direct naar inhoud van Artikel 10 Algemene gebruiksregels
Plan: "Lageweg"
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0644.BP1023LA001-VG01

Artikel 10 Algemene gebruiksregels

10.1 Algemeen verbod op strijdig gebruik

Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de bestemming.

10.2 Bijzonder gebruiksverbod

Het is in ieder geval verboden bouwwerken en gronden te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken:

  • a. als seksinrichting;
  • b. als standplaats voor onderkomens, alsmede wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van detailhandel;
  • c. als kampeerterrein, caravanterrein en dagcamping;
  • d. als opslag-, stort-, lozings- of bergplaats van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
  • e. als opslagplaats van hout en aannemersmaterialen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
  • f. als terrein voor het al dan niet ten verkoop opslaan en opstellen van ongebruikte en/of gebruikte, danwel geheel of ten dele uit gebruikte onderdelen samengestelde motorvoertuigen of aanhangwagens c.q. onderdelen daarvan, welke bruikbaar en niet aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken zijn;
  • g. voor het beoefenen van de modelvliegtuigsport, alsmede voor het crossen met motorvoertuigen en bromfietsen;
  • h. voor volkstuinen;
  • i. voor (mest)bassins;
  • j. voor bewoning ter plaatse van vrijstaande bijgebouwen.

10.3 Uitzonderingen bijzonder gebruiksverbod

Het in het artikel 10, lid 2 bepaalde is niet van toepassing op:

  • a. het (tijdelijke) gebruik ten behoeve van de realisering en/of handhaving van de bestemmingen of het normale onderhoud van de gronden;
  • b. het gebruik van gebouwen ten behoeve van detailhandel in goederen, die in het kader van het agrarisch bedrijf geproduceerd zijn of gewonnen worden, mits de detailhandel een niet-zelfstandig onderdeel uitmaakt van het agrarisch bedrijf.

10.4 Algemene ontheffing

Burgemeester en wethouders verlenen ontheffing van het bepaalde onder artikel 10, lid 1 indien strikte toepassing van die bepalingen zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

10.5 Procedureregel

Bij het verlenen van ontheffing als bedoeld in artikel 10, lid 4 zijn de algemene procedureregels van toepassing zoals opgenomen in artikel 13 van deze regels.