direct naar inhoud van 6.2 Planregels
Plan: Meerzicht - Westerpark
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0637.BP00032-0004

6.2 Planregels

De regels van het bestemmingsplan bestaan uit de volgende onderdelen:

  • Inleidende regels;
  • Bestemmingsregels;
  • Algemene regels;
  • Overgangs- en slotregel.
6.2.1 Inleidende regels
6.2.1.1 Begrippen

In Artikel 1 worden de begrippen die in de regels worden gebruikt omschreven. Sommige begrippen zijn voor meerdere uitleg vatbaar, daarom is het nodig om ze planologisch-juridisch af te bakenen en te preciseren, ten opzichte van het algemeen spraakgebruik. Zonder definitie zou een begrip tot verwarring kunnen leiden.

6.2.1.2 Wijze van meten

In Artikel 2 wordt aangegeven hoe de in de regels opgenomen maten voor de dakhelling, goothoogte, bouwhoogte, inhoud of oppervlakte, vloeroppervlakte en ondergeschikte bouwdelen van een bouwwerk moeten worden gemeten.

6.2.2 Bestemmingsregels

In het hoofdstuk Bestemmingsregels zijn alle bestemmingen opgenomen met de daarbij behorende bestemmingsomschrijving. Waar noodzakelijk is gebruik gemaakt van aanduidingen om toegestaan gebruik nader te specificeren.

6.2.2.1 Flexibiliteitsregels

In het bestemmingsplan is in sommige gevallen een bevoegdheid opgenomen zodat burgemeester en wethouders ontheffing kunnen verlenen van de regels. De ontheffing is bedoeld om in concrete situaties een beperkte afwijking van de regels toe te staan. Hierdoor mag geen ruimtelijk ongewenste situatie ontstaan.

Straat- en bebouwingsbeeld
Bepaalde buurten en straten ontlenen hun kwaliteit aan het ruimtelijk beeld, een ruimtelijke samenhang, bijvoorbeeld verspringende rooilijnen, dwarskappen. Nieuwe bebouwing en uitbreiding van bestaande bebouwing mag geen aantasting vormen van dit karakteristieke straat- en bebouwingsbeeld, maar moet daarin passen.

Sociale veiligheid
Het betreft hier het voorkomen van sociaal onveilige plekken, zoals smalle onoverzichtelijke plekken in het (semi) openbaar gebied. Ook het voorkomen van bijvoorbeeld situaties waarbij de (semi) openbare ruimte aan beide zijden wordt begrensd c.q. begeleid door lange blinde gevels of muren.

Verkeersveiligheid
Gedacht wordt hier bijvoorbeeld aan de noodzaak tot het vrijhouden van zichthoeken.

Aantal parkeervoorzieningen
Het bouwen van een parkeervoorziening op eigen erf kan tot gevolg hebben dat hierdoor (vanwege de noodzakelijke op-/inrit) openbare parkeerplaatsen zouden komen te vervallen. Zeker in gebieden waar nu reeds een grote parkeerdruk aanwezig is, moet dit worden voorkomen. Anderzijds kan een bouwinitiatief door zijn situering op het erf tot gevolg hebben dat de parkeervoorziening op eigen erf niet meer bereikbaar is. Ook dat moet worden voorkomen;

Gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken
Het gaat hier om het criterium dat een uitbreiding van bebouwing geen onevenredige aantasting mag vormen voor de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen en bouwwerken. Hier spelen bijvoorbeeld aspecten als uitzicht, lichttoetreding en bezonning van tuinen een rol.

6.2.2.2 Bedrijf

De bestemming 'Bedrijf' is toegekend aan de losse bedrijfskavels in de wijk Meerzicht, waaronder de bedrijven aan het Zalkerbos en de Meerzichtlaan. Op deze kavels zijn in zijn algemeenheid bedrijven tot en met categorie 2 van de bij de Bijlage 1 behorende Lijst van bedrijfsactiviteiten toegestaan. De Lijst van bedrijfsactiviteiten is afkomstig uit de brochure van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten "Bedrijven en Mileuzonering". Bij milieuzonering wordt er vanuit gegaan dat tussen een milieugevoelige bestemming (wonen) en een milieubelastende bestemming (bedrijf) op grondd van de verste afstandsafhankelijke milieubelasting een bepaale ruimte moet worden aangehouden om een zo goed mogelijk klimaat voor beiden te scheppen.

