Gemeente:
Goes
Plannaam:
Mannee Zuid
Status:
Vastgesteld
Status Datum:
09-02-2012

Artikel 8 Wonen

 

 

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen (W) aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. wonen;

  2. aan-huis-gebonden beroepen en bedrijven;

  3. parkeervoorzieningen, tuinen, erven, paden, en andere voorzieningen ten behoeve van het wonen;

 

 

8.2 Bouwregels

Op de gronden mogen, met in achtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, de volgende bouwwerken worden gebouwd:

  1. hoofdgebouwen;

  2. bijbehorende bouwwerken;

  3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

8.2.1 Algemeen

  1. binnen een bouwvlak mogen hoofdgebouwen met de daarbij bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;

  2. ter plaatse van de gronden buiten het bouwvlak zonder aanduiding mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde worden gebouwd;

  3. de afstand van de achtergevel tot de achterste perceelsgrens dient tenminste 3.00 meter te bedragen;

  4. met betrekking tot het bebouwd oppervlak per bouwperceel gelden de in het navolgend schema opgenomen bepalingen (vergunningvrije bouwwerken als bedoeld in artikel 2 van bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht buiten beschouwing gelaten):

 

aanduiding

maximaal bebouwd oppervlakte per kavel

vrij

40%

tae

40%

aeg

60%

 

 

8.2.2 Hoofdgebouwen

  1. ter plaatse van de aanduiding "Wonen aaneengebouwd" (aeg): zijn aaneengebouwde woningen toegestaan;

  2. ter plaatse van de aanduiding "Wonen twee-aaneen" (tae): zijn twee-aaneen gebouwde woningen toegestaan;

  3. ter plaatse van de aanduiding "Wonen vrijstaand" (vrij): zijn vrijstaande woningen toegestaan;

  4. de hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken worden gebouwd;

  5. waar een gevellijn is aangegeven, dienen de voorgevels van hoofdgebouwen per hoofdgebouw voor ten minste 50% in deze gevellijn te worden gebouwd;

  6. met betrekking tot de breedte van een hoofdgebouw gelden de in het navolgende schema opgenomen bepalingen:

 

aanduiding

Minimale breedte woning

aeg, tae, vrij

5.10 meter

 

  1. met betrekking tot de afstand tussen een hoofdgebouw en de zijdelingse perceelsgrens gelden de in het navolgende schema opgenomen bepalingen:

 

aanduiding

Minimale afstand tot zijdelingse perceelsgrens

vrij

3.00 meter

tae

3.00 meter (aan één zijde)

 

8.2.3 Bijbehorende bouwwerken

  1. met betrekking tot de afstand tussen een bijbehorende bouwwerken en de zijdelingse perceelsgrens gelden de in het navolgende schema opgenomen bepalingen:

 

aanduiding

Minimale afstand tot zijdelingse perceelsgrens

vrij

3.00 meter

tae

3.00 meter (aan één zijde)

 

8.2.4 Maatvoering

De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een gebouw of bouwwerk geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste de volgende aangegeven maten;

 

Bouwwerk

Maximale goothoogte

Maximale bouwhoogte

Minimale afstand tot gevellijn

a.

hoofdgebouwen

Zie op de verbeelding aangegeven maat.

Zie op de verbeelding aangegeven maat.

-

b.

Bijbehorende bouwwerken

3.20 meter

5.00 meter

3.00 meter achter (het verlengde van) de voorgevel

c.

bouwwerken, geen gebouwen zijnde

-

- 2.00 meter

- Vóór de voorgevel 1.00 meter

-

 

8.3 Nadere eisen

 

8.3.1 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen, nadere eisen te stellen ten aanzien van:

  1. De plaatsing van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten opzichte van de perceelsgrens en ten opzichte van elkaar.

