Plan: | Nieuwe Driemanspolder - Roeleveen |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0637.BP291-0004 |
Nota Ruimte (2004)
De Nota Ruimte bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de belangrijkste bijbehorende doelstellingen. Hoofddoel van het nationaal ruimtelijke beleid is een goede onderlinge afstemming van de verschillende ruimtevragende functies voor zowel stedelijke als landelijke gebieden. Volgens de Rijksnota maken de gemeenten Den Haag, Leidschendam - Voorburg en Zoetermeer deel uit van het stedelijke netwerk Randstad Holland, één van de zes aangewezen nationale stedelijke netwerken.
Op grond van de verreikende verstedelijking in deze netwerken bestaat hier grote behoefte aan voldoende groen- en recreatievoorzieningen, die een bijdrage kunnen leveren aan de kwaliteit van de woonomgeving. Belangrijke elementen daarbij zijn de zogenaamde Nationale Landschappen en de Rijksbufferzones. Beiden hebben tot doel een ongeremde verstedelijking te voorkomen en de groene kwaliteiten in de betrokken regio's te behouden en te versterken. Dit geldt ook voor het plangebied van de Nieuwe Driemanspolder, dat onderdeel uitmaakt van het nationaal landschap “Groene Hart van de Randstad” en van de Rijksbufferzone Den Haag - Leiden - Zoetermeer. Hier ligt het accent vooral op het behoud van waardevolle groengebieden en open landschapseenheden, de bevordering van de dagrecreatie of landschapsbeleving en de stimulering van gebiedsondersteunende functies passend bij het overwegend landelijke karakter van de bufferzone. Ook dient de bufferzone een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van belangrijke regionale groenverbindingen zoals de Groenblauwe Slinger van het Groene Hart naar het Midden-Delfland. De regiefunctie voor deze ontwikkeling en voor het planologische regime ligt volgens de Nota Ruimte bij de provincie Zuid-Holland.
Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) / Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS)
Ter vervanging en vereenvoudiging van een aantal Rijksregelingen hebben de Rijksoverheid en de Provincie Zuid-Holland in de afgelopen jaren een nieuwe beleidsregeling vastgelegd onder de noemer “Investeringsbudget Landelijk Gebied”. Doelstelling is een effectievere aanpak en een voortvarende realisatie van de groenontwikkeling in en rond de stedelijke agglomeraties en de realisatie van oude beleidsdoelstellingen op het gebied van landschap, ecologie en cultuurhistorie. In het verlengde hiervan is op 5 december 2005 door het Rijk, de provincie Zuid-Holland en de vijf regio's binnen de provincie een convenant getekend, waarmee het groenprogramma op het vlak van recreatie en cultuurhistorie uitgevoerd moet worden. Voor de Nieuwe Driemanspolder voorziet dit programma in een groenontwikkeling in een omvang van 325 hectare. Daarbij is tevens sprake van een herbegrenzing van 16 hectare natuur in het kader van de Groenblauwe Slinger.
Ter realisatie van deze doeleinden dienen in de betreffende bestemmingsplannen de hiervoor noodzakelijke bestemmingen op het vlak van groen, water en recreatie te worden opgenomen. Daarnaast dient het plan te voorzien in de mogelijkheid voor nieuwe natuur in beperkte omvang.
Europese Kaderrichtlijn Water, 4e Nota Waterhuishouding (NW4) & het Nationaal Bestuursakkoord Water (WB 21)
Behalve aan de beleidslijnen uit de Nota Ruimte dient met de toekomstige planvorming voor de Nieuwe Driemanspolder ook voldaan te worden aan landelijke doelstellingen op het gebied van het waterbeheer zoals vastgelegd in de 4e Nota Waterhuishouding (NW4), het Nationaal Bestuursakkoord Water/Waterbeheer 21e Eeuw (WB21) en de Europese Kaderrichtlijn Water. Bijzondere aandacht verdienen daarbij kwesties als watertekorten, verdroging, verzilting en de kwaliteit van waterbodems. Deze dienen in het kader van regionale gebiedsvisies of doelgerichte waterplannen te worden aangepakt.
Omtrent de hiervoor genoemde aandachtspunten is tijdens de voorbereiding van de bestemmingsplannen intensief samengewerkt tussen de provincie Zuid-Holland, de waterbeheerders van de Hoogheemraadschappen Rijnland en Delfland en de betrokken gemeenten. Daarbij is geconstateerd dat in de regio's Haaglanden en Holland - Rijnland een sterke vraag bestaat naar voorzieningen voor de opvang van piekwater en naar een duurzaam waterbeheer in het algemeen. Ook is er sprake van specifieke kwaliteitseisen voor het water- en bodemmilieu, die voor de toekomstige ontwikkeling van de Nieuwe Driemanspolder kaderstellend zijn (zie de vertaling van kwaliteitseisen in risiconormen zoals het zogenaamde maximaal toelaatbare risiconiveau (MTR) of het verwaarloosbare risiconiveau (VR).
Tijdens de planvorming voor de Nieuwe Driemanspolder heeft deze samenwerking geresulteerd in een programma van eisen dat naast recreatieve en ecologische doelstellingen ook belangrijke doeleinden voor een duurzaam waterbeheer omvat. Hiertoe behoren de realisatie van een seizoensberging waarmee de kwaliteit van het oppervlaktewater verbeterd wordt en ongewenste kwel in het projectgebied voorkomen wordt. Daarnaast dient in het projectgebied een mogelijkheid te worden geschapen voor een regionale waterberging voor piekwater in een omvang van circa 2 miljoen m3.
EU richtlijnen - Flora- en faunawet - Natuurbeschermingswet
Op het vlak van de ecologie dienen de bestemmingsplannen voldoende zorg te dragen voor het beheer en de instandhouding van de in het projectgebied aanwezige flora en fauna. In dit kader dient rekening te worden gehouden met de “Habitatrichtlijn” van de Europese Unie en de Flora- en faunawet van de Rijksoverheid. Het voortbestaan van specifieke planten en dieren alsmede hun leefmilieu dient te worden gewaarborgd door de aanwijzing van speciale beschermingszones.
De belangrijkste kapstok voor de aanwijzing van dergelijke beschermingszones is het streekplan Zuid-Holland West en hier in het bijzonder toetsingskaart 3 “Groenblauw Raamwerk”, waarop de contouren worden aangeven voor bijvoorbeeld natuurgebieden met een internationale status of de meest relevante leefmilieus voor weidevogels (zie de aanduidingen ter hoogte van de Zoetermeerse Meerpolder). Ook is er sprake van een aanduiding “aandachtsgebied water” in het hart van het projectgebied van de Nieuwe Driemanspolder, die in het kader van de nieuwe planvorming nadere invulling dient te krijgen.
Nota Belvédère
Behalve door de hiervoor genoemde nota's wordt de planvorming voor de Nieuwe Driemanspolder ook beïnvloed door de Nota “Belvedère”. Met deze nota geeft de Rijksoverheid aan op welke wijze cultuurhistorische aspecten en kwaliteiten bij de toekomstige inrichting van Nederland een rol kunnen spelen en welke maatregelen daarvoor getroffen kunnen worden. Het projectgebied van de Nieuwe Driemanspolder valt binnen het Belvédèregebied 'Zoeterwoude-Weipoort', dat wordt gekenmerkt door een veenpolderlandschap met karakteristieke boerderijlinten en droogmakerijen.
Karakteristiek voor de veenontginning zijn de lange, smalle kavels die overwegend als grasland in gebruik zijn. De dorpen zijn tegenover de weidsheid van het landschap juist vrij besloten van aard, door de erf- en wegbeplanting en zijn ontstaan langs hoger gelegen gekanaliseerde veenstromen of weteringen. De bebouwing bevindt zich voornamelijk op de kop van de kavels. De consequentie van de ligging in een Belvédèregebied, is dat er bij ontwikkelingen rekening dient te worden gehouden met de cultuurhistorische waarden en dat deze, waar mogelijk, zelfs richtinggevend moeten zijn (inspiratiebron) voor de inrichting van het gebied.
Verdrag van Malta
In het verlengde van het vorenstaande is bij de planuitwerking voor de Nieuwe Driemanspolder ook rekening gehouden met het Europese Verdrag van Valletta, ook wel het Verdrag van Malta genoemd. Dit verdrag beoogt het cultureel erfgoed dat zich in de bodem bevindt beter te beschermen. Uitgangspunt van het verdrag is dat het archeologische erfgoed al voordat het tot monument is verklaard, integrale bescherming nodig heeft en krijgt. In de Nieuwe Driemanspolder geldt dit voor het terrein van begraafplaats Wilsveen, dat net als enkele belangrijke gebouwen door de Rijksoverheid als Rijksmonument is aangewezen.
Om het zogenaamde "bodemarchief" beter te beschermen en om onzekerheden tijdens bouwwerkzaamheden te beperken, is het in het verlengde van het verdrag wenselijk dat bij de herinrichting voorafgaand aan graafwerkzaamheden onderzoek plaatsvindt naar eventueel aanwezige archeologische waarden en naar een mogelijkheid om deze te beschermen of te archiveren.
Wet luchtkwaliteit 2007
De nieuwe bestemmingsplannen voor de Nieuwe Driemanspolder dienen te voorzien in een adequate regelgeving ter bescherming van milieuwaarden in het plangebied. Eén van de belangrijkste aspecten daarbij is het aspect luchtkwaliteit. Hieromtrent is sinds 2007 de Wet luchtkwaliteit van kracht, een uitwerking van de Europese Kaderrichtlijn Luchtkwaliteit. Doel van deze richtlijn is de mens te beschermen tegen schadelijke effecten van vervuilende stoffen in de lucht. Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zijn alleen aanvaardbaar indien kan worden aangetoond dat de normen voor luchtkwaliteit in 2010 niet worden overschreden.
Op 15 november 2007 is de Wet luchtkwaliteit van kracht geworden. De nieuwe wet is noodzakelijk omdat de vaststelling van een groot aantal bestemmingsplannen en het realiseren van bouwprojecten werd stilgelegd door uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. De nieuwe regeling geeft meer armslag om ruimtelijke plannen die gevolgen hebben voor de luchtkwaliteit uit te voeren. Zij regelt onder andere dat
zeezout in de lucht niet meegerekend hoeft te worden bij vaststelling van concentraties fijn stof. Zeezout is van natuurlijke oorsprong en ongevaarlijk voor de gezondheid. In de regelingen voor de luchtkwaliteit staat hoeveel zeezout mag worden afgetrokken van de fijn stofconcentratie. De regeling maakt het verder mogelijk om ruimtelijke plannen uit te voeren in gebieden waar te veel fijn stof en stikstofdioxide in de lucht zit.