behorende bij het bestemmingsplan "Mannee Zuid"
Bestemmingsplan "Mannee Zuid"
Vastgesteld door de raad van de gemeente Goes bij besluit van donderdag 9 februari 2012
, voorzitter
, griffier
Titel Bestemmingsplan Mannee Zuid
Gemeente Goes
Status Vastgesteld
Datum donderdag 9 februari 2012
Planidn NL.IMRO.0664.BPGO14-VG99
HOOFDSTUK 1 Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen
-
Het plan: het bestemmingsplan Mannee Zuid van de gemeente Goes;
-
Bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0664.BPGO14-VG99 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen*);
-
Aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de Regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en / of het bebouwen van deze gronden;
-
Aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
-
Aan huis gebonden beroeps- of bedrijfsactiviteit: een beroeps- of bedrijfsactiviteit, niet zijnde prostitutie, die in hoofdzaak niet-publieksaantrekkend is en die door een bewoner op kleine schaal in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie, bed & breakfast daaronder begrepen, met inachtneming van de volgende regels:
-
-
-
de woning blijft voldoen aan de eisen uit het Bouwbesluit;
-
ten hoogste 40 m² van de netto vloeroppervlakte van de woning en bijbehorende bouwwerken gezamenlijk mag ten behoeve van beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten in gebruik zijn;
-
het niet is toegestaan om bijgebouwen te gebruiken voor aan-huis-gebonden beroepen of bedrijfsactiviteiten;
-
het gebruik heeft een kleinschalig karakter en zal dit behouden;
-
het gebruik is naar aard in overeenstemming met het woonkarakter van de omgeving;
-
het gebruik ondersteunt de woonfunctie, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten uitvoert tevens gebruiker en bewoner van de woning is;
-
het gebruik leidt niet tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
-
de uitoefening van detailhandel, anders dan als ondergeschikte nevenactiviteit in verband met het desbetreffende beroep of bedrijf is niet toegestaan;
-
reclame-uitingen aan de gevel mogen niet zichtbaar zijn;
-
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken mogen niet onevenredig worden aangetast;
-
Antennemast: een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbijbehorende bevestigingsconstructie;
-
Archeologische waarde: de aan het gebied toegekende waarde gekenmerkt door voorwerpen of bewoningssporen van vroegere samenlevingen direct onder het aardoppervlak;
-
Architectonische waarde: de aan een gebouw toegekende waarde gekenmerkt door de opbouw en/of indeling van de buitengevel, de dakopbouw en het materiaal en/of kleurgebruik, eventueel in samenhang met de omgeving;
-
Bebouwing: één of meer gebouwen en / of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
-
Bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen en aantallen: afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen en aantallen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand kunnen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
-
Bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak;
-
Bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
-
Bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
-
Bouwgrens: de grens van een bouwvlak;
-
Bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
-
Bouwperceelgrens: een grens van een bouwperceel;
-
Bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
-
Bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
-
Bijbehorend bouwwerk: uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw of ander bouwwerk, met een dak;
-
Cultuurhistorische waarde: de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.
-
Deskundige: een door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake een specifiek aspect van de ruimtelijke ordening.
-
Detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, hieronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
-
Dienstverlening: het bedrijfsmatig verlenen van diensten, zoals reisbureaus, makelaars, kapsalons, wasserettes, autorijscholen en videotheken;
-
Erf: al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw;
-
Evenementen: gebeurtenissen, gericht op een groot publiek, met betrekking tot kunst, sport, ontspanning en cultuur, die (inclusief opbouw en afbraak) niet langer duren dan 10 dagen per evenement;
-
Gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
-
Gevellijn: denkbeeldige dan wel op de verbeelding aangegeven lijn die strak loopt langs de voorgevel van een hoofdgebouw tot aan de perceelsgrenzen;
-
Hoofdgebouw: gebouw of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
-
Kantoor(ruimte): een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig/bedrijfsmatig verlenen van diensten op financieel, administratief, juridisch en ontwerp-technisch of een hiermee naar aard gelijk te stellen gebied;
-
Maatschappelijke activiteiten: educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, sport- en recreatieve activiteiten en activiteiten ten behoeve van openbare dienstverlening.
-
Nutsvoorzieningen (voorzieningen ten behoeve van openbaar nut): voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, duikers, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, etc.;
-
Ondergeschikte horeca: horecavoorziening binnen een andere bestemming, ten behoeve waarvan aansluitend op de hoofdfunctie een ruimte is ingericht, in oppervlakte ten hoogste 15% van de bedrijfsvloeroppervlak van de hoofdfunctie;
-
Ondergeschikte detailhandel: detailhandelvoorziening binnen een andere bestemming, ten behoeve waarvan aansluitend op de hoofdfunctie een ruimte is ingericht, in oppervlakte ten hoogste 15% van de bedrijfsvloeroppervlak van de hoofdfunctie, uitsluitend voor de verkoop van met de hoofdfunctie rechtstreeks verband houdende artikelen;
-
Overkapping: een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak;
-
Passend in het straat- en bebouwingsbeeld:
-
-
-
een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte;
-
een goede hoogte-/breedteverhouding tussen de bebouwing onderling;
-
een samenhang in bouwvorm/architectonisch beeld tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is;
-
de cultuurhistorische samenhang in de omgeving;
-
Peil:
-
-
-
voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk grenst aan een weg: de hoogte van die weg (ter plaatse van de hoofdtoegang).
