Plan: | Rijndijk |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0638.BP00003-VAS1 |
De inleidende regels bevatten de begrippen en de wijze van meten. Artikel 1 geeft een toelichting op begrippen die in het normale spraakgebruik niet voorkomen en dus zonder uitleg voor interpretatie vatbaar zijn. Het artikel 'wijze van meten' beschrijft hoe de maatvoeringen, zoals deze in de regels voorkomen, moeten worden gemeten.
Bij het bepalen van de bestemmingslegging voor de in het plangebied aanwezige functies zijn de vigerende bestemmingsregelingen, de bestaande situatie en de gebiedsvisie - zoals weergegeven in hoofdstuk 2 - het uitgangspunt.
Het grootste deel van de aanwezige functies in het plangebied wordt overeenkomstig het huidige gebruik bestemd. De uitgangspunten voor de bestemmingsregelingen worden hieronder nader toegelicht.
Bedrijf
Aan de aanwezige bedrijven wordt de bestemming Bedrijf toegekend. Om inzicht te krijgen in de milieubelasting van de gevestigde bedrijven, wordt gebruikgemaakt van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' ( zie bijlage 2). Dit is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijfsactiviteiten gerangschikt zijn naar de mate van de belasting van het milieu. Deze Staat van Bedrijfsactiviteiten maakt onderdeel uit van de regels. De toelaatbaarheid van activiteiten wordt bepaald aan de hand van de vraag tot welke categorie de activiteit behoort. In de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' wordt niet gewerkt met richtafstanden ten opzichte van milieugevoelige functies, maar wordt gewerkt met een cateogrieindeling waarbij wordt gekeken of een bepaalde bedrijfsactiviteit direct naast of onder woningen is toegestaan. Bestaande bedrijven uit een hogere categorie blijven in een woongebied toegestaan. Ervan uitgaande dat het in de huidige situatie noch (dringend) noodzakelijk (om redenen van milieuhinder) noch gewenst is (om reden van beschikbare middelen) om sanering dan wel verplaatsing van deze bedrijven na te streven en te realiseren, is het gewenst dat deze bedrijven de huidige bedrijfsactiviteiten op de huidige locatie kunnen voortzetten. Dit houdt in dat bedrijven tot en met categorie B1 worden toegestaan. Bestaande bedrijven met een hogere categorie dan de toelaatbare categorie op basis van de richtafstanden hebben een specifieke aanduiding gekregen. Wanneer zich op deze locaties een andere bedrijvigheid zal voordoen, dient wel aan de lagere categorie te worden voldaan. Risicovolle inrichtingen (bedrijven die onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) vallen) en geluidshinderlijke inrichtingen zijn uitgesloten.
Een deel van het plangebied valt binnen de geluidszonering van het industrieterrein 'Barrepolder'. In het bestemmingsplan is een begripsbepaling opgenomen waarmee het begrip geluidszone industrielawaai wordt verklaard.
Detailhandel
De bestaande winkels zijn conform het huidige gebruik bestemd. Waar boven de winkel tevens gewoond wordt, is hiervoor een aanduiding opgenomen.
Groen
Structuurbepalende groene elementen worden bestemd als Groen. Het gaat om de gronden die in gebruik zijn als plantsoenen, bermen, speelvoorzieningen en voet- en fietspaden. De geluidswal aan de Burgemeester Smeetsweg is apart aangeduid. Verder is ten behoeve van de flexibiliteit binnen de bestemming Groen tevens de functie water toegestaan. Op deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.
Binnen deze bestemming zijn tevens verschillende speelplekken positief bestemd. Voor deze locaties geldt dat gebouwen en overkappingen zijn toegestaan tot 15% van het bestemde oppervlak.
Voor de jongerenontmoetingsplaats aan de Oranjelaan is een specifieke aanduiding opgenomen om het gebruik en de bebouwing te regelen. Daarnaast is er voor de voetbalkooi aan de Johan Frisostraat een specifieke aanduiding opgenomen.
Horeca
De bestaande horecavestigingen aan de Hoge Rijndijk zijn conform het huidige gebruik bestemd. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd met gebouwen en bouwwerken. Buiten het bouwvlak zijn erf- en terreinafscheidingen toegestaan en kunnen tevens goederen worden opgeslagen tot 3 m hoogte.
Kantoor
De kantoren aan de Kopperwetering en het kantoor aan de Hoge Rijndijk zijn bestemd als Kantoor. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd met gebouwen en bouwwerken. Buiten het bouwvlak mogen enkel erf- en terreinafscheidingen worden gebouwd.
Maatschappelijk
De in het plangebied aanwezige maatschappelijke voorzieningen voor onder andere religie, verenigingen en onderwijs zijn als zodanig bestemd door middel van de bestemming Maatschappelijk. Gebouwen en bouwwerken zijn alleen in het bouwvlak toegestaan. Erf- en terreinafscheidingen mogen binnen de gehele bestemming worden gebouwd.
