direct naar inhoud van Artikel 6 Natuur
Plan: Barrepolder 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0638.BP00004-VAS1

Artikel 6 Natuur

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. behoud, herstel en ontwikkeling van een ecologische verbindingszone;

alsmede voor:

  • b. groen, water en nutsvoorzieningen;
  • c. paden, in- en uitritten;

met dien verstande dat:

  • d. in de eerste plaats het bepaalde in Artikel 11van toepassing is voorzover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Leiding';
  • e. in de eerste plaats Artikel 13 van deze planregels moet worden toegepast, voorzover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Waarde - Archeologie-2';
  • f. in de eerste plaats het bepaalde in Artikel 14 van toepassing is voorzover deze gronden mede zijn bestemd voor 'Waterstaat-Waterkering'.
6.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

Op de voor Natuur aangewezen gronden zijn uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan, met een bouwhoogte van maximaal 2 meter.

6.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden
6.3.1 Aanlegverbod zonder vergunning

Het is verboden om op de voor 'Natuur' aangewezen gronden de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, zonder of in afwijking van een 'Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden':

  • a. het aanbrengen of verwijderen van bovengrondse of ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • b. het verlagen, vergraven, ophogen of egaliseren van de bodem
  • c. het wijzigen van de waterhuishouding zoals draineren, het uitdiepen, dempen, graven en/of verleggen van waterlopen;
  • d. het aanleggen van oeverbeschoeiingen, kaden en/of aanlegplaatsen.

6.3.2 Uitzonderingen op het verbod

Het onder 6.3.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud, gebruik of beheer betreffen;
  • b. noodzakelijk zijn voor de realisering van een bouwwerk waarvoor de aanvraag tot omgevingsverguning voor het bouwen is gehonoreerd;
  • c. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

6.3.3 Voorwaarden voor de vergunning

De in 6.3.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien door de uitvoering van het werk, dan wel door de daarvan (in)direct te verwachten gevolgen, geen blijvende afbreuk wordt gedaan aan de in 6.1 bedoelde waarden, en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.