-
bij ligging in het water: de gemiddelde hoogte van de aangrenzende oevers.
-
in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het op het tijdstip van de inwerkingtreding van onderhavig bestemmingsplan bestaande aansluitende afgewerkte maaiveld;
-
Seksinrichting: een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotisch-massagesalon, een seksbioscoop, raamprostitutie, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
-
Verblijfsgebied: gronden waarbij de nadruk ligt op het verblijf van personen in het openbaar gebied en die tevens een verkeersfunctie hebben voor fietsers en voetgangers;
-
Voorgevel van een hoofdgebouw: het naar de wegzijde gekeerde deel van een hoofdgebouw; indien meerdere delen van het hoofdgebouw naar de weg gekeerd zijn, is de op de verbeelding aangegeven gevellijn bepalend;
-
Webshop: de bedrijfsmatige verkoop van goederen uitsluitend via internet, waarbij ter plaatse:
-
-
-
verkoop en betaling van goederen plaatsvindt;
-
uitsluitend een voor het publiek toegankelijke afhaalruimte en beperkte showroom aanwezig, waarbij sprake is van ondergeschikte detailhandel.
-
Wgh- inrichtingen: bedrijven als genoemd in artikel 2.4 van het Inrichtingen –en vergunningsbesluit milieubeheer die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.
-
Woning: een gebouw dat dient voor de huisvesting van personen;
Artikel 2 Wijze van meten
Bij het toepassen van deze regels gelden de volgende aanwijzingen:
-
-
Afstanden: Afstanden van bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot de perceelsgrens worden daar gemeten, waar deze afstanden het kleinst zijn;
-
Bebouwd oppervlak: Het bebouwd oppervlak van een bouwperceel, of een ander terrein wordt bepaald door de oppervlakten van alle op een terrein gelegen gebouwen bij elkaar op te tellen, tenzij in de regels anders is bepaald;
-
Bebouwingspercentage: Het bebouwingspercentage wordt per bouwperceel berekend van het totale bouwperceel waar het percentage is ingeschreven;
-
Bouwhoogte van een bouwwerk: de hoogte van een bouwwerk wordt gemeten vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een bouwwerk, met uitzondering van ongeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
-
Breedte en diepte van een gebouw of ander bouwwerk: tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels van het hart van de scheidsmuren;
-
Dakhelling: De dakhelling van een bouwwerk wordt gemeten langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
-
Goothoogte van een bouwwerk: De goothoogte van een bouwwerk wordt gemeten vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
-
Inhoud van een bouwwerk: Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het art van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
-
Oppervlakte van een bouwwerk: De oppervlakte van een bouwwerk wordt gemeten tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
-
Verschillende goothoogte van een bouwwerk: Indien een gebouw met betrekking tot de constructiedelen als bedoeld onder 2.7 over verschillende hoogten beschikt, wordt als volgt gemeten:
-
indien zich aan de voorgevelzijde een goot / druiplijn, boeibord of een ander, daarmee gelijk te stellen constructiedeel bevindt, wordt uitgegaan van de hoogte aan de voorgevelzijde;
-
indien zich – in geval van een lessenaarsdak – aan de voorgevelzijde van het gebouw geen goot / druiplijn, boeibord of een ander, daarmee gelijk te stellen constructiedeel bevindt, wordt uitgegaan van de laagste hoogte;
-
-
Vloeroppervlak: de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN2580.
HOOFDSTUK 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Centrum
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Centrum (C) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
detailhandel, met dien verstande dat de bedrijfsvloeroppervlak per vestiging ten hoogste 250m2 bedraagt;
-
dienstverlening, met dien verstande dat de bedrijfsvloeroppervlak per vestiging ten hoogste 250m2 bedraagt;
-
horecabedrijven, voorzover tot ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten met dien verstande dat de bedrijfsvloeroppervlak ten hoogste 250m2 bedraagt;
-
maatschappelijke activiteiten;
-
het wonen;
-
aan-huis-gebonden beroepen en bedrijven;
-
parkeervoorzieningen, tuinen, erven, paden, nutsvoorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
3.2 Bouwregels
Op de gronden mogen, met in achtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, de volgende bouwwerken worden gebouwd:
-
hoofdgebouwen;
-
bijbehorende bouwwerken;
-
bouwwerken geen gebouwen zijnde;
-
ondergrondse parkeergarages.
3.2.1 Hoofdgebouwen
-
de hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen de op de verbeelding aangegeven bebouwingsvlakken worden gebouwd;
-
waar een gevellijn is aangegeven, dienen de voorgevels van hoofdgebouwen per hoofdgebouw voor ten minste 50% in deze gevellijn te worden gebouwd;
-
de goothoogte en bouwhoogte van een hoofdgebouw mogen ten hoogste de op de verbeelding aangegeven maat bedragen;
-
indien geen percentage op de verbeelding is aangegeven mag de bebouwde oppervlakte van het bouwperceel ten hoogste 100% bedragen.
3.2.2 Maatvoering
|
bouwwerk
|
goothoogte
|
bouwhoogte
|
a.
|
Hoofdgebouwen
|
Zie op de verbeelding aangegeven maat.
|
Zie op de verbeelding aangegeven maat.
|
b.
|
Bijbehorende bouwwerken
|
3.20 meter.
|
5 meter.
|
c.
|
Bouwwerken geen gebouwen zijnde
|
-
|
2.00 meter.
vóór de voorgevel 1.00 meter.
