direct naar inhoud van Artikel 11 Verkeer - Railverkeer
Plan: corridor
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0642.bp14corridor-3001

Artikel 11 Verkeer - Railverkeer

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. spoorwegen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'brug': tevens een brug ten behoeve van spoorwegverkeer;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'openbaar vervoerstation': tevens voor een openbaar vervoerstation met de bijbehorende voorzieningen in de vorm van een stationshal, fietsenstallingen, horeca in ten hoogste categorie A van de Lijst van Horeca-activiteiten en detailhandel;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - rijksweg': tevens voor een rijksweg;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'tunnel': tevens een tunnel;
  • f. geluidwerende voorzieningen;
  • g. wegen en straten;
  • h. voet- en fietspaden;
  • i. water;
  • j. bermen en beplanting;

met de daarbijbehorende

  • k. parkeervoorzieningen;
  • l. grondwallen;
  • m. nutsvoorzieningen en andere openbare voorzieningen;
  • n. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, dammen en/of duikers.
11.2 Bouwregels
11.2.1 Algemeen

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen buiten het bouwvlak uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt maximaal de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overkapping' is een perron met overkapping toegestaan met een bouwhoogte van maximaal 15 m;
  • d. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het spoorwegverkeer alsmede antennemasten mag, gemeten vanaf de bovenkant van de spoorstaaf, ten hoogste 20 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het spoorwegverkeer, mag ten hoogste 9 m bedragen.