direct naar inhoud van Artikel 6 Bedrijf
Plan: Landelijk Gebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0638.BP00002-ONH1

Artikel 6 Bedrijf

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn - onder verwijzing naar de Staat van Bedrijfsactiviteiten "functiemenging" - bestemd voor:

  • a. bedrijven uit ten hoogste categorie B van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging';
  • b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, (ontsluitings)wegen en laad- en losvoorzieningen;

alsmede voor:

  • c. ter plaatse van de aanduiding 'opslag': een opslagbedrijf met de SBI-code 05.17;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch loonbedrijf': tevens een agrarisch loonbedrijf;
  • e. ter plaatsen van de aanduiding 'agrarische bedrijf': tevens een agrarische bedrijf ondergeschikt aan de hoofdfunctie;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-aanemersbedrijf': tevens het uitoefenen van een aannemersbedrijf met SBI-code 045.1;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-groothandel in bouwmachines': tevens het uitoefenen van een groothandelsbedrijf in bouwmachines met SBI-code 5162.1;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-potgrondproductiebedrijf': tevens het uitoefenen van een potgrondproductiebedrijf met SBI-code 014.4;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': tevens het behoud en de bescherming van de aanwezige cultuurhistorische waarden, gelet op het herkenbaar houden van de ruimtelijke structuur van kavels, behoud van de bescheiden maat en schaal van de historische bebouwing, behoud van de bestaande breedte en opbouw van het profiel en beplanting van wegen en waterlopen en het behoud van de monumentale bebouwing en elementen als bruggen;

een en ander met dien verstande dat:

  • 1. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening': uitsluitend een nutsvoorziening is toegestaan;
  • 2. ter plaatse van de aanduiding 'gemaal': uitsluitend een gemaal is toegestaan;
  • 3. ter plaatse van de aanduiding 'windturbine': uitsluitend een windturbine is toegestaan;
  • 4. detailhandel in volumineuze goederen niet is toegestaan;
  • 5. nieuwvestiging van bedrijven, die dienstverlenend zijn voor agrarische bedrijven, zoals loonbedrijven, niet is toegestaan.

6.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. uitsluitend binnen het bouwvlak zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en behoeve van ten hoogste één bedrijf toegestaan;
  • b. op de gronden met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-zonder woning' mogen geen (bedrijfs)woningen worden gebouwd;
  • c. op de gronden met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-zonder gebouwen' mogen geen gebouwen en geen overkappingen worden gebouwd;
  • d. overigens geldt het volgende:

  max. aantal   max. inhoud   max. oppervlak   max. bouwhoogte   max. goothoogte  
bedrijfswoning   één, tenzij anders op de plankaart is aangegeven   700 m³     10 m   zie plankaart  
aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen       50 m²   4,5 m   3 m  
bedrijfsgebouwen       zie plankaart   10 m   zie plankaart  
erf- of terreinafscheidingen
- voor de voorgevel
- overige plaatsen  
     
1 m
2 m  
 
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde (m.u.v. erf- of terreinafscheidingen en windmolens)         3 m    

6.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • b. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • c. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • d. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
  • e. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan.

6.4 Ontheffing van de gebruiksregels
6.4.1 Toegelaten categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van artikel 6.1:om bedrijven toe te laten uit ten hoogste twee categorieën hoger dan in artikel 6.1lid 4.1, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in artikel 6.1 genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten "functiemenging" zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in artikel 6.1 genoemd;

met inachtneming van het volgende:

    • 1. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
    • 2. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
    • 3. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
    • 4. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage.
6.4.2 Adviesprocedure ontheffing

Alvorens omtrent het verlenen van ontheffing te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de adviseur inzake milieuhygiëne omtrent de aard van het bedrijf en de invloed daarvan op de omgeving, gelet op de specifieke werkwijze en verschijningsvorm en getoetst aan de maatgevende milieuaspecten.

6.5 Sloopvergunning
6.5.1 Sloopverbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders (sloopvergunning) gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' te slopen.

6.5.2 Uitzonderingen op het sloopverbod

Het verbod als bedoeld inartikel 6.5.1 is niet van toepassing op sloopwerkzaamheden:

  • a. zoals bedoeld in artikel 3.20 lid 1 Wro;
  • b. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.

6.5.3 Voorwaarde voor een sloopvergunning

De sloopwerkzaamheden als bedoeld in lartikel 6.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de cultuurhistorische waarden niet worden aangetast, hetgeen ter advisering wordt voorgelegd aan de adviseur inzake cultuurhistorie.

6.5.4 Strafbaar feit

Overtreding van het verbod van artikel 6.5.1 is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.

6.6 Wijzigingsbevoegdheid
6.6.1 Ten behoeve van de categorie-indeling van de bedrijven

Burgemeester en wethouders zijn - met toepassing van artikel 3.6 Wro - bevoegd de Staat van Bedrijfsactiviteiten te wijzigen, in die zin dat de categorie-indeling van de bedrijven kan worden gewijzigd, indien en voor zover de belasting van de desbetreffende bedrijfstypen in positieve zin op het milieu, als gevolg van de technologische ontwikkelingen, daartoe aanleiding geeft.

6.6.2 Adviesprocedure wijzigingsbevoegdheid

Alvorens omtrent het toepassen van een wijzigingsbevoegdheid te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de adviseur inzake milieuhygiëne omtrent de vraag of de omstandigheden als bedoeld in artikel 6.6.1 aanwezig zijn in geval van een wijzigingsplan als in dat artikel bedoeld.

6.6.3 Ten behoeve van de wijziging naar Wonen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd - met toepassing van artikel 3.6 Wro - de bestemming Bedrijf te wijzigen in de bestemming Wonen, met inachtneming van het volgende:

  • a. de bebouwde oppervlakte van de voormalige bedrijfswoning mag niet worden vergroot;
  • b. de bestaande situering mag niet worden gewijzigd;
  • c. de wijziging mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieuwetgeving;
  • d. de bebouwde oppervlakte van de vrijstaande bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 50 m² per woning;
  • e. overige bebouwing (met uitzondering van monumenten en cultuurhistorisch waardevolle of beeldbepalende gebouwen) wordt gesaneerd, waarbij de huidige bebouwing gesloopt wordt waarna 50% van het voormalige bebouwingsoppervlak met een maximum van 500 m² terug gebouwd mag worden;
  • f. met toepassing van de Ruimte-voor-Ruimteregeling kan vrijgekomen bedrijfsbebouwing gesloopt worden in ruil voor de bouw van een extra woning, waarbij als ondergrens geldt dat voor de sloop van 1.000 m² (cultuurhistorisch niet waardevolle) bedrijfsgebouwen één extra woning gerealiseerd kan worden, met een maximum van drie woningen.