Pergola's en overkappingen: 3 meter
Vlaggenmasten: 8 meter
|
3.3 Nadere eisen
3.3.1 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen, nadere eisen te stellen ten aanzien van:
-
De plaatsing van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken en bijbehorende bouwwerken ten opzichte van de perceelsgrens en ten opzichte van elkaar.
-
De plaatsing en vormgeving van bouwwerken geen gebouwen zijnde
3.3.2 Voorwaarden
-
De in lid 3.3.1 bedoelde nadere eisen mogen slechts worden gesteld met het doel te voorkomen dat de belangen van derden worden geschaad of afbreuk wordt gedaan aan de doeleinden van het plan en met het oog op de bereikbaarheid van gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en gronden in verband met calamiteiten.
3.4 Afwijken van de bouwregels
3.4.1 Afwijken
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in:
-
Lid 3.2.1 sub b voor het geheel plaatsen van de voorgevel achter de op de kaart aangegeven gevellijn, met dien verstande dat de voorgevel maximaal 3 meter achter de gevellijn mag worden geplaatst;
3.4.2 Voorwaarden
Er mag pas worden afgeweken zoals bedoeld in lid 3.4.1 op voorwaarde dat:
-
Het afwijken niet tot gevolg heeft dat het samenhangend straat- en bebouwingsbeeld en de (verkeers)- veiligheid worden aangetast;
-
Het afwijken niet tot gevolg heeft dat onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
-
burgemeester en wethouders schriftelijk advies inwinnen bij een stedenbouwkundige;
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.5.1 Algemeen
-
detailhandel in volumineuze goederen is niet toegestaan;
-
detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke stoffen niet is toegestaan;
-
opslag van en detailhandel in consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
-
gebruik van achtererven van horecabedrijven als terras en / of speeltuin is niet toegestaan;
-
het gebruiken of te laten gebruiken van gronden en / of bouwwerken als seksinrichting of voor straatprostitutie is niet toegestaan;
-
het gebruik van hoofdgebouwen ten behoeve van detailhandel en horeca is uitsluitend op de begane grond toegestaan;
-
het gebruik van hoofdgebouwen ten behoeve van wonen is uitsluitend op de verdiepingen toegestaan;
3.5.2 Parkeren
Ten aanzien van het parkeren gelden de volgende regels:
-
-
voor het toepassen van parkeernormen wordt verwezen naar de algemene gebruiksregels in artikel 12.2.
3.6 Afwijken van de gebruiksregels
3.6.1 Afwijken gebruiksregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in:
-
Lid 3.5.2 sub g voor het vestigen van ander gebruik dan wonen op de eerste verdieping, mits:
-
-
-
het uit een oogpunt van volkshuisvesting aanvaardbaar is de woonbestemming van het betreffende deel van het gebouw op te heffen;
-
de functie op verdieping een verruiming betreft van het oppervlak van de functie ter plaatse van de begane grond.
-
Lid 3.5 sub d en gebruik van achtererven als terras, opslag en speeltuin toestaan.
3.6.2 Voorwaarden
Er mag alleen worden afgeweken zoals bedoeld in artikel 3.6.1 met inachtneming van de volgende bepalingen:
-
Het afwijken niet tot gevolg heeft dat het samenhangend straat- en bebouwingsbeeld en de (verkeers)- veiligheid worden aangetast;
-
Het afwijken niet tot gevolg heeft dat onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
-
burgemeester en wethouders schriftelijk advies inwinnen bij een stedenbouwkundige;
Artikel 4 Groen
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Groen (G) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
plantsoenen, groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, beplanting, parken, jongerenontmoetingsplaatsen, bermstroken, bermsloten;
-
waterpartijen, watergangen en andere voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
-
(voet- en fiets)paden, bruggen, straatmeubilair, afvalverzamelvoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbaar nut, geluidwerende voorzieningen;
-
voorwerpen van beeldende kunst en gedenktekens;
4.2 Bouwregels
Op de gronden mogen, met in achtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, de volgende bouwwerken worden gebouwd:
-
niet voor bewoning bestemde gebouwen;
-
bouwwerken geen gebouwen zijnde.
4.2.1 Maatvoering
|
Bouwwerk
|
Maximale bouwhoogte
|
Maximale oppervlakte
|
a.
|
Niet voor bewoning bestemde gebouwen
|
3.50 meter
|
15 m².
|
b.
|
Antennes
|
5.00 meter
|
-
|
c.
|
Speeltoestellen
|
6.00 meter
|
-
|
d.
|
Openbare nutsvoorzieningen
|
3.50 meter
|
30 m²
|
e.
|
Lichtmasten en overige masten
|
8.00 meter
|
-
|
f.
|
Overige bouwwerken geen gebouwen zijnde
|
2.00 meter
|
-
|
4.3 Nadere eisen
4.3.1 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen, nadere eisen te stellen ten aanzien van:
-
de plaatsing van niet voor bewoning bestemde gebouwen ten opzichte van de perceelsgrens en ten opzichte van elkaar;
-
de plaatsing en vormgeving van bouwwerken geen gebouwen zijnde.