Sport
De in het plangebied aanwezige tennisvereniging, is bestemd door middel van de bestemming Sport.
Tuin
De tuinbestemming is gelegd op de bij een woning behorende gronden waarop in principe geen bebouwing is toegestaan. Dit betreffen de gronden gelegen aan de voorzijde van de woning en - bij hoeksituaties - ook delen van het zijerf. Ook langs de Oude Rijn is ter bevordering van het vrijhouden van de oevers waar mogelijk een tuinstrook opgenomen, conform het vigerende bestemmingsplan en de uitgangspunten van het document Ruimtelijk Kwaliteit Oude Rijnzone. Op een aantal percelen is een carport overigens wel toegestaan. Dit wordt duidelijk gemaakt met de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - 1'.
Verkeer
De Burgemeester Smeetsweg en de Hoge Rijndijk worden als Verkeer bestemd.
Verkeer - Verblijfsgebied
De gebieden met een verplaatsings- en verblijfsfunctie worden als Verkeer - Verblijfsgebied bestemd. Binnen deze bestemming is een aantal daarin passende gebruiksvormen toegestaan zoals parkeren, het verzamelen van huisvuil, groen- en waterpartijen, speelplekken en kleine nutsvoorzieningen en dergelijke.
Water
Waterpartijen die van belang zijn voor de waterberging worden bestemd voor Water. Water is tevens toegestaan binnen de bestemming Groen. In de Meerburgerwetering zijn verder plekken voor het aanleggen van recreatiebootjes toegestaan binnen de functieaanduiding 'ligplaats'. Uitsluitend bouwwerken ten behoeve van de waterbeheersing en de verbinding van oevers zijn toegestaan. Overigens is het wel toegestaan steigers tot een oppervlakte van 6 m² aan te leggen.
Wonen
De woonfunctie is de belangrijkste functie in het plangebied. Het beleid is erop gericht de kwaliteit van de woonomgeving te behouden en waar mogelijk te versterken. Rekening houdend met dit uitgangspunt wordt een regeling geformuleerd die het resultaat zal zijn van de afweging tussen enerzijds een maximaal woongenot voor de bewoners en anderzijds de opgaaf van het behoud van de bestaande ruimtelijke kwaliteit. Naast de bestaande situatie en de bestaande mogelijkheden welke voortvloeien uit de vigerende regeling, is bij het toekennen van de bestemmingen het bieden van voldoende erfbebouwingsmogelijkheden voor de bestaande woningen het uitgangspunt.
Bouwregels
Met ingang van 1 oktober 2010 is het Besluit omgevingsrecht in werking getreden. Hierin wordt de 'voor- en achterkantbenadering' uit het Besluit bouwvergunningvrije en licht bouwvergunningplichtige bouwwerken gecontinueerd. Deze benadering komt erop neer dat met het oog op stedenbouw en welstand verschil moet worden gemaakt tussen het bouwen aan de voorkant of aan de achterkant. Vanuit het oogpunt van ruimtelijke kwaliteit is het bouwen aan de voorkant in het algemeen kwetsbaarder dan het bouwen aan de achterkant. Dit heeft als resultaat dat voor het bouwen aan de achterkant in principe geen omgevingvergunningsvereiste geldt voor aan- en uitbouwen, bijgebouwen, carports, dakkapellen en erfafscheidingen, mits ze aan bepaalde afmetingen voldoen.
Het bovenstaande leidt tot de volgende regeling:
Beroepen-aan-huis en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
Om de woonfunctie te versterken en een aantrekkelijk woongebied te creëren waar ruimte is voor meerdere activiteiten, wordt een toename van de menging met kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten voorgestaan. Het uitgangspunt is dat zogenaamde vrije beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Inrichtingen- en vergunningbesluit milieubeheer geldt, zonder meer vanuit de woning kunnen worden uitgeoefend, mits de woonfunctie gehandhaafd blijft. Er wordt vanuit gegaan dat de woonfunctie gehandhaafd blijft bij een gebruik van ten hoogste 30% van het gezamenlijk vloeroppervlak van het hoofdgebouw tot ten hoogste 40 m².
In verband met de reeds bestaande bedrijfsmatige activiteiten is ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van wonen - 1 aan de Hoge Rijndijk 87 een oppervlak van 45 m² toegestaan voor de bedrijfsmatige activiteiten. Wonen is ter plaatse van deze aanduiding uitgesloten.
