direct naar inhoud van 4.6 Milieuaspecten
Plan: Nieuwe Driemanspolder - Roeleveen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP291-0004

4.6 Milieuaspecten

Tijdens de voorbereiding van het bestemmingsplan is onderzoek verricht naar de randvoorwaarden die voor de toekomstige inrichting van toepassing zijn. Specifieke onderzoeken hebben plaatsgevonden met betrekking tot de aspecten geluid, luchtkwaliteit en externe veiligheid.

Geluid

Voorafgaand aan de vaststelling van het bestemmingsplan dient volgens de Wet geluidhinder (Wgh) onderzoek te worden verricht naar de akoestische kwaliteit ter hoogte van geluidgevoelige bestemmingen met betrekking tot wegverkeer, railverkeer, industrielawaai en eventueel vliegverkeer. Het akoestisch aandachtsgebied van een weg, spoorbaan, bedrijventerrein of vliegveld wordt aangeduid met een geluidzone.

Een geluidonderzoek is van toepassing wanneer er sprake is van nieuwe geluidgevoelige bestemmingen binnen een geluidzone. Geluidonderzoek is eveneens van toepassing wanneer reeds aanwezige geluidgevoelige bestemmingen vallen binnen de geluidzone van een nieuwe of te reconstrueren weg.

Geluidgevoelige bestemmingen

In de Wet geluidhinder worden de volgende geluidgevoelige bestemmingen genoemd:

  • woningen;
  • basisscholen;
  • scholen voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs;
  • instellingen voor hoger beroepsonderwijs;
  • algemene, categorale en academische ziekenhuizen, alsmede verpleeghuizen;
  • andere gezondheidsgebouwen.

Het plangebied van Zoetermeer kent de volgende (potentiële) geluidgevoelige bestemmingen:

  • zes bestaande burgerwoningen, waarvan één aan de Voorweg en vijf aan de Roeleveenseweg;
  • één bestaande bedrijfswoning aan de Roeleveenseweg;
  • de bestemming Gemengd aan het einde van de nieuwe ontsluitingsweg, die de mogelijkheid bevat voor een bedrijfswoning gelieerd aan een horecavoorziening.

De bestaande geluidgevoelige bestemmingen liggen niet binnen de geluidzone van een nieuwe of te reconstrueren weg. Nader geluidonderzoek is daarmee niet noodzakelijk.

Binnen het plangebied is ook geen sprake van nieuwe geluidgevoelige bestemmingen binnen een aanwezige of geprojecteerde geluidzone. De mogelijk te realiseren bedrijfswoning ligt buiten de bestaande geluidzones. Op de nieuwe ontsluitingsweg is vanwege het snelheidsregime van 30 km/uur geen geluidzone van toepassing. Nader geluidonderzoek is ook hier niet noodzakelijk.

Het bestemmingsplan biedt daarnaast de mogelijkheid tot het realiseren van een horecagelegenheid, forellenkwekerij, recreatiegebied, camping en/of uitbreiding van het golfterrein. Dit zijn geen geluidgevoelige functies in het kader van de Wet geluidhinder.

Luchtkwaliteit

De luchtkwaliteit in het plangebied dient te voldoen aan het Wet luchtkwaliteit van 15 november 2007. Daarbij dient aandacht te worden besteed aan een eventuele belasting door stikstofoxide (NOx) of fijn stof (PM10). Voor het plangebied is onderzocht of de beoogde functieverandering negatieve effecten heeft en of dit tot bijstelling van de plandoelstellingen zou moeten leiden. Daarbij is gebruik gemaakt van het verkeersmodel ter bepaling van de geluidhinder en het zogeheten CAR-II-model in de versie 6.1.1. Voor de details van dit onderzoek wordt hier kortheidshalve verwezen naar de bijlage van dit bestemmingsplan.

Geconstateerd is dat de grenswaarde van 40 µg/m3 voor stikstofoxiden respectievelijk fijn stof door het jaargemiddelde niet worden overschreden. Ook de 24-uurgemiddelde concentratie van fijn stof, die maximaal 35 keer per jaar mag worden overschreden voldoet in alle plandelen van Zoetermeer aan de wettelijk gestelde norm.

Milieuhinder door bedrijven

Ten aanzien van eventuele milieuhinder door voorzieningen of bedrijven kan worden geconstateerd dat in het plangebied geen functies zijn gelegen die de toekomstige inrichting zouden kunnen belemmeren. Van de oorspronkelijk in het plangebied gelegen bedrijven zal slechts één bedrijf ook in de toekomst zijn bedrijfsmatige bestemming houden, te weten een paardenhouderij aan de Roeleveenseweg.