Op een aantal bedrijfspercelen is een aanduiding op de plankaart opgenomen, waardoor voor die percelen specifieke (gebruiks)regels gelden. Deze bedrijfsactiviteiten zijn vanwege hun ruimtelijke effect op de omgeving specifiek aangeduid en zijn daarom op andere bedrijfspercelen niet toegestaan. In dit bestemmingsplan gaat het onder andere om nutsvoorzieningen en tankstations.

6.2.2.3 Centrum

Deze bestemming omvat het wijkwinkelcentrum Meerzicht. Binnen deze bestemming zijn detailhandel, horeca, dienstverlening en woningen mogelijk. Hierbij is er voor gekozen om het wijkwinkelcentrum meer te laten zijn dan alleen een winkelcentrum met bijbehorende commerciële voorzieningen. De begane grondlaag is gereserveerd voor een aaneengesloten winkelfront met detailhandel eventueel afgewisseld met dienstverlenende functies. Om die reden zijn op de begane grondlaag geen woningen en kantoren toegestaan, met uitzondering van entrees, stijgpunten en bergingen ten behoeve van deze functies.

6.2.2.4 Gemengd - 1, 2 en 3

Bij deze bestemmingen gaat het om aangesloten gebouwen waarin meerdere niet-wonen functies voorkomen. Onder niet-woonfuncties worden bijvoorbeeld detailhandel, maatschappelijke voorzieningen en sport verstaan. In dit bestemmingsplan is sprake van drie gemengde bestemmingen waarbij de geldende mogelijkheden uit het oude bestemmingsplan zijn overgenomen.

Wat betreft de bebouwingsmogelijkheden zijn de geldende regelingen overgenomen, zoals het bebouwingspercentage en goot- en bouwhoogtes. Daar waar geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het gehele bouwvlak worden bebouwd. Bij één gemengde bestemming is de bestaande bedrijfswoning positief bestemd.

6.2.2.5 Groen

De gronden met de bestemming 'Groen' zijn bestemd voor (openbare) groenvoorzieningen en waterpartijen en waterlopen die van lokaal belang zijn. Naast de parken zijn ook de belangrijkste groene zones langs de (hoofd)wegen bestemd als 'Groen'.

Op deze gronden zijn alleen gebouwen en bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen, speel- en sportvoorzieningen, schuilhutten en vergelijkbare voorzieningen toegestaan. De aanwezige grotere gebouwen in de parken en groengebieden hebben een bouwvlak gekregen.

6.2.2.6 Maatschappelijk

Deze bestemming biedt ruimte aan tal van maatschappelijke voorzieningen in de wijk. Deze bestemming is opgenomen voor o.a. scholen, kerken, eerstelijns voorzieningen in de gezondheidszorg, een jongerenvoorziening enzovoort. Zorginstellingen waar sprake is van inwoning hebben een specifieke aanduiding gekregen.

Voor de diverse percelen met de bestemming 'Maatschappelijk' is op de plankaart het bebouwingspercentage opgenomen. Is geen bebouwingspercentage op de plankaart opgenomen, dan geldt op grond van de regels een bebouwingspercentage van 100% van het bouwvlak. De maximale bouwhoogten verschillen eveneens per perceel en zijn op de plankaart aangegeven.

6.2.2.7 Natuur

Het Westerpark heeft, naast een functie voor Zoetermeer, een regionale functie. De bestemming is gericht op het behoud, herstel en de ontwikkeling van de natuurwaarden, ecologische waarden en landschappelijke waarden. Er is ruimte voor extensieve recreatie. Gebouwde voorzieningen t.b.v. extensieve recreatie zijn toegestaan (informatiepost, informatieborden, picknicktafels, speeltoestellen). Er geldt een restrictief beleid waarbij slechts beperkt bebouwing is toegestaan.

