direct naar inhoud van 2.1 Korte geschiedenis van het plangebied
Plan: Nieuwe Driemanspolder
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00035-0004

2.1 Korte geschiedenis van het plangebied

De Nieuwe Driemanspolder is een droogmakerij, gelegen tussen de bebouwde kommen van Den Haag, Leidschendam - Voorburg en Zoetermeer. Ondanks de verreikende verstedelijking rond het plangebied heeft de polder veel van zijn oude karakteristiek weten te behouden en kunnen de afzonderlijke ontwikkelingsfasen uit de ontstaansgeschiedenis van het gebied nog goed worden waargenomen. Historische analyses hierover laten zien dat met name de landschapsontwikkeling vanaf de late middeleeuwen (circa 1200 na Chr. en later) ertoe bij heeft gedragen, dat de Nieuwe Driemanspolder geleidelijk aan is veranderd van een Oudhollands veenweidegebied in een droogmakerij. De oorspronkelijke afmetingen waren daarbij veel ruimer dan thans in het landelijke gebied waarneembaar is.

Kenmerkend voor de droogmakerijen is op de eerste plaats het landschapspatroon bestaande uit oude ontginningswegen, de hierlangs gelegen “losse” lintbebouwing en de laag gelegen poldereenheden met hun karakteristieke, opstrekkende kavels. Door grootschalige veenwinning tot op de klei gevolgd door droogmaking is het kenmerkende hoogteverschil ontstaan. Dit is in de loop der tijd nog eens versterkt door een continu proces van inklinking en bemaling, hetgeen uiteindelijk in een polderlandschap heeft geresulteerd met grote hoogteverschillen tussen het polderpeil en zijn rechtstreekse omgeving (tot ± 5 m).

Gedurende de veenontginning zijn in het plangebied vanzelfsprekend ook de eerste nederzettingen ontstaan. In oorsprong was er sprake van relatief intensieve lintbebouwing langs de oude landwegen met Wilsveen als belangrijkste “kern” rond een kerk. Door de veenwinning is het gebied sterk ontvolkt. Vanaf de 17e eeuw is het overwegend natte gebied stapsgewijs drooggemalen en geschikt gemaakt voor landbouwkundig gebruik. Daarbij is de bodemgesteldheid van het gebied ook van invloed geweest op de vormen van grondgebruik die zich in de loop der tijd hebben ontwikkeld. Mede hierdoor worden de relatief lagere delen in Leidschendam-Voorburg tegenwoordig bijna allen voor beweiding gebruikt, terwijl forse delen in Zoetermeer thans ook in gebruik zijn als bouwland.

Gedurende de droogmaking verschoof het accent van de bebouwing naar Stompwijk en resteerde een beperkt aantal boerderijen en arbeiderswoningen langs de hoofdwegen en hoofdweteringen (Voorweg, Wilsveen en Stompwijksevaart). De structuur van dit bebouwingspatroon is thans nog steeds waarneembaar.

Ondanks de grootschalige verstedelijking van het dorp Zoetermeer sinds 1960 en de toevoeging van grote infrastructurele werken, zoals de A4, is het plangebied zelf de afgelopen twee eeuwen / sinds de drooglegging nauwelijks veranderd. Met name in het zuidelijk deel zijn een aantal kavesloten gedempt, maar de kavelrichting is nog duidelijk herkenbaar.

afbeelding "i_NL.IMRO.0637.BP00035-0004_0004.jpg"

Figuur 2.1: De Nieuwe Driemanspolder rond 1835 en 1995