4.3.2 Voorwaarden
-
De in lid 4.3.1 bedoelde nadere eisen mogen slechts worden gesteld met het doel te voorkomen dat de belangen van derden worden geschaad of afbreuk wordt gedaan aan de doeleinden van het plan en met het oog op de bereikbaarheid van gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en gronden in verband met calamiteiten.
4.4 Afwijken gebruiksregels
4.4.1 Afwijken
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in:
-
Lid 4.1 voor het toestaan om ten hoogste 10% van het bestemmingsvlak te gebruiken voor parkeervoorzieningen.
4.4.2 Voorwaarden
Er mag pas worden afgeweken zoals bedoeld in lid 4.4.1op voorwaarde dat:
-
Het afwijken niet tot gevolg heeft dat het samenhangend straat- en bebouwingsbeeld en de (verkeers)- veiligheid worden aangetast;
-
Het afwijken niet tot gevolg heeft dat onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
-
burgemeester en wethouders schriftelijk advies inwinnen bij een stedenbouwkundige;
Artikel 5 Maatschappelijk
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Maatschappelijk (M) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
het uitoefenen van maatschappelijke activiteiten;
-
kantoor en praktijkruimten ten dienste van in lid a genoemde activiteiten;
-
openbaar toegankelijke speelvoorzieningen;
-
parkeervoorzieningen, tuinen, erven, paden en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
5.2 Bouwregels
Op de gronden mogen, met inachtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, de volgende bouwwerken worden gebouwd:
-
hoofdgebouwen;
-
bijbehorende bouwwerken;
-
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.2.1 Hoofdgebouwen
-
Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd, met inachtname van het op de verbeelding opgenomen bebouwingspercentage;
5.2.2 Maatvoering
|
Bouwwerk
|
Maximale goothoogte
|
Maximale bouwhoogte
|
Maximale oppervlakte
|
a.
|
Hoofdgebouwen
|
Zie op de verbeelding aangegeven maat
|
Zie op de verbeelding aangegeven maat
|
Zie op de verbeelding aangeven bebouwingspercentage
|
b.
|
Bijbehorende bouwwerken
|
3.20 meter
|
5 meter
|
Zie op de verbeelding aangeven bebouwingspercentage
|
c.
|
Bouwwerken geen gebouwen zijnde
|
-
|
2.00 meter;
vóór de gevellijn 1.00 meter.
|
Zie op de verbeelding aangeven bebouwingspercentage
|
5.3 Nadere eisen
5.3.1 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen, nadere eisen te stellen ten aanzien van:
-
-
De plaatsing van hoofdgebouwen en overige gebouwen ten opzichte van de perceelsgrens en ten opzichte van elkaar;
-
De plaatsing en vormgeving van bouwwerken geen gebouwen zijnde.
5.3.2 Voorwaarden
-
De in lid 5.3.1 bedoelde nadere eisen mogen slechts worden gesteld met het doel te voorkomen dat de belangen van derden worden geschaad of afbreuk wordt gedaan aan de doeleinden van het plan en met het oog op de bereikbaarheid van gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde en gronden in verband met calamiteiten;
5.4 Afwijken van de bouwregels
5.4.1 Afwijken
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in:
-
Lid 5.2.2 voor het verhogen van het maximaal bebouwd oppervlakte met 5%;
-
Lid 5.2.2 sub a mits deze maat met maximaal 1 meter zal worden overschreden;
-
Lid 5.2.2 sub c tot een hoogte van maximaal 5 meter met uitzondering van erfafscheidingen en bouwwerken geen gebouwen zijnde voor de gevellijn.
5.4.2 Voorwaarden
Er mag slechts worden afgeweken zoals bedoeld in lid 5.4.1 op voorwaarde dat:
-
Het afwijken niet tot gevolg heeft dat het samenhangend straat- en bebouwingsbeeld en de (verkeers)- veiligheid worden aangetast;
-
Het afwijken niet tot gevolg heeft dat onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
-
burgemeester en wethouders schriftelijk advies inwinnen bij een stedenbouwkundige;
5.5 Specifieke gebruiksregels
5.5.1 Parkeren
Ten aanzien van het parkeren gelden de volgende regels:
-
-
voor het toepassen van parkeernormen wordt verwezen naar de algemene gebruiksregels in artikel 12.2.
Artikel 6 Verkeer
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Verkeer (V) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeersfunctie;
-
bij deze doeleinden behorende voorzieningen zoals pleinen, markten, niet permanente vent- en standplaatsen voor ambulante handel, groen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen, bruggen, sport-, en speelvoorzieningen, jongerenontmoetingsplaatsen, parkeervoorzieningen, straatmeubilair, geluidwerende voorzieningen, afvalverzamelvoorzieningen, voorwerpen van beeldende kunst en gedenktekens en reclame-uitingen.
6.2 Bouwregels
Op de gronden mogen, met in achtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, de volgende bouwwerken worden gebouwd:
-
niet voor bewoning bestemde gebouwen;
-
bouwwerken, geen gebouwen zijnde
6.2.1 Maatvoering
|
Bouwwerk
|
Maximale bouwhoogte
|
Maximale oppervlakte
|
a.
|
Niet voor bewoning bestemde gebouwen
|
3.50 meter
|
15 m².
|
b.
|
Antennes
|
5.00 meter
|
-
|
c.
|
Speeltoestellen
|
3 meter
|
-
|
d.
|
Lichtmasten en overige masten
|
8.00 meter
|
-
|
e.
|
Overige bouwwerken geen gebouwen zijnde
|
2.00 meter
|
-
|
6.3 Nadere eisen
6.3.1 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de verkeersveiligheid nadere eisen
stellen aan de plaats en afmeting van bebouwing.
