direct naar inhoud van Hoofdstuk 5 Handhaving
Plan: Bedrijventerrein Middelland-Dorpsstraat
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0643.BP1012BT004-VA01

Hoofdstuk 5 Handhaving

Per 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. Op basis van deze wet wordt er één integrale vergunning afgegeven voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu. Deze intergraliteit is ook verplicht ten aanzien van het toezicht en de handhaving van verleende omgevingsvergunningen. Om deze integrale handhaving mogelijk te maken is de Handhavingsnota K5 opgesteld.

Iedere K5 gemeente (Bergambacht, Nederlek, Ouderkerk, Schoonhoven en Vlist) stelt per jaar een afzonderlijk jaarprogramma op ten aanzien van handhaving. De doelstellingen van het jaarprogramma zijn toegespitst op de bouwregelgeving en zien in het kort op het voorkomen van overtredingen, het bevorderen van naleving van de regels, het beëindigen van overtredingen en het herstel van overtredingen en eventuele schade.

De gemeente Nederlek heeft voor 2011 en 2012 een prioritering aangebracht, met de volgende prioriteiten wordt gewerkt:

  • 1. Het bouwen zonder omgevingsvergunning.
  • 2. Regulier bouwkundig toezicht, inclusief toezicht op omgevingsvergunningen voor de activiteiten bouwen, slopen, aanleggen en het gebruik van gronden en bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan.
  • 3. Het slopen zonder omgevingsvergunning.
  • 4. Het kappen van waardevolle bomen.
  • 5. Naleving zorgplicht.
  • 6. Het strijdig gebruik van gronden met een agrarische bestemming.

De gemeente heeft er ook voor gekozen om projectmatig te handhaven, het betreft de projecten 'Detailhandel in woningen', 'Detailhandel op bedrijventerreinen' en 'Integrale handhaving'.

Voor dit bestemmingsplan is met name het project 'Detailhandel op bedrijventerreinen' van belang. Bedrijventerreinen zijn primair bestemd voor industriële en daaraan verwante bedrijven. Detailhandel hoort daar niet thuis, tenzij het zogenaamde perifere detailhandel betreft. Wanneer er sprake is van detailhandel dient daartegen handhavend te worden opgetreden. Dit handhavend optreden vindt zijn grondslag in artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wabo: het verbod tot het gebruiken van gronden en bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan.

Het toezicht wordt op drie verschillende manieren onderscheiden: gebiedsgericht toezicht, objectgericht toezicht en vergunninggericht toezicht. Van alle controlebezoeken wordt een rapport opgemaakt, indien er sprake is van een overtreding wordt het werkproces uit de Handhavingsnota K5 gevolgd.

Het voorliggende bestemmingsplan voorziet in een actualisatie en samenvoeging van enkele verouderde bestemmingsplannen. De verbeelding is duidelijk en de regels regelen niet meer dan uit ruimtelijk oogpunt noodzakelijk is. De uniformering van de verouderde bestemmingsplanvoorschriften draagt bij aan een doelmatige handhaving van het bestemmingsplan.