6.2.2.8 Recreatie

Het dagrecreatiecentrum aan de Heuvelweg heeft in dit bestemmingsplan een specifieke bestemming gekregen vanwege de vele typen functies die hier voorkomen. Het gaat hier onder andere om horeca, een bowlingbaan, een midget golfbaan, een speeltuin en botenverhuur.

Deze functies zijn met de bestaande bouwmogelijkheden overgenomen in dit bestemmingsplan. Ten aanzien van de bouwmogelijkheden is bepaald dat de hoofdbebouwing binnen het bouwvlak gerealiseerd moet worden. Andere ondergeschikte gebouwen mogen buiten het bouwvlak gebouwd worden. Overigens geldt dat in totaal binnen deze bestemming niet meer dan 2.000 m2 aan gebouwen gerealiseerd mag worden.

6.2.2.9 Sport

Sportvoorzieningen, zoals de voetbalvelden en de handboogvereniging, in het plangebied zijn als 'Sport' bestemd. Sport is toegestaan voorzover deze sportactiviteiten passen binnen categorie 1 tot en met 3.1 van de in de Bijlage 1 bij de regels behorende 'Lijst van bedrijfsactiviteiten'.

6.2.2.10 Sport - Golfbaan

De golfbaan in het Westerpark heeft een separate bestemming gekregen. Binnen deze bestemming is het bestaande gebruik en de bestaande bebouwing geregeld, zoals de drivingrange, het clubgebouw met ondergeschikte horeca- en vergadervoorzieningen. Op het terrein zijn in beperkte mate gebouwen mogelijk ten dienste van de bestemming. Het gaat hierbij om schuilhutten en toiletgebouwtjes. De bestaande driving-range is eveneens benoemd in de regels.

6.2.2.11 Tuin

De bestemming 'Tuin' is gegeven bij enkele percelen bij de woonbestemming. De gronden dienen, conform de vigerende bestemmingen, onbebouwd te blijven.

6.2.2.12 Verkeer

De bestemming 'Verkeer' omvat de Meerzichtlaan en de Leidschendamseweg (N469). De bestemming 'Verkeer' heeft een ruime begrenzing. Dit betekent dat hierin zijn begrepen de rijstroken voor het gemotoriseerd verkeer, fiets- en voetpaden en/of -stroken, voorzieningen voor het openbaar vervoer, parkeervoorzieningen, alsmede de groen- en waterelementen, kruisende wegen, dijklichamen, viaducten en tunnels. Verder zijn binnen de ruime begrenzing van de bestemming ook fietsenstallingen en gebouwde nutsvoorzieningen met een beperkte omvang mogelijk.

6.2.2.13 Verkeer - Railverkeer

Deze bestemming omvat het binnen het plangebied gesitueerde gedeelte van de RandstadRail met bijbehorende haltevoorzieningen, spoorsloten, hekken en andere veiligheidsvoorzieningen. Ter hoogte van het station Meerzicht zijn de bestaande bouwmogelijkheden uit het bestemmingsplan Meerzicht Centrumgebied overgenomen.

6.2.2.14 Verkeer - Verblijfsgebied

De bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' omvat de buurt- en erfontsluitingswegen met de daaraan of daarlangs gelegen paden, woonstraten, parkeervoorzieningen, groen- en waterelementen. Deze wegen zijn uitsluitend van belang voor het buurtverkeer. Carports en gebouwde openbare parkeerplaatsen zijn specifiek op de plankaart aangegeven.

Binnen de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' zijn tevens op de aangeduide locatie op de plankaart drie standplaatsen. Uit jurisprudentie volgt dat standplaatsen voor detailhandel en diensten in een bestemmingsplan geregeld moeten worden. Zonder uitdrukkelijke bepaling in het bestemmingsplan kan het bevoegd gezag geen standplaatsvergunning afgeven voor voertuigen, stallen, kramen enzovoort ten behoeve van standplaatsen. Daarom zijn regels opgenomen die het gebruik ten behoeve van standplaatsen mogelijk maakt. Bestaande carports en andere overdekte parkeerplaatsen hebben een aanduiding gekregen.