6.4 Afwijken van de bouwregels
6.4.1 Afwijken
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in:
-
Lid 6.2.1 sub a mits deze maat met maximaal 1 meter zal worden overschreden;
-
Lid 6.2.1 sub b en d tot een hoogte van maximaal 10 meter.
6.4.2 Voorwaarden
Er kan slechts worden afgeweken zoals bedoeld in 6.4.1 met dien verstande dat:
-
Dit passend is in het straat- en bebouwingsbeeld;
-
De gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
-
burgemeester en wethouders schriftelijk advies inwinnen bij een stedenbouwkundige;
6.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 6.1, wordt in
ieder geval gerekend:
-
het in gebruik nemen van onbebouwde gronden ten behoeve van opslagdoeleinden. Het opslaan in open ruimten van bouwmaterialen, puin en specie is uitsluitend toegestaan in verband met normale onderhoudswerkzaamheden dan wel ter verwezenlijking van de bestemming.
Artikel 7 Water
7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Water (WA) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
wateraanvoer en -afvoer en waterberging, waterhuishouding, paden, waterpartijen, vijvers, en (primaire) waterlopen, zoals sloten, watergangen, singels, vaarwegen alsmede voor bruggen, dammen, groenvoorzieningen en andere tot de bestemming behorende watervoorzieningen ten dienste van de waterkering zoals waterinfiltratie en -transportvoorzieningen, waterhuishouding, nutsvoorzieningen en onderhoud;
-
bij deze doeleinden behorende voorzieningen, zoals bermen, bermsloten en beplantingen;
7.2 Bouwregels
Op de gronden mogen de volgende bouwwerken worden gebouwd:
-
keermuren voor de waterbeheersing, oeverbeschoeiingen, duikers, bruggen en steigers;
-
bouwwerken geen gebouwen zijnde.
7.2.1 Maatvoering bouwwerken geen gebouwen zijnde
|
Bouwwerk geen gebouwen zijnde
|
Maximale bouwhoogte
|
a.
|
speelvoorzieningen
|
3.00 meter
|
b.
|
lichtmasten en overige masten
|
8.00 meter boven NAP
|
c.
|
bewegwijzering
|
4.50 meter boven NAP
|
7.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7 lid 1 wordt in ieder geval gerekend:
-
het water te gebruiken als ligplaats voor woonboten;
Artikel 8 Wonen
8.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Wonen (W) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
wonen;
-
aan-huis-gebonden beroepen en bedrijven;
-
parkeervoorzieningen, tuinen, erven, paden, en andere voorzieningen ten behoeve van het wonen;
8.2 Bouwregels
Op de gronden mogen, met in achtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, de volgende bouwwerken worden gebouwd:
-
hoofdgebouwen;
-
bijbehorende bouwwerken;
-
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
8.2.1 Algemeen
-
binnen een bouwvlak mogen hoofdgebouwen met de daarbij bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
-
ter plaatse van de gronden buiten het bouwvlak zonder aanduiding mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde worden gebouwd;
-
de afstand van de achtergevel tot de achterste perceelsgrens dient tenminste 3.00 meter te bedragen;
-
met betrekking tot het bebouwd oppervlak per bouwperceel gelden de in het navolgend schema opgenomen bepalingen (vergunningvrije bouwwerken als bedoeld in artikel 2 van bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht buiten beschouwing gelaten):
aanduiding
|
maximaal bebouwd oppervlakte per kavel
|
vrij
|
40%
|
tae
|
40%
|
aeg
|
60%
|
8.2.2 Hoofdgebouwen
-
ter plaatse van de aanduiding "Wonen aaneengebouwd" (aeg): zijn aaneengebouwde woningen toegestaan;
-
ter plaatse van de aanduiding "Wonen twee-aaneen" (tae): zijn twee-aaneen gebouwde woningen toegestaan;
-
ter plaatse van de aanduiding "Wonen vrijstaand" (vrij): zijn vrijstaande woningen toegestaan;
-
de hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken worden gebouwd;
-
waar een gevellijn is aangegeven, dienen de voorgevels van hoofdgebouwen per hoofdgebouw voor ten minste 50% in deze gevellijn te worden gebouwd;
-
met betrekking tot de breedte van een hoofdgebouw gelden de in het navolgende schema opgenomen bepalingen:
aanduiding
|
Minimale breedte woning
|
aeg, tae, vrij
|
5.10 meter
|
-
met betrekking tot de afstand tussen een hoofdgebouw en de zijdelingse perceelsgrens gelden de in het navolgende schema opgenomen bepalingen:
aanduiding
|
Minimale afstand tot zijdelingse perceelsgrens
|
vrij
|
3.00 meter
|
tae
|
3.00 meter (aan één zijde)
|
8.2.3 Bijbehorende bouwwerken
-
met betrekking tot de afstand tussen een bijbehorende bouwwerken en de zijdelingse perceelsgrens gelden de in het navolgende schema opgenomen bepalingen:
aanduiding
|
Minimale afstand tot zijdelingse perceelsgrens
|
vrij
|
3.00 meter
|
tae
|
3.00 meter (aan één zijde)
|
8.2.4 Maatvoering
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of de inhoud van een gebouw of bouwwerk geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste de volgende aangegeven maten;
|
Bouwwerk
|
Maximale goothoogte
|
Maximale bouwhoogte
|
Minimale afstand tot gevellijn
|
a.