Beeldbepalende elementen
In de woonregeling is inhoud gegeven aan de uitbreidingsmogelijkheden voor woningen die als beeldbepalende elementen worden aangemerkt langs de Hoge Rijndijk. De grens tussen de bestemming Wonen en Tuinen ligt hier in plaats van 1 m achter de voorgevel in principe in het verlengde van de achtergevel. De ruimtelijke kwaliteit van de openbare ruimte wordt op deze wijze minder aangetast omdat de diverse aan- en uitbouwen en bijgebouwen minder zichtbaar zijn vanuit de openbare ruimte en de (optische) ruimte niet wordt vernauwd. Daar waar echter al voor de achtergevellijn is gebouwd, is de bestaande bebouwing opgenomen in de bestemming Wonen.
Leiding - Riool en Leiding- Water
Deze bestemmingen zijn gegeven aan de rioolpersleiding die langs de Burgemeester Smeetsweg en de Hoge Rijndijk loopt en de watertransportleiding langs de Burgemeester Smeetsweg. De bestemmingen fungeren als dubbelbestemming.Bouwwerken op gronden met deze met andere bestemmingen samenvallende bestemmingen kunnen weliswaar worden gerealiseerd, maar dan met inachtneming van de in de regels opgenomen voorwaarden.
Archeologische waarden
Delen van het plangebied maken deel uit van een gebied met een redelijke tot zeer grote archeologische verwachtingswaarde. Om deze waarde te waarborgen wordt een bestemming Waarde - Archeologie opgenomen. Deze bestemming fungeert als dubbelbestemming. Bouwwerken op gronden met deze met andere bestemmingen samenvallende bestemming kunnen weliswaar worden gerealiseerd, maar dan met inachtneming van de in de regels opgenomen voorwaarden. Daarvoor is een bevoegdheid tot afwijking opgenomen. Is er blijkens onderzoek geen sprake van archeologische waarden, dan kunnen de werken en bouwwerken met een omgevingsvergunning worden gerealiseerd. In het kader van de bescherming van de archeologische waarde is voor een aantal werken, niet zijnde bouwwerken, en werkzaamheden een omgevingvergunningenstelsel opgenomen. De archeologische waarden worden bedreigd door grondwerkzaamheden die samengaan met de aanleg van bijvoorbeeld wegen, bebouwing en watergangen. Deze gronden worden derhalve mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de aanwezige archeologische waarden. Bouwen ten behoeve van samenvallende bestemmingen is via afwijking slechts toegestaan voor zover de archeologische waarde niet worden geschaad en genoemde werken en werkzaamheden zijn zonder omgevingsvergunning niet toegestaan.
Monumenten en waardevolle bomen
In het plangebied bevinden zich rijks- en gemeentelijke monumenten. Hierop zijn respectievelijk de Monumentenwet en de gemeentelijke monumentenverordening van toepassing. Een overzicht van de rijks- en gemeentelijke monumenten in het plangebied is opgenomen in bijlage 1.
Ook is een aantal waardevolle bomen in het plangebied aanwezig (zie bijlage 2). Deze bomen staan veelal in het openbaar gebied, waarvan de gemeente eigenaar en beheerder is. Eventuele verstorende erfbouwing op particulier terrein is vergunningsvrij toegestaan. Hierdoor is bescherming via het bestemmingsplan niet goed mogelijk. Het gemeentelijk beleid betreffende waardevolle bomen is vastgelegd in het Bomenbeleidsplan en de Bomenverordening 2009.
Bescherming van monumenten en waardevolle bomen is dan ook niet in de regeling van dit bestemmingsplan opgenomen.
Waterstaat - Waterkering
Voor waterkeringen is de waterkerende functie tot uitdrukking gebracht in de dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering. Het bebouwen van deze gronden ten behoeve van de onderliggende bestemming is uitsluitend toegestaan als hiervoor afwijking bij een omgevingsvergunning is verleend door burgemeester en wethouders. De Omgevingsvergunning voor het afwijken wordt verleend als de waterkeringen hierdoor niet onevenredig worden geschaad. Burgemeester en wethouders winnen hiervoor, met het oog op een zorgvuldige voorbereiding van het besluit, advies in bij de beheerder van de waterkering, voordat ze beslissen op het verzoek om afwijken.
Algemene regels
Een aantal zaken is algemeen van aard of heeft niet zozeer betrekking op een specifieke bestemming uit hoofdstuk 2 van de regels. Deze zaken zijn geregeld in hoofdstuk 3 Algemene regels. Wat de hoogteaanduidingen betreft, is vermeld dat de op de kaart aangegeven hoogten als hoogst toelaatbaar in acht moeten worden genomen en in welke gevallen sprake mag zijn van overschrijdingen hiervan. Verder bevat dit hoofdstuk regels met betrekking tot overschrijding van bouwgrenzen, het buiten werking stellen van de bouwverordening en algemene afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden. Daarnaast is een regel opgenomen ter bepaling van de wettelijke regeling waarnaar in de regels wordt verwezen.
Overgangsregels en slotregel
Tot slot zijn in hoofdstuk 4 de regels ondergebracht met betrekking tot het overgangsrecht (overgangsregels) en de slotregel.