AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Bestemming:
Functieaanduiding:
W
Wonen
(b) bedrijf
(b≤2)
bedrijf tot en met categorie 2
(m)
maatschappelijk
(dh)
detailhandel
(e)
erf
(h)
horeca
(k)
kantoor
(sw-gb)
specifieke vorm van wonen – garagebox
Bouwaanduiding:
[aeg]
aaneengebouwd
[gs]
gestapeld
[tae]
twee-aaneen
[vrij]
vrijstaand
De voor “Wonen” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.
het wonen;
b.
bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven,
nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen, water en toegangswegen;
c.
het uitoefenen van een aan-huis-gebonden beroep in samenhang met het
wonen;
d.
een bed & breakfast, ondergeschikt aan het wonen;
e.
ter plaatse van de functieaanduiding (b): bedrijfsactiviteiten die aan
het wonen ondergeschikt zijn;
f.
ter plaatse van de functieaanduiding (b≤2): een bedrijf tot maximaal
categorie 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, dat aan het wonen
ondergeschikt is;
g.
ter plaatse van de functieaanduiding (dh): detailhandelsactiviteiten die
aan het wonen ondergeschikt zijn;
h.
ter plaatse van de functieaanduiding (e): erfbebouwing aan de voorzijde
van het hoofdgebouw toegestaan;
i.
ter plaatse van de functieaanduiding (h): horeca-activiteiten in de
categorieën 1 en 2 die aan het wonen ondergeschikt zijn;
j.
ter plaatse van de functieaanduiding (k): kantooractiviteiten die aan het
wonen ondergeschikt zijn;
k.
ter plaatse van de functieaanduiding (sw-gb): een garagebox;
l.
ter plaatse van de functieaanduiding (m): maatschappelijke voorzieningen.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende
bouwregels:
a.
het hoofdgebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
b.
aan- en uitbouwen mogen in en buiten het bouwvlak worden geplaatst en
dienen ondergeschikt te zijn aan het hoofdgebouw;
c.
ter plaatse van de bouwaanduiding [aeg] moeten de hoofdgebouwen
aaneen zijn gebouwd;
d.
ter plaatse van de bouwaanduiding [gs] is uitsluitend gestapelde
bouw toegelaten;
e.
ter plaatse van de bouwaanduiding [tae] moeten de hoofdgebouwen
twee-aaneen zijn gebouwd;
f.
ter plaatse van de bouwaanduiding [vrij] moeten de hoofdgebouwen
vrijstaand zijn gebouwd;
g.
de maximale goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt 6 meter tenzij anders
is aangegeven op de planverbeelding;
h.
ondergeschikte aan-, uit- of vrijstaande (bij)gebouwen zijn toegestaan,
met dien verstande dat:
- de breedte van
een aan-, uit- of vrijstaande (bij)gebouwen aan de zijkant van een hoofdgebouw
ten hoogste 50% van de breedte van het hoofdgebouw bedraagt waarbij geldt:
- in afwijking
van het hiervoor bepaalde bij vrijstaande woningen en twee-onder-een-kapwoningen
waarvan het achtererf ten minste 10 m diep is, de diepte van aan- en uitbouwen
achter het hoofdgebouw ten hoogste de helft van de dipte van het hoofdgebouw
bedraagt;
- de
gezamenlijke diepte van een aan- of uitbouw aan de zijkant en aan de achterkant
van het hoofdgebouw ten hoogste de diepte van het hoofdgebouw bedraagt;
i.
de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bedraagt
ten hoogste 50% van het zij- en achtererf met een maximum zoals opgenomen in de
volgende tabel:
19.3 Specifieke
gebruiksregels
19.3.1 Aan huis
gebonden beroep
Op de gronden is het gebruik van gedeelten van het hoofdgebouw
voor de uitoefening van een aan-huis-gebonden-beroep, zoals bedoeld in onderdeel
20.1 onder c., toegestaan mits deze uitoefening uitsluitend betreft de
activiteiten als gegeven in Bijlage 2 van deze regels en mits verder aan de
volgende voorwaarden is voldaan:
a.