|
hoofdgebouwen
|
Zie op de verbeelding aangegeven maat.
|
Zie op de verbeelding aangegeven maat.
|
-
|
b.
|
Bijbehorende bouwwerken
|
3.20 meter
|
5.00 meter
|
3.00 meter achter (het verlengde van) de voorgevel
|
c.
|
bouwwerken, geen gebouwen zijnde
|
-
|
- 2.00 meter
- Vóór de voorgevel 1.00 meter
|
-
|
8.3 Nadere eisen
8.3.1 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen, nadere eisen te stellen ten aanzien van:
-
De plaatsing van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten opzichte van de perceelsgrens en ten opzichte van elkaar.
-
De plaatsing en vormgeving van een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
8.3.2 Voorwaarden
-
-
De in lid 8.3.1 bedoelde nadere eisen mogen slechts worden gesteld met het doel te voorkomen dat de belangen van derden worden geschaad of afbreuk wordt gedaan aan de doeleinden van het plan en met het oog op de bereikbaarheid van gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en gronden in verband met calamiteiten;
8.4 Afwijken van de bouwregels
8.4.1 Algemeen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in:
a. lid 8.2.1 sub d voor het verhogen van het maximaal bebouwd oppervlak per kavel met 5%.
8.4.2 Hoofdgebouwen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in:
-
-
lid 8.2.2 sub e voor het geheel plaatsen van de voorgevel achter de op de kaart aangegeven voorgevellijn, met dien verstande dat de voorgevel maximaal 3.00 meter achter de gevellijn mag worden geplaatst;
-
lid 8.2.2 sub g voor een kortere afstand tot op de zijdelingse perceelsgrens;
-
lid 8.2.4 sub a mits deze maat met ten hoogste 1.00 meter zal worden overschreden.
8.4.3 Bijbehorende bouwwerken
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in:
-
-
lid 8.2.3 voor een kortere afstand tot op de zijdelingse perceelsgrens;
-
lid 8.2.4 sub b, mits de bouwhoogte met ten hoogste 1.00 meter zal worden overschreden.
8.4.4 Bouwwerken geen gebouwen zijnde
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in:
-
lid 8.2.4 sub c tot een hoogte van ten hoogste 10.00 meter;
-
het onder 8.4.4 sub a genoemde geldt niet voor erfafscheidingen en bouwwerken geen gebouwen zijnde voor de voorgevel van het hoofdgebouw.
8.4.5 Voorwaarden
De in lid 8.4.1, 8.4.2, 8.4.3 en 8.4.4 bedoelde afwijkingen mogen slechts worden verleend op voorwaarde dat:
-
het afwijken niet tot gevolg heeft dat het samenhangend straat- en bebouwingsbeeld en de (verkeers)- veiligheid worden aangetast;
-
het afwijken niet tot gevolg heeft dat onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
-
burgemeester en wethouders schriftelijk advies inwinnen bij een stedenbouwkundige;
-
het afwijken niet tot gevolg heeft dat ter plaatse de geluidsbelasting op de gevel van de woning groter is dan 48 dB;
8.5 Specifieke gebruiksregels
8.5.1 Parkeren
Ten aanzien van parkeren gelden de volgende regels:
-
-
voor het toepassen van parkeernormen wordt verwezen naar de algemene gebruiksregels in artikel 12.2;
-
bij vrijstaande woningen dienen 2 parkeerplaatsen op eigen terrein gerealiseerd te worden;
-
bij twee-aan-eengebouwde woningen dient tenminste 1 parkeerplaats op eigen terrein gerealiseerd te worden.
8.6 Wijzigingsbevoegdheid
8.6.1 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 Wro, de op de verbeelding aangegeven aanduidingen binnen de bestemming "Wonen (W)" te wijzigen, met dien verstande dat:
-
dit passend is in het straat- en bebouwingsbeeld;
-
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig wordt aangetast;
-
de samenstelling van de woningvoorraad in het plan niet onevenredig wordt verstoord;
-
de te realiseren woning(en) past/passen binnen geldende gemeentelijke woningbouwplanning;
-
er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de op de locatie en in de omgeving én ter plekke aanwezige architectonische, cultuurhistorische en/of archeologische waarden;
-
voldaan dient te worden aan de bepalingen ingevolge de Wet geluidhinder;
-
uit een onderzoek naar de bodemkwaliteit dient te blijken dat de bodem geschikt is voor woondoeleinden;
-
uit een uit te voeren watertoets blijkt dat er geen onevenredige nadelige effecten voortvloeien voor de waterhuishouding.
-
burgemeester en wethouders schriftelijk advies inwinnen bij een stedenbouwkundige;
Artikel 9 Wonen 2
9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Wonen 2 (W-2) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
wonen
-
aan-huis-gebonden beroepen en bedrijven;
-
parkeervoorzieningen, tuinen, erven, paden, en andere voorzieningen ten behoeve van het wonen.
9.2 Bouwregels
Op de gronden mogen, met inachtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, de volgende bouwwerken worden gebouwd:
-
hoofdgebouwen;
-
bijbehorende bouwwerken
-
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
9.2.1 Algemeen
-
-
binnen een bouwvlak mogen hoofdgebouwen met de daarbij bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
-
ter plaatse van de gronden buiten het bouwvlak zonder aanduiding mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde worden gebouwd;
-
ter plaatse van de gronden zijn uitsluitend vrijstaande of woningen met een maximum van twee aaneen toegestaan;
-
met betrekking tot het bebouwd oppervlak per bouwperceel gelden de volgende bepalingen (vergunningvrije bouwwerken als bedoeld in artikel 2 van bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht buiten beschouwing gelaten):
-
bij vrijstaande woningen: 30% met een maximum van 250m2;
-
bij woningen met een maximum van twee aaneen gebouwd: 40% met een maximum van 250m2.
-
de afstand van de achtergevel tot de achterste perceelsgrens dient ten minste 7,50 meter te bedragen;
-
de onderlinge afstand van niet aaneengebouwde gebouwen op hetzelfde bouwperceel mag niet minder bedragen dan 1.00 meter.
9.2.2 Hoofdgebouwen
a. de minimale breedte van een hoofdgebouw bedraagt 5.10 meter;
b. met betrekking tot de afstand tussen een hoofdgebouw en de zijdelingse perceelsgrens gelden de volgende regels:
-
-
-
bij vrijstaande woningen bedraagt de minimale afstand 3.00 meter;
-
bij twee-aan-een gebouwde woningen bedraagt de minimale afstand 1.00 meter aan de zijde waar de hoofdgebouwen niet zijn aaneengebouwd.
9.2.3 Bijbehorende bouwwerken
a. met betrekking tot de afstand tussen bijbehorende bouwwerken en de zijdelingse perceelsgrens gelden de volgende regels:
-
-
-
bij vrijstaande woningen bedraagt de minimale afstand 3.00 meter;
-
bij twee-aan-een gebouwde woningen bedraagt de minimale afstand 3.00 meter aan de zijde waar de hoofdgebouwen niet zijn aaneengebouwd.
9.2.4 Maatvoering
De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en/of inhoud van een gebouw of bouwwerk geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste de volgende aangegeven maten:
|
Bouwwerk
|
Maximale goothoogte
|
Maximale bouwhoogte
|
Minimale afstand tot gevellijn
|
a.
|
Hoofdgebouwen
|
Zie op de verbeelding aangegeven maat
|
Zie op de verbeelding aangegeven maat
|
-
|
b.
|
Bijbehorende bouwwerken
|
3.20 meter
|
5.00 meter
|
3.00 meter achter (het verlengde van) de gevellijn
|
c.
|
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
|
|
- 2.00 meter
- Voor de gevellijn 1.00 meter
|
|
9.3 Nadere eisen
9.3.1 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen, nadere eisen te stellen ten aanzien van:
-
De plaatsing van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken ten opzichte van de perceelsgrens en ten opzichte van elkaar.
-
De plaatsing en vormgeving van een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
9.3.2 Voorwaarden
De in lid 9.3.1bedoelde nadere eisen mogen slechts worden gesteld met het doel te voorkomen dat de belangen van derden worden geschaad of afbreuk wordt gedaan aan de doeleinden van het plan en met het oog op de bereikbaarheid van gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en gronden in verband met calamiteiten;
9.4 Afwijken van de bouwregels
9.4.1 Algemeen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in:
-
-
lid 9.2.1 sub d voor een bebouwd oppervlak verhoogd met 5%.
9.4.2 Hoofdgebouwen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in:
-
-
lid 9.2.2 sub b voor een kortere afstand tot op de zijdelingse perceelsgrens;
-
lid 9.2.4 sub a mits deze maat met ten hoogste 1.00 meter zal worden overschreden;
9.4.3 Bijbehorende bouwwerken
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in:
-
lid 9.2.3 voor een kortere afstand tot op de zijdelingse perceelsgrens;
-
lid 9.2.4 sub b, mits de bouwhoogte met ten hoogste 1.00 meter zal worden overschreden;
9.4.4 Bouwwerken geen gebouwen zijnde
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in:
-
lid 9.2.4 sub c tot een hoogte van ten hoogste 10.00 meter;
-
het onder 9.4.3 sub a genoemde geldt niet voor erfafscheidingen en bouwwerken geen gebouwen zijnde voor de voorgevel van het hoofdgebouw.
9.4.5 Voorwaarden
De in lid 9.4.1, 9.4.2 en 9.4.3 bedoelde afwijkingen mogen slechts worden verleend op voorwaarde dat:
-
het afwijken niet tot gevolg heeft dat het samenhangend straat- en bebouwingsbeeld en de (verkeers)- veiligheid worden aangetast;
-
het afwijken niet tot gevolg heeft dat onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
-
burgemeester en wethouders schriftelijk advies inwinnen bij een stedenbouwkundige;
het afwijken niet tot gevolg heeft dat ter plaatse de geluidsbelasting op de gevel van de woning groter is dan 48 dB;
9.5 Specifieke gebruiksregels
9.5.1 Parkeren
Ten aanzien van parkeren gelden de volgende regels:
-
-
voor het toepassen van parkeernormen wordt verwezen naar de algemene gebruiksregels in artikel 12.1;
-
bij vrijstaande woningen dienen 2 parkeerplaatsen op eigen terrein gerealiseerd te worden en met dien verstande dat garages niet mogen worden meegerekend;
-
bij twee-aan-eengebouwde woningen dient tenminste 1 parkeerplaats op eigen terrein gerealiseerd te worden en met dien verstande dat garages niet mogen worden meegerekend.