  2. De plaatsing en vormgeving van een bouwwerk, geen gebouw zijnde.

 

8.3.2 Voorwaarden

    1. De in lid 8.3.1 bedoelde nadere eisen mogen slechts worden gesteld met het doel te voorkomen dat de belangen van derden worden geschaad of afbreuk wordt gedaan aan de doeleinden van het plan en met het oog op de bereikbaarheid van gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en gronden in verband met calamiteiten;

 

8.4 Afwijken van de bouwregels

 

8.4.1 Algemeen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in:

a. lid 8.2.1 sub d voor het verhogen van het maximaal bebouwd oppervlak per kavel met 5%.

 

8.4.2 Hoofdgebouwen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in:

    1. lid 8.2.2 sub e voor het geheel plaatsen van de voorgevel achter de op de kaart aangegeven voorgevellijn, met dien verstande dat de voorgevel maximaal 3.00 meter achter de gevellijn mag worden geplaatst;

    2. lid 8.2.2 sub g voor een kortere afstand tot op de zijdelingse perceelsgrens;

    3. lid 8.2.4 sub a mits deze maat met ten hoogste 1.00 meter zal worden overschreden.

 

8.4.3 Bijbehorende bouwwerken

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in:

    1. lid 8.2.3 voor een kortere afstand tot op de zijdelingse perceelsgrens;

    2. lid 8.2.4 sub b, mits de bouwhoogte met ten hoogste 1.00 meter zal worden overschreden.

8.4.4 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in:

  1. lid 8.2.4 sub c tot een hoogte van ten hoogste 10.00 meter;

  2. het onder 8.4.4 sub a genoemde geldt niet voor erfafscheidingen en bouwwerken geen gebouwen zijnde voor de voorgevel van het hoofdgebouw.

 

8.4.5 Voorwaarden

De in lid 8.4.1, 8.4.2, 8.4.3 en 8.4.4 bedoelde afwijkingen mogen slechts worden verleend op voorwaarde dat:

  1. het afwijken niet tot gevolg heeft dat het samenhangend straat- en bebouwingsbeeld en de (verkeers)- veiligheid worden aangetast;

  2. het afwijken niet tot gevolg heeft dat onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;

  3. burgemeester en wethouders schriftelijk advies inwinnen bij een stedenbouwkundige;

  4. het afwijken niet tot gevolg heeft dat ter plaatse de geluidsbelasting op de gevel van de woning groter is dan 48 dB;

 

8.5 Specifieke gebruiksregels

 

8.5.1 Parkeren

Ten aanzien van parkeren gelden de volgende regels:

    1. voor het toepassen van parkeernormen wordt verwezen naar de algemene gebruiksregels in artikel 12.2;

    2. bij vrijstaande woningen dienen 2 parkeerplaatsen op eigen terrein gerealiseerd te worden;

    3. bij twee-aan-eengebouwde woningen dient tenminste 1 parkeerplaats op eigen terrein gerealiseerd te worden.

 

8.6 Wijzigingsbevoegdheid

 

8.6.1 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 Wro, de op de verbeelding aangegeven aanduidingen binnen de bestemming "Wonen (W)" te wijzigen, met dien verstande dat:

  1. dit passend is in het straat- en bebouwingsbeeld;

  2. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig wordt aangetast;

  3. de samenstelling van de woningvoorraad in het plan niet onevenredig wordt verstoord;

  4. de te realiseren woning(en) past/passen binnen geldende gemeentelijke woningbouwplanning;

  5. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de op de locatie en in de omgeving én ter plekke aanwezige architectonische, cultuurhistorische en/of archeologische waarden;

  6. voldaan dient te worden aan de bepalingen ingevolge de Wet geluidhinder;

  7. uit een onderzoek naar de bodemkwaliteit dient te blijken dat de bodem geschikt is voor woondoeleinden;

  8. uit een uit te voeren watertoets blijkt dat er geen onevenredige nadelige effecten voortvloeien voor de waterhuishouding.

  9. burgemeester en wethouders schriftelijk advies inwinnen bij een stedenbouwkundige;