de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
b.
het vloeroppervlak voor de uitoefening van het aan-huis-gebonden beroep
niet groter is dan 25 % van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw, tot een
maximum van 50 m2;
c.
het gebruik niet leidt tot een onevenredige aantasting van de
verkeersontsluiting en parkeersituatie ter plaatse;
d.
geen gebruik wordt gemaakt van gevelreclame;
e.
het beroep alleen door de bewoner(s) wordt uitgeoefend;
f.
er geen vergunningplichtige activiteiten plaatsvinden als bedoeld in de
Wet milieubeheer en er geen horeca-activiteiten en geen detailhandel
plaatsvinden.
19.3.2 Bed &
breakfast
Op de gronden is het gebruik van gedeelten van het hoofdgebouw
voor de uitoefening van bed & breakfast, zoals bedoeld in onderdeel 20.1 onder
d., toegestaan mits voor dit gebruik maar één kamer van de woning en maximaal
twee bedden per kamer worden beschikbaar gesteld en mits verder wordt voldaan
aan de volgende voorwaarden:
a.
de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
b.
het gebruik leidt niet tot belemmeringen voor de omliggende functies;
c.
het gebruik niet leidt tot een onevenredige aantasting van de
verkeersontsluiting en parkeersituatie ter plaatse;
d.
de uitoefening van bed & breakfast gebeurt uitsluitend door de bewoner(s)
van de woning waarin die voorziening is ondergebracht;
e.
de bed & breakfast beschikt over maximaal twee van de drie essentiële
woonvoorzieningen (douche/bad, wc en keuken/keukenblok).
19.3.3
Maatschappelijke voorzieningen
Op de gronden met de functieaanduiding maatschappelijk (m) is
het volgende gebruik toegestaan:
a.
Maatschappelijke voorzieningen op de begane grond van het gebouw;
b.
Een kinderdagverblijf op de verdieping van het gebouw.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk
geval gerekend het gebruik voor:
a.
het bewonen van vrijstaande bijgebouwen;
b.
permanente of tijdelijke bewoning, voor zover het vrijstaande bijgebouwen
betreft;
c.
consumentverzorgende ambachtelijke bedrijfsactiviteiten;
d.
kamerbewoning;
e.
erotisch getinte bedrijven en prostitutie;
f.
detailhandel, tenzij toegestaan met een daartoe gerichte
functieaanduiding;
g.
horeca, tenzij toegestaan met een daartoe gerichte functieaanduiding;
h.
opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik
onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of
afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de
bestemming gerichte gebruik van de grond;
i.
het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare
afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de
bestemming gerichte gebruik van de grond.
19.4 Afwijken van
de gebruiksregels
19.4.1
Mantelzorg
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van
het bepaalde in 19.3.4 om het gebruik van een deel van het hoofdgebouw of
bijgebouwen bij een woning als afhankelijke woonruimte (inwoning) toe te staan,
met dien verstande dat:
a.
een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit het oogpunt van
mantelzorg;
b.
op het perceel al een woning aanwezig is;
c.
per woning kan worden afgeweken ten behoeve van inwoning voor mantelzorg;
d.
inwoning in beginsel dient plaats te vinden bij, in of direct aansluitend
aan de woning, waarbij de afhankelijke woonruimte een onderlinge verbinding met
de woning dient te hebben; het gebruik van een vrijstaand bijgebouw als
afhankelijke woonruimte is uitsluitend toegestaan indien realisering van de
inwoning in of aan het hoofdgebouw voor de inwoner of andere bewoner(s)
onredelijk bezwarend is. Hiervoor is tevens een indicatie van de arts
noodzakelijk;
e.
maximaal 75 m² van hoofdgebouw en/of bijgebouwen mag worden gebruikt ten
behoeve van de inwoning. |
||||||||||||||||