HOOFDSTUK 3 Algemene regels
Artikel 10 Anti- dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 11 Algemene bouwregels
11.1 Bestaande maten
-
De bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden.
-
De bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden.
-
In geval van herbouw is het bepaalde onder a en b uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.
11.2 Overschrijding bouwgrenzen
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van de verbeelding en
hoofdstuk 2 uitsluitend worden overschreden door:
-
tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, erkers, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, alsmede andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer dan 1,5 meter bedraagt;
-
de bouw van andere bouwwerken ten dienste van nutsvoorzieningen, mits deze voorzieningen van geringe horizontale en verticale afmetingen zijn en de bouwhoogte in ieder geval niet meer dan 10.00 meter bedraagt; in afwijking van het in vorige zin bepaalde bedraagt de bouwhoogte van voorzieningen voor telecommunicatie ten behoeve van privé-gebruik maximaal 15 m en voor gemeenschappelijk gebruik maximaal 30 m;
-
voor de bouw van kleine niet voor bewoning bestemde gebouwtjes ten dienste van nutsvoorzieningen; de inhoud van deze gebouwtjes bedraagt ten hoogste 50 m³ en de bouwhoogte ten hoogste 3.00 meter.
Artikel 12 Algemene gebruiksregels
12.1 Verboden gebruik
Het is verboden de in de dit plan begrepen gronden, gebouwen en bouwwerken te gebruiken, te doen of laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in dit plan aan de grond gegeven bestemming. Tot het verboden gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruiken, te doen of laten gebruiken van gronden voor de exploitatie van een seksinrichting, een escortbedrijf en raam- en straatprostitutie. Verder wordt onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
-
onbebouwde gronden te gebruiken of te laten gebruiken:
-
als opslagplaats voor bagger en grondinspectie;
-
als opslagplaats voor vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval.
-
als opslagplaats voor puin, grind of brandstoffen;
Het college van burgemeester en wethouders wijken af van het in sub a bepaalde,
indien strikte toepassing van het verbod leidt tot beperkingen in het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen worden gerechtvaardigd.
12.2 Parkeernormen
Bij toepassing van dit bestemmingsplan dient voldaan te worden aan de parkeernormen uit het 'Parkeerbeleidsplan 2009 - 2020' (vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 18 februari 2010), zoals opgenomen in de bijlage bij de regels.
Artikel 13 Algemene afwijkingsregels
13.1 Afwijkingsbevoegdheid
13.1.1 Afwijkingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van de regels in dit plan voor:
-
het oprichten van antennes en masten tot een hoogte van 15.00 meter;
-
geringe afwijkingen, die in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of die noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein;
-
het afwijken van hoogte- en oppervlaktematen voor bebouwing tot maximaal 10% van de voorgeschreven maten.
13.1.2 Voorwaarden
-
Bij het afwijken als bedoeld in 13.1.1 winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij een stedenbouwkundige;
-
Er kan slechts worden afgeweken zoals genoemd in lid 13.1.1, mits:
Artikel 14 Algemene wijzigingsregels
14.1 Geringe afwijkingen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van geringe afwijkingen, die in het belang van een ruimtelijke of technisch beter verantwoorde plaatsing van gebouwen of bouwwerken geen gebouwen zijnde of die noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein. Hierbij zijn verschuivingen van de bestemmingsgrens met maximaal 5.00 meter toelaatbaar.
Artikel 15 Algemene procedureregels
15.1 Procedure bij toepassing wijzigingsbevoegdheid
Indien in de regels naar deze bepaling is verwezen, is op de voorbereiding van een besluit tot wijziging van een bestemmingsplan de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing.
HOOFDSTUK 4 Overgangs- en slotregels
Artikel 16 Overgangsrecht
16.1 Overgangsrecht gebruik
-
-
het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
-
het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
-
indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
-
het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
16.2 Overgangsrecht bouwwerken
-
een bouwwerk dat op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
-
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig afwijken van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%;
-
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
16.3 Afwijking overgangsrecht
Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik of bouwwerken (lid 16.1 en lid 16.2) leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer natuurlijk personen kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht afwijken.
Artikel 17 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: regels van het bestemmingsplan “Mannee Zuid“
Staat van Horeca-activiteiten
Categorie I "lichte horeca"
Bedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds behoeven te zijn geopend (vooral verstrekking
van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden:
1a. Aan de detailhandelsfunctie verwante horeca
-
automatiek;
-
broodjeszaak;
-
cafetaria;
-
croissanterie;
-
koffiebar;
-
lunchroom;
-
ijssalon;
-
snackbar;
-
tearoom;
-
traiteur.
1b. Overige lichte horeca
1c. Bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking
-
bedrijven genoemd onder 1a en 1b met een bedrijfsoppervlak van meer dan 250 m²;
-
restaurant met bezorg- en / of afhaalservice (o.a. pizza, chinees, McDrives).
Categorie II "middelzware horeca"
Bedrijven die normaal gesproken ook delen van de nacht geopend zijn en die daardoor aanzienlijke
hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken:
Categorie III "zware horeca"
Bedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend zijn en die tevens een groot
aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen
brengen:
Parkeerbeleidsplan 2009 - 2020 (vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 18 februari 2010)
|