Ter hoogte van het station Meerzicht zijn de bestaande bebouwings- en gebruiksmogelijkheden overgenomen uit het vigerende bestemmingsplan en door middel van een aanduiding op de plankaart geregeld.

6.2.2.15 Water

De bestemming 'Water' geldt voor de gronden die zijn aangewezen voor waterberging en waterhuishouding. Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd. Wel mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde van geringe omvang worden gerealiseerd.

6.2.2.16 Wonen

De bestemming 'Wonen' is toegekend aan de bestaande woningen en de bijbehorende erfbebouwing in het plangebied. Op locaties waar een specifieke aanduiding is opgenomen, zijn daarnaast andere functies toegestaan. Deze percelen hebben een ruim bouwvlak. Binnen dit bouwvlak mag het hoofgebouw inclusief erfbebouwing worden gebouwd, waarbij het totale bebouwingspercentage niet meer dan 60% bedraagt. In afwijking hiervan zijn aanvullende regels opgenomen voor specifieke kleine of grote bouwpercelen.

Hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd in of achter de voorgevelrooilijn van de (aangrenzende) bouwpercelen. Daar waar een specifieke aanduiding is opgenomen mogen woningen uitsluitend gestapeld, halfvrijstaand of vrijstaand worden gebouwd. Tot slot is in het bouwvlak de maximale bouwhoogte van het hoofdgebouw met een aanduiding aangegeven.

Erfbebouwing

Erfbebouwing is over het algemeen toegestaan vanaf 1 m achter het verlengde van de voorgevel, binnen en buiten het bouwvlak. Daar waar een specifieke aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - carport' of 'specifieke bouwaanduiding - erfbebouwing' is opgenomen, mogen ook voor de voorgevelrooilijn carports respectievelijk erfbebouwing worden gebouwd. De oppervlakte aan erfbebouwing op een bouwperceel is aan een maximum gebonden. Hiervoor geldt het maximale bebouwingspercentage als hierboven genoemd. De goothoogte van erfbebouwing is maximaal 30 cm boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw. De bouwhoogte van erfbebouwing bedraagt ten hoogste 5 m.

6.2.2.17 Leiding - Riool

In dit bestemmingsplan is een dubbelbestemming opgenomen voor 'Leiding - Riool'. De gronden zijn primair aangewezen voor een ondergrondse rioolwatertransportleiding met een diameter van ten hoogste 900 mm. Waar deze leiding samenvalt met andere bestemmingen, geldt dat deze andere bestemmingen ondergeschikt zijn aan de bestemming 'Leiding - Riool'. Binnen deze bestemming kunnen bouwwerken worden gebouwd, die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de hoofdfunctie. Voor elke leiding is een zogenaamde onderhoudsstrook van toepassing waarbinnen in principe niet gebouwd mag worden. Ter bescherming van de leidingen is een aanlegvergunningenstelsel van toepassing.

6.2.2.18 Leiding - Water

De gronden met deze dubbelbestemming zijn primair aangewezen voor ondergrondse watertransportleidingen met een diameter van ten hoogste 1000 mm. Waar deze leiding samenvalt met andere bestemmingen, geldt dat deze andere bestemmingen ondergeschikt zijn aan de bestemming 'Leiding - Water'.

Bouwwerken zijn in beginsel slechts toegestaan voor zover deze ten dienste staan van de watertransportleiding. Bouwwerken ten behoeve van de samenvallende bestemmingen zijn slechts toegestaan na een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan. Voorwaarde hierbij is dat dit niet ten koste gaat van de belangen van de watertransportleiding en dat hierover vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de leidingbeheerder. Voor een aantal nader genoemde werkzaamheden die een risico zouden kunnen inhouden voor de leiding, geldt het vereiste van een omgevingsvergunning.

6.2.2.19 Waarde - Archeologie

Binnen het plangebied komen twee gebieden van zeer beperkte omvang voor die op basis van het gemeentelijk beleid een bescherming behoeven in het bestemmingsplan. Hiervoor geldt de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie'.