Externe veiligheid

Voor de veiligheid van de bewoners en bezoekers in het plangebied dient bij de planvorming rekening te worden gehouden met voorzieningen die een zeker veiligheidsrisico voor hun directe omgeving met zich mee kunnen brengen. Voor het Zoetermeerse plangebied zijn dit:

  • een gepland LPG – station aan de Leidschendamseweg / N 469 en
  • een 8 inch gasleiding ten noorden van de Voorweg.

Wanneer het genoemde LPG-station daadwerkelijk gerealiseerd zal worden, was ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan nog niet bekend. De invloedssfeer van dit station valt gedeeltelijk binnen het plangebied Nieuwe Driemanspolder / Roeleveen. Ook al wordt in deze zone niet gebouwd, zal op het moment dat het station gerealiseerd wordt, een herijking van het daarmee gepaard gaande eventuele risico plaatsvinden. In de nog te verlenen milieuvergunning zal in dat verband mogelijk een doorzetbeperking worden opgelegd, zodat voor de rechtstreekse omgeving geen onaanvaardbare risico's ontstaan. Voor de volledigheid kan nog worden vermeld dat de invloedssfeer van een LPG-station aan de Voorweg geheel buiten het plangebied Nieuwe Driemanspolder / Roeleveen is gelegen.

Voor de externe veiligheid in het plangebied is van belang dat binnen de plangrenzen een 8 inch - gasleiding met een druk van 40 bar is gelegen ter hoogte van het baggerdepot bij het Buytenpark. Volgens de Circulaire uit 1984 is voor deze leiding een bebouwingsvrije zone van toepassing van 4 meter - gemeten uit het hart van de leiding - en een zogenaamde toetsingsafstand van 20 meter - gemeten uit de as van de leiding. In laatstgenoemde zone mag de gebruikersintensiteit op basis van het beoogde grondgebruik niet hoger zijn dan de beheersnorm of drempelwaarde die door de betreffende beheerder wordt gehanteerd. Omdat in het plangebied echter geen sprake zal zijn van nieuwbouw of hoge gebruikersintensiteiten binnen 20 meter uit het hart van de gasleiding heeft deze regelgeving geen negatieve consequenties voor de toekomstige ontwikkelingen.

Het Ministerie van VROM bereid momenteel een nieuwe AMvB Buisleidingen voor. In de nieuwe regeling zullen de risicoafstanden worden vervangen door een risicobeleid. De Gasunie voert hiervoor een zogenoemde kwantitatieve risicoanalyse uit (QRA). In verband met de plannen in het plangebied is er nabij de gastransportleiding (W-514-19-KR-003 t/m 006) een plaatsgebonden risicoberekening (PR) en een groepsberekening (GR) uitgevoerd met PIPESAFE. Uit deze berekening is naar voren gekomen dat de 10-6 per jaar plaatsgebonden risicoafstand 0 meter is.

Het groepsrisico is berekend voor die kilometer die in de nieuwe situatie het hoogste groepsrisico oplevert (worst case). Uit deze berekening volgt dat het groepsrisico ver onder de oriënterende waarde ligt (zie de bijlage bij de toelichting voor de volledige berekening).

Geconcludeerd kan dan ook worden dat de desbetreffende buisleiding geen risico's met zich meebrengt.

Met betrekking tot het transport van (gevaarlijke) goederen of stoffen via de weg of spoorwegen wordt erop gewezen, dat alle Rijkswegen en de meeste provinciale wegen zijn aangewezen als route voor gevaarlijke stoffen. Gemeenten mogen voor de zogenaamde routeplichtige stoffen gemeentelijke wegen binnen hun grenzen aanwijzen waarover deze gevaarlijke stoffen mogen worden vervoerd. De gemeente Zoetermeer heeft een dergelijke route gevaarlijke stoffen niet vastgesteld wat tot gevolg heeft dat het vervoer van gevaarlijke stoffen in principe altijd via de snelste weg moet gebeuren. Gezien de ligging van het plangebied en de daarin gelegen wegen is het niet aannemelijk dat het transport van gevaarlijke stoffen grote veiligheidsrisico's, en daarmee ruimtelijke consequenties, met zich meebrengt.

Samenvattend kan worden geconcludeerd dat het bestaan of de realisatie van de twee voornoemde voorzieningen voor de herinrichting geen belemmerende consequenties heeft. De met de voorzieningen verbonden risico's zijn dermate laag dat in de directe omgeving daarvan geen andere bestemmingen of inrichtingsmaatregelen hoeven te worden gekozen dan oorspronkelijk al waren voorzien.

afbeelding "i_NL.IMRO.0637.BP291-0004_0016.jpg"