Plan: | Landelijk Gebied |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0638.BP00002-ONH1 |
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn - onder verwijzing naar de Staat van Bedrijfsactiviteiten "functiemenging" - bestemd voor:
alsmede voor:
een en ander met dien verstande dat:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
max. aantal | max. inhoud | max. oppervlak | max. bouwhoogte | max. goothoogte | |
bedrijfswoning | één, tenzij anders op de plankaart is aangegeven | 700 m³ | 10 m | zie plankaart | |
aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen | 50 m² | 4,5 m | 3 m | ||
bedrijfsgebouwen | zie plankaart | 10 m | zie plankaart | ||
erf- of terreinafscheidingen - voor de voorgevel - overige plaatsen |
1 m 2 m |
||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde (m.u.v. erf- of terreinafscheidingen en windmolens) | 3 m |
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
met inachtneming van het volgende:
Alvorens omtrent het verlenen van ontheffing te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de adviseur inzake milieuhygiëne omtrent de aard van het bedrijf en de invloed daarvan op de omgeving, gelet op de specifieke werkwijze en verschijningsvorm en getoetst aan de maatgevende milieuaspecten.
Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders (sloopvergunning) gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' te slopen.
Het verbod als bedoeld inartikel 6.5.1 is niet van toepassing op sloopwerkzaamheden:
De sloopwerkzaamheden als bedoeld in lartikel 6.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de cultuurhistorische waarden niet worden aangetast, hetgeen ter advisering wordt voorgelegd aan de adviseur inzake cultuurhistorie.
Overtreding van het verbod van artikel 6.5.1 is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.
Burgemeester en wethouders zijn - met toepassing van artikel 3.6 Wro - bevoegd de Staat van Bedrijfsactiviteiten te wijzigen, in die zin dat de categorie-indeling van de bedrijven kan worden gewijzigd, indien en voor zover de belasting van de desbetreffende bedrijfstypen in positieve zin op het milieu, als gevolg van de technologische ontwikkelingen, daartoe aanleiding geeft.
Alvorens omtrent het toepassen van een wijzigingsbevoegdheid te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de adviseur inzake milieuhygiëne omtrent de vraag of de omstandigheden als bedoeld in artikel 6.6.1 aanwezig zijn in geval van een wijzigingsplan als in dat artikel bedoeld.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd - met toepassing van artikel 3.6 Wro - de bestemming Bedrijf te wijzigen in de bestemming Wonen, met inachtneming van het volgende: