Middelblok

3 Lijst van nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven - direct toegestaan

Onder ondergeschikte nevenactiviteit wordt verstaan: ondergeschikte bestanddeel, minder dan 50% van de totale activiteiten van een bedrijf in omvang van bedrijfsgebouwen (in m3) en in oppervlak van het bouwvlak (in m2).

1.  verkoop van zelfgemaakte, bewerkte, gekweekte of geteelde producten en detailhandel in agrarische steekproducten, waarvan tenminste 95% uit het Groene Hart komt, tot een oppervlakte van ten hoogste 50 m2;
2. opslag en stalling van niet-milieugevaarlijke, niet-agrarische goederen die geen risico’s voor de omgeving opleveren, alsmede opslag voor internetverkoop;
3. logies en bed & breakfast in het hoofdgebouw en in bestaande gebouwen binnen het bouwvlak;
4. agrarische dagrecreatie, zoals poldersport, agrarische kinderfeestjes, excursies, kinderboerderij e.d.;
5. theeschenkerij tot 50 m2;
6. hoveniersbedrijf (advies, ontwerp/beplantingsplannen, aanleg en onderhoud van tuinen);
7. veehandelsbedrijf;
8. hoefsmederij, tot een oppervlakte van ten hoogste 100 m2;
9. ambachtelijke bewerking en opslag van agrarische producten, zoals slachterij, vlees-, zuivel- en plantaardige productverwerking, imkerij, palingrokerij, wijnmakerij, bierbrouwerij, en riet- en vlechtwerk, tot een oppervlakte van ten hoogste 100 m2 voor zover deze werkzaamheden vallen onder de milieucategorieën 1 en 2 van de VNG lijst
10. kano-, roeiboot-, fluisterboot- of fietsenverhuur;
11. kleinschalige camping met een standplaats voor ten hoogste 15 kampeermiddelen in de periode van 15 maart t/m 31 oktober toegestaan, met de daarbij behorende voorzieningen waarbij geldt:
    1. de standplaats is toegestaan binnen een bouwvlak of direct aansluitend buiten het bouwvlak tot een afstand van 50 meter, niet zijnde begrensd natuurgebied;
    2. noodzakelijke sanitaire ruimte voor een kleinschalige camping uitsluitend in bestaande bebouwing binnen het bouwvlak zijn toegestaan, met dien verstande dat:
       1. daardoor de openheid en het karakteristieke verkavelingspatroon niet onevenredig wordt aangetast;
       2. de omliggende agrarische bedrijven niet in hun bedrijfsvoering belemmerd worden;
       3. door middel van een nachtregister wordt aangetoond dat er alleen sprake is van recreatief nachtverblijf, en
       4. buiten de genoemde periode deze kampeermiddelen (tenten, caravans) niet aanwezig zijn.