direct naar inhoud van Artikel 13 Leiding – Gas (dubbelbestemming)
Plan: IJsseldijk West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0644.BP0921YW001-VG01

Artikel 13 Leiding – Gas (dubbelbestemming)

13.1 Bestemmingsomschrijving

13.1.1 De voor "Leiding - Gas" aangewezen gronden zijn, behalve …..

De voor "Leiding - Gas" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. een ondergrondse hogedrukgastransportleiding (druk 66,2 bar, diameter 30") met een belemmerende strook van 10 meter, 5 meter naar weerszijde gerekend vanuit het hart van de leiding.

13.1.2 Voor zover op de kaart dubbelbestemmingen samenvallen …..

Voor zover op de kaart dubbelbestemmingen samenvallen, geldt de volgende volgorde:

  • a. primair geldt het bepaalde in de dubbelbestemmingen "Waterstaat – Waterstaatkundige functie" en "Waterstaat – Waterkering";
  • b. secundair geldt het bepaalde in de dubbelbestemming "Leiding – Gas" en "Leiding – Hoogspanning";
  • c. tertiair geldt het bepaalde in de dubbelbestemming "Waarde – Natuur en landschap";
  • d. quartair geldt het bepaalde in de onderliggende bestemming.

13.1.3 Op deze gronden mogen met inachtneming van de op …..

Op deze gronden mogen met inachtneming van de op de plankaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in artikel 13, lid 1.1 genoemde bestemming worden gebouwd:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

13.2 Bouwregels

De bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. in afwijking van het bepaalde in de onderliggende bestemmingen niet mag worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming;
  • b. voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt een bouwhoogte van ten hoogste 3 m.

13.3 Ontheffing van de bouwregels

13.3.1 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen …..

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 13, lid 2 voor de bouw van bouwwerken die krachtens onderliggende bestemmingen zijn toegestaan, met dien verstande dat:

  • a. de bouwwerken slechts zijn toegestaan indien en voorzover de belangen van de betrokken leiding zulks gedogen en het behoud van een veilige ligging en de continuïteit van de leidingen dient te zijn gewaarborgd;

13.3.2 Procedureregels
  • a. Bij het verlenen van ontheffing als bedoeld in artikel 13, lid 3.1 zullen burgemeester en wethouders schriftelijk advies inwinnen bij betreffende leidingbeheerder;
  • b. Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om ontheffing te verlenen in afwijking van het onder artikel 13, lid 3.2, onder a bedoelde advies dient vooraf een verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten te zijn verkregen;
  • c. Bij het verlenen van ontheffing als bedoeld in artikel 13, lid 3.1 zijn de algemene procedureregels van toepassing zoals opgenomen in artikel 23 van deze regels;

13.4 Aanlegvergunning

13.4.1 Aanlegvergunningvereiste

Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken en/of werkzaamheden ter plaatsen van de uit te voeren:

  • a. het aanleggen van oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen;
  • c. het beplanten van gronden met hoogopgaande beplantingen;
  • d. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;
  • e. het verrichten van grondroeractiviteiten, zoals het aanbrengen van kabels, leidingen, drainage en diepploegen en woelen) anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • f. het indrijven van voorwerpen in de bodem.

13.4.2 Uitzonderingsbepaling

Het in artikel 13, lid 4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van:

  • a. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming;
  • b. werken en/of werkzaamheden die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan in uitvoering zijn;
  • c. werken en/of werkzaamheden die reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.

13.4.3 Toelaatbaarheid

Werken en werkzaamheden als bedoeld in artikel 13, lid 4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, danwel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in die artikelen bedoelde gronden welke het plan beoogt te beschermen niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, danwel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.

13.4.4 Procedureregel

Alvorens te beslissen omtrent een aanvraag met betrekking tot een aanlegvergunning verkrijgen burgemeester en wethouders een advies van de desbetreffende beheerder met betrekking tot de belangen van de leiding en/of kabels en de veiligheid van personen en goederen ter plaatse.