De gronden met deze dubbelbestemming zijn primair aangewezen voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden. Waar de bestemmingen 'Waarde - Archeologie' samenvalt met andere bestemmingen, geldt dat deze andere bestemmingen ondergeschikt zijn aan de archeologische bestemming. Dit betekent dat bebouwing ten behoeve van deze samenvallende bestemming groter dan een bepaald oppervlak en vanaf een bepaalde diepte slechts is toegestaan via een omgevingsvergunning. Voorwaarde hierbij is dat dit niet ten koste gaat van de archeologische waarden en dat hierover advies is ingewonnen bij een archeologische deskundige. Voor een aantal nader genoemde werkzaamheden die een risico zouden kunnen inhouden voor de archeologische waarden geldt het vereiste van een omgevingsvergunning.

6.2.2.20 Waterstaat - Waterkering

De gronden met de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' zijn primair bestemd voor de bescherming, de instandhouding en het onderhoud van de waterkeringen. Deze bestemming valt samen met andere bestemmingen. Omdat de waterstaatkundige functie primair is, geldt dat andere samenvallende bestemmingen ondergeschikt zijn aan de bestemming 'Waterstaat - Waterkering'.

Bouwwerken zijn in beginsel slechts toegestaan voor zover deze ten dienste staan van de waterkering. Bouwwerken ten behoeve van de samenvallende bestemmingen zijn slechts toegestaan na een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan. Voorwaarde hierbij is dat dit niet ten koste gaat van de belangen van de waterkering en dat hierover vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de beheerder van de waterkering.

6.2.3 Algemene regels
6.2.3.1 Anti-dubbeltelregel

De antidubbeltelregel strekt er toe dat gronden die al eens als berekeningsgrondslag voor een bouwvergunning hebben gegolden, niet nogmaals als zodanig kunnen worden gebruikt. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als (onderdelen van) één bouwvlak van verschillende eigenaren is.

6.2.3.2 Algemene bouwregels

Met deze bepaling wordt voorkomen, dat bestaande bouwwerken, die wat betreft afstandsmaten of andere maten afwijken van de maatvoering zoals vastgelegd in dit bestemmingsplan, onder het overgangsrecht komen te vallen.

6.2.3.3 Algemene aanduidingsregels

In dit artikel is bepaald dat binnen het gebied met de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - lpg' geen kwetsbare objecten mogen worden opgericht.

6.2.3.4 Algemene afwijkingsregels

Algemeen

Dit artikel bevat de algemeen gebruikelijke afwijkingsmogelijkheden. Deze afwijkingsmogelijkheden gelden voor het hele plangebied.

Afwijkingsregels voor voorzieningen voor telecommunicatie

Dit artikel is opgenomen, om zo nadere eisen te kunnen stellen die moeten voorkomen dat een teveel aan GSM-masten en installaties een stedenbouwkundig onwenselijke situatie oplevert. Daarnaast spelen op de achtergrond (in planologisch opzicht niet relevant) klachten op het gebied van de volksgezondheid. Hoewel de meetbare straling voldoende in kaart is gebracht en aan voldoende objectieve normen kan worden getoetst, lijken (nog) niet alle aspecten op het gebied van gezondheid glashelder in beeld te zijn. Vooralsnog heeft de gemeente Zoetermeer besloten vast te houden aan de thans beschikbare wetenschappelijke kennis en het rijksstandpunt. Het beleid voor telecommunicatie is hierop gebaseerd. De afwijkingsregels houden in dat het - onder voorwaarden - mogelijk is om een omgevingsvergunning te verlenen voor het plaatsen van een antennemast met een maximum hoogte van 40 m.

6.2.3.5 Overige regels

Voorrangsregeling dubbelbestemmingen

In dit artikel is een rangorde aangegeven tussen de dubbelbestemmingen, voor het geval voor dezelfde gronden meerdere dubbelbestemmmingen gelden.

6.2.4 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
6.2.4.1 Overgangsrecht

Deze artikelen regelen de bebouwing en het gebruik van gronden en opstallen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan in strijd zijn met de bouwregels, gebruiksregels of beide.

6.2.4.2 Slotregel

In dit artikel wordt aangegeven op welke wijze de regels van het bestemmingsplan kunnen worden aangehaald.