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW

B1

267

0

Natuursteenbewerkingsbedrijven:

 

267

2

- indien p.o. < 2.000 m²

B2

2681

  

Slijp- en polijstmiddelen fabrieken

B2

 

 

 

 

28

-

VERVAARDIGING VAN PRODUCTEN VAN METAAL (EXCLUSIEF MACHINES / TRANSPORTMIDDELEN)

 

281

1a

- gesloten gebouw, p.o. < 200 m²

B2

284

B1

Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen en dergelijke, p.o. < 200 m²

B2

2852

2

Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. < 200 m²

B2

287

B

Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. < 200 m²

B2

 

 

 

 

30

-

VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS

 

30

A

Kantoormachines- en computerfabrieken

B1

 

 

 

 

33

-

VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN

 

33

A

Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten en dergelijke

B

 

 

 

 

36

-

VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.

 

361

2

Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m²

A

362

  

Fabricage van munten, sieraden en dergelijke

B1

363

  

Muziekinstrumentenfabrieken

B1

3661.1

  

Sociale werkvoorziening

B1

 

 

 

 

40

-

PRODUCTIE EN DISTRIBUTIE VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER

 

40

C0

Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:

 

40

C1

- < 10 MVA

B1

40

D0

Gasdistributiebedrijven:

 

40

D3

- gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties categorie A

A

40

D4

- gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), categorie B en C

B1

40

E0

Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:

 

40

E2

- blokverwarming

B1

 

 

 

 

41

-

WINNING EN DISTRIBUTIE VAN WATER

 

41

B0

Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:

 

41

B1

- < 1 MW

B1

 

 

 

 

45

-

BOUWNIJVERHEID

 

45

3

Aannemersbedrijf of bouwbedrijf met werkplaats, b.o. < 1.000 m²

B1

453

  

Bouwinstallatie algemeen (exclusief spuiterij)

B1

453

2

Elektrotechnische installatie

B1

 

 

 

 

50

-

HANDEL / REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS

 

501, 502, 504

  

Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven (exclusief plaatwerkerij of spuiterij)

B1

5020.4

B

Autobeklederijen

A

5020.5

  

Autowasserijen

B1

503, 504

  

Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires

B1

 

 

 

 

51

-

GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING

 

5134

  

Groothandel in dranken

C

5135

  

Groothandel in tabaksproducten

C

5136

  

Groothandel in suiker, chocolade en suikerwerk

C

5137

  

Groothandel in koffie, thee, cacao en specerijen

C

514

  

Groothandel in overige consumentenartikelen

C

5148.7

0

Groothandel in vuurwerk en munitie:

 

5148.7

1

- consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton

B1

5153

0

Groothandel in hout en bouwmaterialen:

 

5153

1

- algemeen

C

5153

2

- indien b.o. < 2.000 m²

B1

5153.4

4

Zand en grind:

 

5153.4

6

- indien b.o. < 200 m²

B1

5154

0

Groothandel in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:

 

5154

1

- algemeen

C

5154

2

- indien b.o. < 2.000 m²

B1

5156

  

Groothandel in overige intermediaire goederen

C

5162

2

Groothandel in machines en apparaten, opp >= b.o. 2.000 m², exclusief machines voor de bouwnijverheid

C

5162

  

Groothandel in machines en apparaten, opp < 2000 m², exclusief machines voor de bouwnijverheid

B1

517

  

Overige groothandel (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden en dergelijke)

C

 

 

 

 

52

-

REPARATIE TEN BEHOEVE VAN PARTICULIEREN

 

527

  

Reparatie ten behoeve van particulieren (exclusief auto's en motorfietsen)

A

 

 

 

 

60

-

VERVOER OVER LAND

 

6022

  

Taxibedrijven

B1

6024

0

Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks), b.o. < 1.000 m²

C

603

  

Pomp- en compressorstations van pijpleidingen

B1

 

 

 

 

63

-

DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN HET VERVOER

 

6321

3

Caravanstalling

B1

 

 

 

 

64

-

POST EN TELECOMMUNICATIE

 

641

  

Post- en koeriersdiensten

C

 

 

 

 

71

-

VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN

 

711

  

Personenautoverhuurbedrijven

B2

712

  

Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (exclusief personenauto's)

C

713

  

Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen

C

 

 

 

 

72

-

COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE

 

72

A

Computerservice- en informatietechnologiebureaus en dergelijke

A

72

B

Switchhouses

B1

 

 

 

 

73

-

SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK

 

732

  

Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek

A

 

 

 

 

74

-

OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING

 

7481.3

  

Foto- en filmontwikkelcentrales

C

7484.4

  

Veilingen voor huisraad, kunst en dergelijke

A

 

 

 

 

90

  

MILIEUDIENSTVERLENING

  

9001

B

Rioolgemalen

B1

 

 

 

 

93

-

OVERIGE DIENSTVERLENING

 

9301.3

A

Wasverzendinrichtingen

B1

 

 

BIJLAGE BIJ REGELS Staat van Horeca-activiteiten

 

Categorie 1 "lichte horeca"

Bedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds behoeven te zijn geopend (vooral verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden:

 

1a. Aan de detailhandelsfunctie verwante horeca

- automatiek;

- broodjeszaak;

- cafetaria;

- croissanterie;

- koffiebar;

- lunchroom;

- ijssalon;

- snackbar;

- tearoom;

- traiteur.

 

1b. Overige lichte horeca

- bistro;

- restaurant (zonder bezorg- en / of afhaalservice);

 

1c. Bedrijven met een logiesfunctie

- hotel.

 

1d. Bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking

- bedrijven genoemd onder 1a en 1b met een bedrijfsoppervlak van meer dan 250 m²;

- restaurant met bezorg- en / of afhaalservice (o.a. pizza, chinees, McDrives).

 

Categorie 2 "middelzware horeca"

Bedrijven die normaal gesproken ook delen van de nacht geopend zijn en die daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken:

- bar;

- bierhuis;

- biljartcentrum;

- café;

- proeflokaal;

- shoarma / grillroom;

- zalenverhuur (zonder regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen).

 

Categorie 3 "zware horeca"

Bedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend zijn en die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen:

- dancing;

- discotheek;

- nachtclub;

partycentrum (regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen).