direct naar inhoud van 1.1 Aanleiding en doelstelling
Plan: Nieuwe Driemanspolder - Roeleveen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP291-0004

1.1 Aanleiding en doelstelling

In februari 2003 is de Nieuwe Driemanspolder (NDMP) met de vaststelling van het streekplan Zuid-Holland West aangewezen als “Openluchtrecreatiegebied of stedelijk groen” en als “Aandachtsgebied Water” met de aanduiding “Voorraad- en Piekberging”. Daarbij is tevens een aanduiding voor een groenverbinding opgenomen, vanuit het Groene Hart van de Randstad tot aan de natuur - en weidegebieden van het Midden-Delfland (de zogenaamde GroenBlauwe Slinger - GBS). Achtergrond voor deze streekplanaanduidingen was de regionale beleidsontwikkeling in de voorafgaande jaren, die haar neerslag had gekregen in:

  • de provinciale Nota “Stad en land in Balans (1999)”, waarin de realisatie van de Groenblauwe Slinger (GBS) formeel als concreet beleidsdoel is vastgelegd;
  • het landinrichtingsproject “Landinrichting Leidschendam”, dat voor de Nieuwe Driemanspolder reeds in een ingrijpende herinrichting voorzag (zie het voorontwerp voor de herinrichting uit 1999);
  • Rijksbeleid en provinciaal beleid dat voor de bewuste polder in omvangrijke nieuwe natuur- en recreatieontwikkeling voorzag;
  • de regionale planvorming in het kader van het project “Beter Water voor Stad en Platteland”, waarmee de provincie Zuid-Holland, de Hoogheemraadschappen van Rijnland en Delfland en de gemeenten Den Haag, Leidschendam - Voorburg en Zoetermeer nut en noodzaak van een regionale waterberging hadden onderzocht.

Rekening houdend met de reeds bestaande beleidskaders hebben de betrokken overheden vervolgens de verdere planvorming voor de herinrichting van de Nieuwe Driemanspolder ter hand genomen. Belangrijke tussenstappen daarbij waren:

  • een milieueffectrapportage (MER) voor de herinrichting van de Nieuwe Driemanspolder;
  • de uitwerking van een voorkeursalternatief voor de herinrichting in het kader van deze MER - procedure;
  • de vertaling van dit voorkeursalternatief in een globale inrichtingsschets (het inrichtingsplan 2005);
  • de uitwerking van voorontwerpbestemmingsplannen aan de hand van de MER - documenten en het inrichtingsplan 2005;
  • de tervisielegging van voornoemde documenten in het kader van een inspraakprocedure in het voorjaar van 2006;
  • de herziening van de inrichtingsvoorstellen in het kader van het inrichtingsplan 2008;
  • de uitwerking van de ontwerpbestemmingsplannen aan de hand van de resultaten uit genoemde inspraakprocedure en het inrichtingsplan 2008;
  • de tervisielegging van de ontwerpbestemmingsplannen in het najaar van 2008.

Van de mogelijkheid tot inspraak is ruimschoots gebruik gemaakt. De reacties hebben in enkele gevallen aanleiding gegeven tot nader onderzoek en in sommige gevallen tot een herijking van bepaalde inrichtingskeuzes. De inspraakreacties inzake de MER zijn besproken met de landelijke Commissie MER. Deze heeft vervolgens een aantal aanbevelingen en suggesties voor de verdere planvorming gegeven.

De inspraakreacties met betrekking tot de voorontwerpbestemmingsplannen zijn door de gemeenten zowel gezamenlijk als individueel beoordeeld en zijn per gemeente opgenomen in een verslag over de inspraak en het vooroverleg ex art. 10 Bro. In dit verslag wordt tevens vermeld of en in welke mate de afzonderlijke reacties aanleiding hebben gegeven tot herijking en / of wijziging van het voorontwerpbestemmingsplan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0637.BP291-0004_0001.jpg"

Rekening houdend met de aanbevelingen van de Commissie MER en de belangenafweging naar aanleiding van het vooroverleg ex artikel 10 Bro en de inspraakreacties op de MER, de voorontwerpbestemmingsplannen én het voorlopige inrichtingsplan 2005 heeft in 2008 een herziening van het oorspronkelijke inrichtingsvoorstel plaatsgevonden. Het nieuwe inrichtingsplan is daarna door de betrokken gemeenten in ontwerpbestemmingsplannen vertaald. Ook inzake de ontwerpbestemmingsplannen zijn veel zienswijzen ingediend.

Hoofddoel van dit bestemmingsplan is een juridisch bindende regeling voor een functiewijziging en herinrichting van de Nieuwe Driemanspolder en een aantal aangrenzende plandelen in Roeleveen, het Buytenpark en de Drooggemaakte Grote Polder. Deze hebben vooral betrekking op:

  • 1. de vergroting van de recreatieve waarden in het projectgebied inclusief de verruiming en verbetering van recreatieve verbindingen;
  • 2. de realisatie van een duurzame waterhuishouding o.a. in de vorm van een seizoens- en piekberging;
  • 3. de versterking van de ecologische waarden en natuurwaarden inclusief de verbetering van de ecologische verbindingen van, naar en in het projectgebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0637.BP291-0004_0002.jpg"

Kwantitatief kunnen de functiewijzigingen globaal worden vertaald in bovenstaand programma. Her en der zal daarbij sprake zijn van functiestapeling, omdat de herinrichting in sommige deelgebieden aan meerdere functies ten goede komt.