14.1 Bestemmingsomschrijving
14.1.1 De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- woningen, met inbegrip van beroepsactiviteiten in of bij de woning;
- aan- of bijgebouwen en andere bouwwerken, zoals pergola's en erfafscheidingen;
- wegen, parkeervoorzieningen, waterlopen, tuinen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming;
met dien verstande dat:
- de gezamenlijke brutovloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van beroepsactiviteiten binnen de woning en de daarbij horende aan- of uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 35% van de totale brutovloeroppervlakte van de betreffende woning en de daarbij behorende aan- of uitbouwen en bijgebouwen, en in ieder geval niet meer dan 50 m2;
alsmede voor:
- ter plaatse van de aanduiding "bijgebouwen": aan- en uitbouwen en/of bijgebouwen;
- ter plaatse van de aanduiding "detailhandel": detailhandel, niet zijnde perifere detailhandel;
- ter plaatse van de aanduiding "verenigingsleven": kleinschalig verenigingsgebouw;
- ter plaatse van de aanduiding "karakteristiek": het behoud en herstel van karakteristieke bebouwing;
- ter plaatse van de aanduiding "plat dak": voor een plat dak;
- ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - slachterij": slachterij.
14.1.2 Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in artikel 14, lid 1.1 genoemde bestemming worden gebouwd:
- hoofdgebouwen;
- aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- overkappingen.
14.2 Bouwregels
14.2.1 De hoofdgebouwen worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels
- de hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden opgericht;
- de goothoogte van een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding;
- de bouwhoogte van een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 5 meter boven de toegestane goothoogte;
- ter plaatse van de aanduiding "aaneengebouwd" mogen uitsluitend aaneengesloten hoofdgebouwen, minimaal twee aaneen, worden gebouwd;
- ter plaatse van de aanduiding "gestapeld" mogen uitsluitend gestapelde hoofdgebouwen worden gebouwd;
- ter plaatse van de aanduiding "vrijstaand" mogen uitsluitend vrijstaande hoofdgebouwen worden gebouwd;
- ter plaatse van de aanduiding "twee-aaneen" mogen uitsluitend twee aangebouwde hoofdgebouwen worden gebouwd;
- de afstand tussen het hoofdgebouwen – een aan- of uitbouw en/of aangebouwd bijgebouw als genoemd in artikel 14, lid 1.2, onder b niet meegerekend – en de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal ter plaatse van aanduiding:
- vrijstaand: 3 meter;
- aaneengebouwd: niet nader bepaald;
- gestapeld: niet nader bepaald;
- twee-aan-een: 3 meter (aan één zijde).
14.2.2 De aan-, uit- en bijgebouwen, geen gebouwen zijnde worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
- de aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak alsmede ter plaatse van de aanduiding "bijgebouwen" worden opgericht;
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken en aanduidingen worden opgericht, met dien verstande dat buiten het bouwvlak en de aanduiding "bijgebouwen" geen overkappingen mogen worden opgericht;
- de gezamenlijk oppervlakte van de bijgebouwen, uit- of aanbouwen en van de overkappingen mag niet meer bedragen dan 50 m2, mits de oppervlakte van het bijbehorende erf voor niet minder dan 50% onbebouwd en onoverdekt zal blijven;
- de diepte van aan- en uitbouwen, gemeten vanuit de gevel van het hoofdgebouw waaraan de aan- of uitbouw wordt gebouwd, bedraagt ten hoogste 3 m;
- de afstand van aan- en uitbouwen en bijgebouwen tot de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt ten minste 1 m;
- de goothoogte en bouwhoogte van aan- of uitbouwen, bijgebouwen, overkappingen en bouwwerken geen gebouwen zijnde bedragen ten hoogste:
bouwwerken | max. goothoogte | max. bouwhoogte |
aan- of uitbouwen en bijgebouwen | 3,30 m | 5 m |
overkappingen en pergola's | n.v.t. | 3 m |
gebouwen als bedoeld in artikel 14.1.1 onder h | n.v.t. | 4 m |
erfafscheidingen achter de voorgevelrooilijn van de woning | n.v.t. | 2 m |
overige erfafscheidingen | n.v.t. | 1 m |
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | n.v.t. | 5 m |
in afwijking van het bepaalde onder f is voor aan- of uitbouwen en bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding "plat dak" een bouwhoogte van ten hoogste 3,3 meter toegestaan;
- het bepaalde in artikel 23 Algemene bouwregels.
14.3 Nadere eisen
14.3.1 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, bij het verlenen van een bouwvergunning nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering, de vorm, de afmetingen, dakbeëindiging, kapvorm en bouwhoogte van bebouwing.
14.3.2 Deze nadere eisen mogen slechts worden gesteld indien dit naar hun oordeel noodzakelijk is, vanuit:
- het voorkomen van aantasting van karakteristieke bebouwing ter plaatse van de aanduiding "karakteristiek";
- het behoud van de bebouwingskarakteristiek van de omgeving;
- het behoud van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
14.4 Ontheffing van de bouwregels
14.4.1 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen:
- van het bepaalde in artikel 14, lid 2.1 onder h voor het bouwen op een kortere afstand dan wel het bouwen in de zijdelingse perceelsgrens;
- van het bepaalde in artikel 14, lid 2.2 onder c voor een gezamenlijk oppervlak van ten hoogste 60 m2, mits het totale bouwperceel bebouwd wordt tot ten hoogste 50%;
- van het bepaalde in artikel 14, lid 2.2 onder c voor de bouw van bijgebouwen ten behoeve van kantoor en/of praktijkruimten ten behoeve van beroepsactiviteiten in of bij de wonining tot een gezamenlijk oppervlak van ten hoogste 60 m2, met dien verstande dat:
- het bebouwingspercentage van het bouwperceel ten hoogte 50% bedraagt;
- er geen onevenredige verkeersoverlast te verwachten is;
- van het bepaalde in artikel 14, lid 2.2 onder c voor de bouw van bijgebouwen ten behoeve van mindervalide tot een gezamenlijk oppervlak van ten hoogste 100 m2, met dien verstande dat het bebouwingspercentage van het bouwperceel ten hoogste 60% bedraagt;
- van het bepaalde in artikel 14, lid 2.2 onder e voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen van de woning in de voorgevelrooilijn van de woningen waar aan- of bijgebouwd wordt.
14.4.2 Procedureregel
Bij het verlenen van ontheffing als bedoeld in artikel 14, lid 4.1 zijn de algemene procedureregels van toepassing zoals opgenomen in artikel 27 van deze regels.