Plan: | Rijndijk |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0638.BP00003-VAS1 |
Beleid
De gemeente Zoeterwoude heeft met enkele omliggende gemeente een gezamenlijk beleidskader voor Duurzame Stedenbouw vastgesteld. Dat regionaal beleidskader is in 2005 opgesteld en in 2009 herzien. Met behulp van het regionale beleidskader wordt beoogd om duurzaamheid in een vroeg stadium in ruimtelijke planvorming te betrekken. Het beleidskader bevat voor elk duurzaamheidsthema een basisambitie en extra ambitieniveaus waarover afspraken worden gemaakt met de initiatiefnemer van een ruimtelijke ontwikkeling. De bedoeling is om gedurende een proces van planvorming deze afspraken over duurzaamheid vast te leggen in overeenkomsten. Voor toekomstige ontwikkelingen groter dan 1 hectare is het Regionaal beleidskader duurzame stedenbouw van toepassing. De gemeente informeert initiatiefnemers in een zo vroeg mogelijk stadium over het toepassen ervan.
De gemeente Zoeterwoude hanteert tevens de regionale DuBoPlus Richtlijn 2008 als uitgangspunt bij bouwprojecten. De na te streven kwaliteit en duurzaamheid van een project dienen op basis van een overeenkomst tussen de gemeente en de ontwikkelaar te worden geborgd. Dit is bij bijvoorbeeld Hoogh Swieten in de samenwerkingsovereenkomst vastgelegd.
In 2008 heeft de gemeente Zoeterwoude in samenwerking met de Milieudienst het Plan van aanpak regionaal Klimaatprogramma 2008-2012 Holland Rijnland en Rijnstreek vastgesteld. Met dit plan wordt een bijdrage geleverd aan het bereiken van de regionale CO2-reductiedoelstellingen. Het plan kent een relatie met ruimtelijke ontwikkeling omdat bij ontwikkelingen vanaf 50 woningen kansen voor CO2-reductie moeten worden onderzocht. Vanaf 200 woningen moet een energievisie worden opgesteld.
Onderzoek
Aangezien het voorliggende plan geen ontwikkelingen mogelijk maakt wordt het aspect duurzaamheid voor dit plan niet verder uitgewerkt. Indien zich na vaststelling van het plan ontwikkelingen voordoen in het plangebied dan dienen de afspraken uit het bovengenoemd regionale beleidskader te worden toegepast.